Gedetailleerde informatie (ch)

Chaldea

Het zuidelijke deel van Babylon, waar sedert de 11e eeuw v.C. een half-Nomadische bevolking, de Chaldeeën (onderdeel van de Aramese stammengroep) binnendrong, waarschijnlijk uit het Zuiden. Uiteindelijk maakten zij zich meester van de regering van Babylonië (Nieuw-Babylonische rijk). Ze muntten uit in astronomische kennis, vandaar later de naam voor Chaldeeër voor astroloog.

Chares van Lindos (4e eeuw - begin 3e eeuw v.C.)

Beeldhouwer van o.a. de Colossus van Rhodos. Pupil van Lysippos (Lysippus).

Cheiron

De wijste en rechtvaardigste van alle centauren. Hij was de leraar van Achilles, wiens vader Peleus een vriend en familielid van Cheiron was, en ontving op zijn huwelijk met Thetis de zware lans die later door Achilles werd gebruikt. Volgens Apollodorus was Cheiron de zoon van Kronos en Philyra. Hij woonde op de berg Pilion, van waaruit hij, net als de andere centauren, werd verdreven door de Lapithae, maar tot in een zeer late periode werden hem daar door de Magnesiërs offers gebracht, en de familie van de Cheironidae in die buurt, die zich onderscheidde door hun kennis van de geneeskunde, werd als zijn nakomelingen beschouwd.
Cheiron zelf was onderwezen door Apollo en Artemis en stond bekend om zijn vaardigheid in de jacht, medicijnen, muziek, gymnastiek en de kunst van het profeteren. Alle meest vooraanstaande helden van het Griekse verhaal worden, net als Achilles, beschreven als de leerlingen van Cheiron in deze kunsten.
Zijn vriendschap met Peleus, die zijn kleinzoon was, wordt bijzonder gevierd. Cheiron redde hem uit de handen van de andere centauren, die op het punt stonden hem te doden, en hij gaf hem ook het zwaard terug dat Acastus had verborgen. Cheiron informeerde hem verder op welke manier hij echtgenoot zou kunnen worden van Thetis, die gedoemd was met een sterveling te trouwen.
Hij is ook verbonden met het verhaal van de Argonauten, die hij vriendelijk ontving toen ze op hun reis naar zijn verblijfplaats kwamen, want veel van de helden waren zijn vrienden en leerlingen. Ook Herakles was door vriendschap met hem verbonden, maar 1 van de vergiftigde pijlen van deze held was niettemin de oorzaak van zijn dood, want tijdens zijn strijd met het Erymanthische everzwijn raakte Herakles betrokken in een gevecht met de centauren, die naar Cheiron vluchtten, in de buurt van Malea. Herakles schoot en 1 van zijn pijlen trof Cheiron, die, hoewel onsterfelijk, niet langer zou leven, en zijn onsterfelijkheid aan Prometheus schonk. Volgens anderen liet Cheiron, toen hij naar een van de pijlen keek, deze op zijn voet vallen en verwondde hij zichzelf.
Zeus plaatste Cheiron tussen de sterren. Hij was getrouwd geweest met Nais of Chariclo, en zijn dochter Endeis was de moeder van Peleus.
Cheiron is het edelste exemplaar van een combinatie van de menselijke en dierlijke vormen in de oude kunstwerken, want terwijl de centauren over het algemeen de sensuele en wilde trekken van een man uitdrukken, gecombineerd met de kracht en snelheid van een paard, combineert Cheiron, die dit laatste eveneens bezit, er een milde wijsheid mee. Hij werd vertegenwoordigd op de Amyclaeaanse troon van Apollo en op de borst van Cypselus. Sommige afbeeldingen van hem zijn nog steeds aanwezig, waarin de jonge Achilles of Erotes op zijn rug rijden.

Cheops (Egyptisch: Choefoe) (omstreeks 2680 v.C.)

Was koning van Egypte van 2700 - 2677 v.C. Stichter van de vierde dynastie. Bouwer (opdrachtgever) van de grote piramide van Gizeh.

Chersiphroon (Chersiphron)

6e eeuw v.C. Architect uit Kreta. Bouwer van de tempel van Artemis. Samen met zijn zoon Metagenes schreef hij een uitgebreide technische verhandeling over de architectuur destijds.

Chios

Grieks eiland in de oostelijke Egeïsche zee. Op Chios woonden in de vroege bronstijd reeds mensen, vanaf 1100 v.C. ongeveer zien we een kolonialisatie van een aantal eilanden en steden langs de kust van Klein-Azië en al spoedig namen zij volop deel aan het bevorderen van de Griekse cultuur. Het is algemeen aanvaard dat Homerus een inwoner van Chios in de 8e eeuw V.Chr was. Andere invloedrijke personen waren de 5e eeuwse tragiek-dichter Ion, de 4e eeuwse historicus Theopompus en verscheidene belangrijke beeldhouwers in de 6e en 5e eeuw, één van wie: Glaucus werd gecrediteerd met het uitvinden van het solderen van metalen. Hoewel Chios een losse federatie vormde met de andere Ionische stadstaten en eilanden, werd het eveneens veroverd door de Perzen in de tweede helft van de 6e eeuw V.Chr. Na de Griekse-Perzische oorlogen, sloot Chios zich aan bij de Atheense Liga, maar al snel groeide het gemor tegen de Atheense ambities. Athene bestraft de opstandige Chioten in 412 v.C. en Chios keert terug naar de alliantie na hun onafhankelijkheid van Athene te hebben herwonnen in 354 v.C. Na de Perzen zou eerst Alexander de Grote en vervolgens de Romeinen macht uitoefenen over vrijwel alle landen van de Middellandse Zee, met inbegrip van Chios.
Het Christendom kwam in opkomst en Chios kwam onder bewind van de Byzantijnse Grieken, maar de Saracenen misbruikten het eiland in de 8e eeuw. In de 13e eeuw, in de nasleep van de vierde kruistochten, kwamen de eerste de Venetianen en vervolgens de Genuese in Chios aan de macht. Dit was voor het eiland een welvarende tijd, maar in 1566 werd Chios door de Turken overgenomen. In 1821 hielp Chios Samos bij de algemene opstand van Grieken tegen de Turken, en het volgende jaar deelden de Turken een dreun uit, Chios werd hard gestraft, naar schatting werden 25000 inwoners vermoord en 80000 tot slaaf gemaakt. Later dat jaar voer de Griekse admiraal Kanaris, de haven van Chios 's-nachts in en blies het Turkse vlaggenschip op. Een grote aardbeving in 1881 doodde eveneens vele eilandbewoners, maar het eiland heeft zich goed hersteld en sinds 1912 is Chios officieel toegetreden tot de Griekse natie.

Christendom

Het ontstaan van het christendom: kort na de kruisiging van de Joodse prediker en genezer Jezus van Nazaret ontstond er een nieuwe religieuze beweging die vele aanhangers zou krijgen: het christendom. Deze volgelingen geloofden dat Jezus een Messias was die de mensheid zou verlossen van zijn zonden.
Over de precieze geboortedatum van Jezus zijn theologen het niet eens. Wel staat vast dat hij werd geboren tijdens de regeerperiode van Herodus de Grote, die over Judea heerste van 37 tot 4 v. Chr. Zijn ouders waren de Maria en Jozef. Jezus groeide op in Nazaret, een plaats in Galilea in Noord-Palestina. De geboorteverhalen over Jezus worden, net als de verhalen over zijn dood en wederopstanding, beschreven in de vier nieuwtestamentische evangeliën: Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes. De evangeliën zijn echter meer bedoeld als verkondiging van het "Rijk van God", en daardoor als historische bron niet geheel betrouwbaar. Veel boeken zijn weggelaten, de zgn. epigrafen, veel is toegevoegd en gewijzigd, zo zijn bijvoorbeeld veel meervouden over God veranderd in enkelvouden, het Christendom verkondigde monotheïsme, iets wat rechtstreeks tegen de omgeving in ging: men was vooral polytheïstisch in hun geloofsovertuiging
De geboorte van Jezus wordt in de evangeliën in een goddelijke sfeer gebracht. De engel Gabriël verschijnt aan Maria en verkondigt dat ze op wonderlijke wijze zwanger zal raken van een goddelijk kind. Drie wijze mannen volgen een ster naar de geboorteplaats van de "koning der joden".
Nadat Jezus gedoopt was door Johannes de Doper ging hij op weg naar Galilea. Daar koos hij twaalf apostelen (Grieks: apostolos, boodschapper van Christus). Deze apostelen werden na de dood van Jezus als zijn opvolgers beschouwd en werden verantwoordelijk voor de verspreiding van het christendom. Er ontstonden meningsverschillen over de voorschriften van de joodse wet (de christenen wilden bijvoorbeeld het ritueel van de besnijdenis afschaffen) en over de goddelijkheid van Jezus. Voor christenen was Jezus de incarnatie van God, maar volgens het jodendom kan een mens niet goddelijk zijn, en een God niet menselijk. Zo ontstond er wrijving tussen het christendom en het jodendom. Steeds meer joden beschouwden de titel "koning der joden" als godslastering. De claim dat Jezus de koning der joden was, werd door de Romeinse gezaghebbers als bedreigend ervaren. Jezus werd in Jeruzalem gearresteerd werd ten tijde van het joodse paasfeest. De Romeinse stadhouder Pontius Pilatus vond dat Jezus schuldig was aan verraad en veroordeelde hem tot de dood door kruisiging. Na de kruisiging beweerden een groepje volgelingen dat Jezus uit de dood herrezen zou zijn. Dit was voor hen het bewijs dat hij wel degelijk de Messias was. Ze verspreidden de boodschap dat hij de verlosser was, evenals Jezus' leer die gebaseerd was op naastenliefde. Deze verspreiding was het begin van het christendom
Van die naastenliefde is helaas in de meer dan duizend jaar daarna niet veel terecht gekomen, na een periode van Christenvervolgingen, die duurden tot het Keizerschap van Constantinus II, ca. 330 a.D., begon het Christendom meer macht te krijgen bij de bevelhebbers en koningshuizen in Europa. De "inquisitie" of "kerstening" volgde. De keizers Theodosius de Grote (379-395) en Justinianus I (527-565) benoemden reeds bepaalde personen die de naam inquisitor (onderzoeker) droegen voor het opsporen van ketters. In de Vroege Middeleeuwen werd met relatieve openheid gesproken over de inhoud van de leer. Dit bracht met zich mee dat er verschillende interpretaties van die leer waren, wat de eenheid van de Kerk niet ten goede kwam.
Het protestantisme kwam op in de late Middeleeuwen, zij veroordeelden bepaalde zaken uit de Katholieke leer. Ze werden aangevoerd door mensen als Luther en Calvijn, ze predikten o.a. dat je geen beelden in de kerken mocht zetten om te aanbidden en dat het niet correct was om met giften aan de kerk je schulden te kunnen afkopen. Ze geloofden ook niet dat de paus alleen maar goed was en altijd gelijk had. Protestantisme was streng verboden, wie betrapt werd werd ter dood veroordeeld, de brandstapel was een veel gebruikt afschrikmiddel.
Boze protestanten vernielden bij de Beeldenstorm in 1566 op veel plaatsen de heiligenbeelden in de katholieke kerken. De Spaanse katholieke koning Filips de Tweede werd woest en stuurde de strenge hertog Alva naar de Nederlanden om de daders te straffen en deze ketterij uit te roeien.
Deze geloofsvervolging werd een van de belangrijkste oorzaken van de Tachtigjarige Oorlog. De Inquisitie ging nu met dubbele hardheid aan het werk. Deze kerkelijke rechtbank spoorde de ketterij op en strafte streng. Overal werden mensen opgepakt en gemarteld om de namen van andere ketters te noemen. Een gerucht of een roddel was al genoeg om je voor die rechtbank te brengen. Die rechtbank werd ook wel de Bloedraad genoemd. Veroordeelde ketters werden levenslang in de gevangenis gestopt of onthoofd, levend begraven of verbrand. Bovendien werden hun bezittingen afgepakt, zodat hun familie alles kwijtraakte, zelfs het huis waarin ze woonden. Daarom zwierven in die tijd heel wat kinderen rond zonder woning of eten (en vaak ook zonder ouders).
Het aantal mensen dat door de Inquisitie in Nederland ter dood werd gebracht wordt vaak overdreven. Ongeveer 3000 moeten dat er zijn geweest, dat was destijds 1 op de 1000 mensen.
Hoax: Op 16 februari 1568 werden bij vonnis van het Heilig Officie (de Paus in Rome) alle inwoners van Nederland als ketters ter dood veroordeeld. Het Spaanse Koninklijk Besluit volgde tien dagen later en beval het vonnis onmiddellijk uit te voeren. Eeuwenlang is dit schokkende verhaal voor waar aangenomen. Pas in 1907 toonde de Leidse geschiedenis-professor P.J. Blok aan dat dit zogenaamde vonnis nooit heeft bestaan. Het was compleet verzonnen. De opstandige geuzen brachten deze leugen in de wereld om de bevolking over te halen hun kant te kiezen. Een vroeg voorbeeld van een propaganda-oorlog! 1 van de oudste Hoax-en die we kennen.
Niet alleen in nederland maar in heel Europa en over de hele wereld heeft het Christendom geprobeerd voet aan de grond te krijgen, met wisselend succes. Vaak was het Christendom een vreemde eend in de bijt waardoor wrijving in deze gebieden ontstond, hedentendage worden nog steeds vele mensen gedood omwille van een strijd om het geloof, niet alleen het christendom is hier natuurlijk schuldig aan, maar meer nog de mensheid zelf die elkaar geen vrijheid geeft in elkaars geloofsovertuiging, de gemoederen lopen veelal hoog op met vele doden als gevolg.
Ongeveer 1/3 deel van de wereldbevolking hedentendage is christen.

Chryseis

Ook wel Khryseis, dochter van Apollo's priester Chryses. Later wordt ze ook als "Astynome" beschreven. In de Middeleeuwen zien we haar terugkomen als Cressida.
Chryseis was door Agamemnon veroverd, samen met haar zus Briseis. Agamemnon nam Chryseis en Achilles kreeg haar zus. Beide dames waren bijzonder mooi en Agamemnon moest toegeven dat Chryseis nog mooier was dan zijn eigen vrouw. Na de gevangenname kwam Chryses bij Agamemnon om hem te vragen zijn dochter weer vrij te laten maar Agamemnon weigerde. Hierop werd Apollo zó boos dat hij een plaag door het hele leger heen liet razen en Agamemnon voelde zich genoodzaakt Chryseis door Odysseus terug te laten brengen.
Maar Agamemnon liet het hier niet bij: hij eiste Briseis op, waar Achilles ondertussen hopeloos verliefd op geworden was. Na het moeten afstaan van Briseis aan Agamemnon, trok Achilles zichzelf en zijn leger terug uit de Trojaanse oorlog en moesten de Grieken het zonder hem doen.
Uit later periode stamt het "Fabulae" van Hyginus, daarin wordt vermeld dat Chryseis nog een zoon heeft gekregen van Agamemnon.

Chrysostomos (Johannes) (ca. 347 - 407 a.D.)

Heilige en kerkleraar der Oosterse kerk. Geboren in Antiochië. Groot prediker. Werd in 374 een monnik, in 381 diaken (onderpriester) en in 386 priester. Werd in 398 plotseling patriarch van Constantinopel, waar hij werd geroemd om zijn welsprekendheid, zijn ascetisme (onthouding) en zijn goedgevendheid. Werd in 403 afgezet vanwege zijn strenge optreden tegen zedenbederf. De verontwaardiging van het volk hierover werd versterkt vanwege een toevallige aardbeving die tegelijkertijd plaatsvond en Chrysostomos werd in ere hersteld. Hij ging echter meteen weer gewoon door met het aanvallen van de moraliteit van het hof en werd daarom door keizer Arcadius verbannen naar Cucusus in Armenië. Ook daar ging hij door met zijn scherpe kritieken middels het schrijven van brieven, waarop hij wederom werd verbannen naar een nog afgelegener oord bij de Zwarte Zee. Hij overleed door de ontberingen van de reis. Zijn werk, waaronder vele briljante homilies, geven een zeer duidelijke beschrijving van het leven in Antiochië en Constantinopel van die tijd. Hij is echter niet de schrijver van de liturgie die zijn naam draagt.
 

Voetnoten: