Herakles en de 12 werken

Aan hem opgelegd
door Hera

Ga naar het menu
Herakles en de twaalf werken

Herakles: het hele verhaal

Hij was de zoon van Alkmene die verleid werd door Zeus toen deze zich als haar man Amphitryon vermomd had. Als een onecht kind werd Herakles gehaat door Hera, vanwege de ontrouw van haar man. Hij werd door zijn ouders aanvankelijk Alcides genoemd, zijn naam werd later gewijzigd om Hera wat beter te stemmen. Ze stuurde eens twee slangen op Herakles af om hem te doden, maar hij wond beide slangen om zijn armen en behandelde ze als speelgoed. Herakles moest vee gaan hoeden in de bergen nadat hij zijn muziekleraar gedood had, volgens de overleveringen werd hij daar bezocht door de nimfen "Plezier" en "Deugd" die hem twee manieren van leven aanboden: rustig en op de achtergrond of roemrijk maar vol gevaren, hij koos voor het laatste.
Zijn eerste vrouw was Megara, bij wie hij meerdere kinderen kreeg. Echter Hera bracht hem tijdelijk buiten zinnen en hij vermoordde zijn vrouw en kinderen. Andere overleveringen vertellen dat Megara wist te ontsnappen en dat Herakles haar later aan zijn vriend Iolaus gaf om mee te huwen als blijk voor diens volwassenheid (het was vrij normaal voor een man om een jonge mannelijke geliefde te hebben, een "Eromenos" heette dat in het oude Griekenland). Herakles zocht naar een manier om zich te reinigen van zijn zonden en hij raadpleegde het orakel van Delfi, maar het orakel was beïnvloed door Hera en vertelde hem dat hij 12 jaar lang als slaaf zou moeten dienen onder koning Eurystheus, gedurende deze 12 jaar voltooide hij zijn 12 werken, deze had hij opgedragen gekregen om de godin Hera uiteindelijk weer gunstig te stemmen.

1: De Nemeïsche leeuw:

Herakles moest de leeuw doden en zijn huid mee terug nemen, maar de huid van de leeuw was zó dik dat er geen enkel wapen in kon doordringen. Uiteindelijk doodde hij het dier door het te wurgen. Zijn volgende probleem was het verwijderen van de huid, dit lukte met hulp van Athene door haar idee de poten van de leeuw zelf te gebruiken, alleen de poten waren sterk en scherp genoeg om door de huid heen te dringen. Sindsdien draagt hij de huid als extra pantser om zijn lijf.

2: De Lernaïsche Hydra:

De Hydra was een reusachtige slang met vele koppen die in het meer van Lerna leefde, de slang bewaakte daar een poort van de onderwereld. Wanneer Herakles 1 kop eraf hakte, groeiden daar twee koppen weer voor terug. Het was een idee van Iolaus om direct na het afhakken de stomp dicht te branden zodat er niets meer uit kon groeien. Dat lukte, alleen het enige onsterfelijke hoofd dat de slang had bleef over. Hij hakte deze af en begroef het onder een gigantische steen. Nadien doopte hij al zijn pijlpunten in het bloed van de slang om ze giftig te maken. Eurystheus verkondigt later dat door de hulp van Iolaus deze tweede opdracht niet telde aangezien Herakles het alleen mogelijk niet had gekund.

3: De Cerynitische hinde:

Dit grote dier is gewijd aan Artemis en heeft een gewei van goud en bronzen hoeven. Het was zó snel, dat het een pijl kon ontlopen maar Herakles bleef het een jaar lang achtervolgen, waarna hij het uiteindelijk in de poot wist te raken met een niet giftige pijl. Eurystheus had aan Artemis gevraagd om Herakles ongunstig gezind te zijn, maar de held smeekte haar hem in leven te laten en zij liet dat toe op voorwaarde dat hij het dier ook levend weer naar haar zou laten terugkeren. Hij nam het dier mee naar de koning die het graag wilde hebben. Echter toen de koning vlak bij hem was en Herakles het dier los liet, vluchte het pijlsnel het bos in terug naar Artemis, wat haar gunstig stemde, maar de koning (Eurystheus) in woede liet uitbarsten.

Not an advertisement, but looks like it

(Not an advertisement) 
Exdomos

4: Het Erymantische everzwijn:

Herakles moest dit zwijn gaan vangen, het woonde op berg Erymanthos, eigendom van Artemis. Herakles begaf zich naar de centaur Cheiron voor advies. Deze raadde hem aan om het zwijn naar dikke sneeuw te dwingen, aldaar kon hij het dier makkelijk vangen en mee terug nemen naar Eurystheus die zó bang was voor het dier dat hij zich verstopte en Herakles smeekte het weg te halen.

5: De stallen van Augias:

Herakles moest deze stallen gaan schoonmaken. Het vee van koning Augias van Elis huisde in die stallen, de dieren waren goddellijk en konden niet ziek worden, daarom waren hun stallen nog nooit door iemand schoon gemaakt, daar was geen noodzaak toe. In 1 dag moest Herakles de stallen compleet schoonmaken, van koning Augias zou hij 1/8 deel van het vee krijgen als het hem zou lukken. Herakles verlegde de twee rivieren Alfeios en Pineios zó dat ze dwars door de stallen stroomden en deze in een oogwenk schoon waren. Koning Augias echter was niet van plan om zijn woord te houden waarop Herakles hem doodde en Augias' zoon Phyleus op de troon zette. Koning Eurystheus wilde dit niet als daad van Herakles tellen omdat het niet Herakles was die de stallen heeft schoon gemaakt maar de rivieren.

6: De Stymphalische vogels:

Deze vogels moesten door Herakles gedood worden. Dit waren mensenetende vogels met giftige klauwen en metalen veren die ze konden afschieten als wapens. Ze leefden in de dichte wouden rond het meer Stymphalia, wat het onmogelijk maakte om ze te vinden door het dikke bladerdak. Herakles beklom een berg en begon op twee bekkens te slaan die hij gekregen had van Athene en Hephaestius om de vogels te laten schrikken en opvliegen. Dat lukte en met zijn pijlen en boog schoot hij alle vogels uit de lucht.

7: De Kretenzische stier:

Deze grote stier moest Herakles zien te vangen. Het dier was door Poseidon naar koning Minos gestuurd, om vervolgens weer aan hem te kunnen offeren. Maar Minos vond dat zó zonde van zo een prachtig dier en offerde in plaats daarvan een andere. Poseidon was hier niet blij om en zorgde dat de stier het koninkrijk van Minos zou gaan terroriseren. Herakles ging naar Kreta en ving de stier door hem te wurgen. Hij bracht de stier terug naar Eurystheus die het wilde offeren aan Hera, maar deze weigerde aangezien het symbool stond voor de kracht van Herakles. Het werd daarna losgelaten bij Marathon en werd bekend als de Marathonische stier.

8: De merries van Diomedes:

Zijn volgende opdracht was het stelen van de merries van koning Diomedes van Thracië. Het waren 4 wilde mensenetende paarden. Toen Herakles er heen ging nam hij een aantal jonge mannen mee waaronder 1 van zijn Eromenoi: Abderos. Ze stalen de paarden en Herakles liet Abderos bij de paarden terwijl hij het leger van koning Diomedes ging bevechten, niet wetende dat de paarden vleeseters waren. Deze aten Abderos met huid en haar op en als wraak voerde Herakles het vlees van koning Diomedes aan zijn eigen paarden. Daarna stichtte hij de stad Abdera uit eer voor zijn omgekomen geliefde.

9: De gordel van Hippolyte:

Op verzoek van diens dochter moest Herakles van koning Eurystheus deze gordel gaan zien te bemachtigen. Hippolyte was de koningin van de Amazones, de magische gordel was haar gegeven door haar vader, de god Ares (god van de oorlog). Ze gaf de gordel vrijwillig aan Herakles omdat ze zó onder de indruk was van zijn kracht, maar Hera verspreidde geruchten onder de Amazones dat Herakles de koningin wilde ontvoeren en ze trokken tegen hem ten strijde. Herakles vocht ze van zich af en denkende dat Hippolyte hem bedrogen had, doodde hij haar. Enkele overleveringen beweren dat Hippolyte kon ontsnappen waarna ze later Theseus huwde.

10: Het vee van Geryoneus:

Herakles moest het vee van Geryoneus vangen en mee terug nemen. Geryoneus was een reusachtige krijger met 3 hoofden, 3 lichamen en 6 armen. Volgens sommige overleveringen had hij maar 1 paar benen, volgens andere overleveringen 3 paar. Geryoneus had een behoorlijke veestapel van rood vee, die bewaakt werd door de herder Eurytion en de tweekoppige hond Orthrus, broer van Cerberus. Herakles moest helemaal naar de andere kant van de wereld om Erythea te bereiken, maar hij werd geholpen door de zonnegod Helios die Herakles bewonderde vanwege een voorval waarbij Herakles 1 van zijn pijlen op de zon afschoot omdat hij boos was over de hitte die soms ondraaglijk leek te zijn. Met zijn knots doodde hij de bewakers van het vee en nam toen de strijdbijl op tegen Geryoneus, hem dodende met zijn giftige pijlen. Nóg was het niet over: 1 van de stieren ontsnapte en Herakles moest strijden met Eryx, zoon van Poseidon om hem weer terug te veroveren. Hera stuurde een steekvlieg op het vee af om het ziek te maken en Herakles had een jaar nodig om de dieren weer gezond te krijgen. Nadat hij de dieren naar Eurystheus had gebracht offerde hij ze aan Hera.

11: De gouden appels van de Hesperiden:

Deze moest Herakles gaan stelen. oorspronkelijk had Eurystheus 10 opdrachten voor Herakles bedacht, maar vanwege de Hydra en de stallen van Augias werden het er 12. Herakles had jaren nodig om de tuin te vinden waar de appels groeiden. Ze waren een huwelijkskado van Hera aan Zeus en werden bewaakt door de 100-koppige draak Ladon en de nimfen genaamd de "Hesperiden", dochters van Atlas. Herakles ving de zeegod Nereus, die probeerde te ontsnappen door steeds weer andere vormen aan te nemen, maar Herakles hield hem nét zo lang vast tot hij de locatie van de tuin noemde. Daarna ging hij op zoek naar Atlas, die als straf voor zijn poging de Olympische goden te verslaan de aardbol op zijn schouders moest dragen en bood hem aan de last van hem over te nemen terwijl Atlas dan de appels voor hem kon verzamelen. Maar toen Atlas terug kwam wilde deze de aardbol niet meer van Herakles terug nemen en zei dat hij zelf wel de appels naar de koning zou brengen. Herakles deed alsof dat goed was en vroeg aan Atlas om eventjes de hemel vast te houden zodat hij iets zachts tussen de aardbol en zijn schouders kon leggen. Zodra Atlas de hemel vastpakte liet Herakles de aarde los, pakte de appels en keerde terug naar Eurystheus.

12: Cerberus de hellehond:

Deze moest door Herakles gevangen worden. Cerberus was een gigantische drie-koppige hond die de ingang naar de onderwereld bewaakte. Herakles die nét bezig was met de 12 mysteriën van Eleusis, waarvan gezegd werd dat zij veiligheid brachten in de onderwereld, reisde de onderwereld in via een diepe spleet in de rotsen in Laconië, alwaar hij vele monsters en geesten tegenkwam, maar steeds werd hij geholpen door Athene en Hermes. Hij zocht uiteindelijk Hades en Persephone op en vroeg hen toestemming om Cerberus gevangen te nemen. Ze gingen akkoord onder voorwaarde dat hij het dier geen schade zou toebrengen en hem alleen maar zou vangen met gebruik van zijn eigen kracht. Herakles slaagde erin het beest te bedwingen en nam het mee naar Eurystheus die zich rot schrok. Cerberus werd vrijgelaten en rende terug naar de ingang van de onderwereld om zijn taak voort te zetten.

 

Sociale (en andere) dingen: