Gedetailleerde informatie (ba)

Baia / Baiae

Baia, ook wel Baiae bij de oude Romeinen. Een badplaats aan de Westkust van Midden Italië in de buurt van Napels. Vanaf honderden jaren v.C. was het een toevluchtsoord voor de gegoede Romein, vooral keizers en andere grootheden kwamen daar graag om te genieten van de rust, de zee en de omgeving. Dat genieten liep regelmatig uit op orgieën en decadentie waar veel schrijvers zich kritisch over uit lieten. Baia heeft altijd onder heerschappij van Cumae gestaan maar was daardoor niet minder bekend. De laatste tijd is Baia niet meer zo in trek, het oude Baia is ook grotendeels door de zee verzwolgen.

Babylon (Poort van de god) / Babylonië

Het bijbelse Babel. Gelegen bij het tegenwoordige Hilla. Stad aan de oorspronkelijke loop van de Eufraat, ten zuiden van het huidige Bagdad. Lag in het hart van het tweestromenland (Mesopotamië). Al in teksten uit het derde millenium v.C. was er sprake van Babylonië, maar was toen nog niet zo machtig als de steden die destijds ten zuiden van Babylonië lagen. Het werd pas machtig toen Hammurabi (1792-1750 v.C.), de zesde koning van de semitische dynastie, vanuit het westen zich daar vestigde, koning werd en de beroemde toren (Ziggoerat) van Babel ging bouwen. Hun god Mardoek (Bel), werd de oppergod in het neo-Babylonische rijk. Hij had heel Mesopotamië onderworpen en het land bereikte onder zijn leiding een grote bloei. Literatuur, wiskunde, astrologie, astronomie en recht bereikten grote hoogten. In het Parijse Louvre bevindt zich een stèle waarop het wetboek van Hammoerabi is uitgebeiteld, deze stèle werd omstreek 1600 v.C. door Elamitische veroveraars naar Babylonië (voormalig Mesopotamië) gebracht. Herodotos (Grieks geschiedschrijver) en Clesias (lijfarts van de Perzische koning Ataxerxes II) hebben zéér uitgebreide reisverslagen geschreven over (nieuw)-Babylonië. Na Hammoerabi's dood, raakte Babylon in verval en werd door diverse volken overheerst, waaronder Hittieten, Kassieten en Assyriërs, deze laatsten hebben de resten van de stad verder helemaal verwoest onder hun koning Sennacherib. De stad werd geheel verwoest. In 604 v.C. werd door Nebukadnezar II Babylon herbouwd, daarna beleefde de stad zijn grootste roem. De Eufraat stroomde toen dwars door Babylon heen. Volgens Herodotos was de stadsmuur het meest bijzondere bouwwerk, de muur was zó breed dat twee wagens, beiden bespannen met vier paarden elkaar moeiteloos konden passeren boven op de muur. Later zijn delen van de muur blootgelegd, evenals een 19 meter lange laan, de processieweg genoemd, welke geheel was geplaveid met witte kalksteen en rode steenslag (breccia). Deze processieweg werd geflankeerd door muren, afgezet met blauwe glazuurtegels waarin zestig leeuwenreliëfs waren aangebracht. De weg liep door de Isjtarpoort naar de tempel van Mardoek, die door Nebukadnezar II was herbouwd. Achter deze tempel lag de (vervallen) toren, welke tot negen verdiepingen werd gerestaureerd (ca. 100 meter hoog). Deze toren werd door de Babyloniërs gekend als Etemenanki (Huis van de fundamenten van hemel en aarde). Nebukadnezar was ook degene die de hangende tuinen van Babylon liet bouwen (1 van de 7 wereldwonderen). Na de dood van Nebukadnezar raakte Babylonië snel in verval, de laatste koning was Nabonidus (556-539 v.C.), zijn zoon Belsassar trad als regent op. In 539 nam Cyrus de Grote de stad in en maakte van Babylonië een satrapie van het Perzische rijk. In 482 v.C. beval Xerxes de verwoesting van de stad, het verval werd nog groter doordat latere koningen van het rijk de stad geheel verwaarloosden. Zelfs Alexander de Grote heeft nog overwogen de stad te herbouwen, doch de Romeinen troffen haar ca. 200 v.C. al geheel verlaten aan. Babylon kennen we verder ook nog van de Babylonische ballingschap (Joodse volk), de Babylonische gevangenschap (pausen in Frankrijk), de Babylonische letterkunde en wetenschap, de Babylonisch-Assyrische kunst en godsdienst en de bekende Babylonische spraakverwarring (uitwaaieren der volkeren uit Babylonië en het ontstaan van verschillende talen daarna, aldus de Bijbel). Zie verder ook: Irak

Bad-tibira

Oude stad in Mesopotamië, één van de 5 steden van vóór de grote vloed, waarover gesproken wordt in de Sumerische koningslijst. Heeft volgens deze lijst de meeste tijd in de oudheid bestreken. Opgedragen aan de god Enki. Volgens de legendes stad van het metaal (ijzer, koper, mogelijk ook goud en zilver).

Bagdad (stad van de vrede)

Hoofdstad van Irak. In 762 aan de Tigris gesticht door de Abassieden onder leiding van Mansur, in de 9e eeuw cultureel centrum, van 1534-1917 behoorde het toe aan het Osmaanse rijk. Zie verder ook: Irak

Balikesir

Het ligt ongeveer waar de oude Romeinse stad Hadrianutherae lag. In het begin van de 14e eeuw was Balikesir een belangrijke stad van het Turkmeense emiraat Karasi, dat al snel werd opgenomen in het Ottomaanse rijk. De oude stad en zijn bazaar, die de bovenste hellingen bezetten, bevatten talrijke herbergen en moskeeën die dateren uit de vroege Ottomaanse periode. Onder de oude stad bevinden zich de moderne administratieve gebouwen, het treinstation, een lerarenopleiding en woonwijken. Balikesir, het centrum van een rijke landbouwprovincie, is via Kütahya per spoor verbonden met Izmir en Ankara. Industrieën produceren katoenen textiel, meel, vloerkleden en lederwaren. Het gebied rond Balikesir heeft een milder klimaat dan dat van Anatolië, en de rijke bodem produceert een gevarieerde oogst van granen, bonen, fruit, groenten, sesam, katoen, tabak en olijven. De streek is ook rijk aan mineralen: ijzer, lood, zink, antimoon, chroom, bruinkool en boraciet. In het gebied zijn veel oude historische en archeologische vindplaatsen, waaronder die in Edremit, Gönen en Kaz Daǧi (oude berg Ida).

Barbaren

Barbaren: een woord dat tegenwoordig vaak verwijst naar onbeschaafde mensen of slechte mensen en hun slechte daden. Het woord stamt uit het oude Griekenland en verwees aanvankelijk alleen naar mensen die van buiten de stad kwamen of geen Grieks spraken.
Het woord "barbaar" is afgeleid van het oude Griekse woord βάρβάρος (Bárbáros) dat 3.200 jaar geleden werd gebruikt toen een beschaving die moderne geleerden "Myceens" noemden, een groot deel van Griekenland regeerde. Het woord is geschreven op kleitabletten die gevonden zijn in Pylos, een grote Myceense stad op het Griekse vasteland. Een aantal geleerden heeft betoogd dat de "bar-bar" in het woord "barbaar" een poging kan zijn om een ​​stamelende stem te imiteren.
In de archaïsche periode (2700 jaar geleden) lijdt het geen twijfel dat een van de belangrijkste betekenissen van het woord taalkundig was: de Barbaren waren degenen die geen Grieks spraken. Niet-Grieks sprekende mensen konden vriendelijk of vijandig zijn. De Perzen die Griekenland binnenvielen, werden "barbaren" genoemd in de beschrijving van Herodotus van hun strijd tegen een door Sparta geleide troepenmacht bij Thermopylae. Vlassopoulos merkt op dat de oude Grieken het woord soms op een verwarrende en tegenstrijdige manier gebruikten. Een probleem dat ze hadden was dat de oude Grieken het niet eens waren over wie Grieks sprak en wie niet, in ieder geval tot rond de tijd van Alexander de Grote. Er bestond een verscheidenheid aan lokale en regionale dialecten, die in meer of mindere mate wederzijds begrijpelijk waren.
De betekenis van het woord "barbaar" zou enigszins veranderen wanneer de Romeinen (van wie velen geen Grieks spraken) het woord gebruikten om te verwijzen naar alle buitenlanders, vooral de grote verscheidenheid aan mensen die hun grenzen binnendrongen. Deze barbaren waren nooit verenigd. Sommigen plunderden het Romeinse Rijk, terwijl anderen bondgenoten werden. Er waren talloze groepen en hun loyaliteit veranderde in de loop van de tijd. Rome ging actief om met onder meer Goten, Vandalen, Herules, Sueves, Saksen, Gepiden, evenals Sarmaten, Alanen, Hunnen, Avaren, Picten, Carpi en Isauriërs". 1 van deze groepen, de Baiuvarii, paste soms hun schedels aan zodat ze een eivormig uiterlijk kregen.
De beroemdste "barbaar" uit deze periode was ongetwijfeld Attila de Hun. Hij regeerde over een enorm rijk dat andere barbaarse groepen beheerste. Aan het begin van zijn heerschappij verbond hij zich met de Romeinen tegen de Bourgondiërs. Later keerde hij zich om tegen de Romeinen en trok tegen hen op in Frankrijk. De Romeinen sloten zich vervolgens aan bij de Visigoten (ook "barbaren") en versloegen Attila.
Het woord "barbaar" had niet voor iedereen in het Romeinse rijk een negatieve betekenis. Rond 440 schreef de christelijke priester Salvianus dat "bijna alle barbaren, tenminste degenen die van hetzelfde ras en verwant zijn, van elkaar houden, terwijl de Romeinen elkaar vervolgen". Hij merkte op dat veel arme Romeinen zich tot de "barbaren" wendden voor hulp. "Ze zoeken ongetwijfeld de Romeinse menselijkheid onder de barbaren, omdat ze de barbaarse onmenselijkheid onder de Romeinen niet kunnen verdragen".
Over het algemeen kunnen we stellen dat hedentendage een Barbaar iemand is die zich Barbaars (niet volgens de huidige normen en waarden) gedraagt, alhoewel het woord veelal gebruikt wordt om een bepaalde bevolkingsgroep te bevooroordelen en in een negatief daglicht te stellen.

Bar-Kochba / Simon Bar Kosiba (Hebreeuws: sterrenzoon)

Joods verzetsstrijder. Leidde de opstand van het Joodse volk tegen de Romeinse overheersers na het door hen vernietigen van Jerusalem. De aanleiding van de opstand was het uitvaardigen van nieuwe wetten door Hadrianus en zijn plannen om op de plaats van Jerusalem een nieuwe nederzetting te bouwen met een heidense tempel. Bar Kochba wist Jerusalem te heroveren en 3 jaar lang te behouden, maar werd uiteindelijk verslagen wat 580.000 Joden het leven kostte. Vele andere Joden kwamen om van honger en dorst tijdens de 3 jaar lange belegering en nadien werden nog zeer velen gedeporteerd en terecht gesteld.

Batea

Ook wel Bateia, Iphise of Myrina. Dochter van koning Teucer. Koningin van de Amazonen die de Atlantianen versloegen van berg Atlas, die leefden aan de kust van een land waarvan beweerd werd dat daar de goden geboren zijn. Ze was leider van de Teucri die de inwoners van de Troas waren. Ze trouwde koning Dardanus, zoon van Zeus en Electra die Teucer als hun erfgenaam hadden aangewezen. Batea gaf haar naam aan een heuvel in de Troas die genoemd wordt in de Ilias. Van Dardanus kreeg ze als kinderen: Ilus, Erichtonius, Zacynthus en Idaea. De Grieken vertellen dat Arisbe de vrouw van Dardanus was, aangezien Arisbe eveneens een dochter van Teucer is wordt aangenomen dat beiden dezelfde persoon zijn.

Battus

Ook bekend als Battos. Battus I, stichter van Cyrene, ook bekend als Aristaeus of Battus Aristoteles. eerste koning van Cyrenaica met als hoofdstad Cyrene. De eerste Griekse koning in Afrika en begin van de dynastie der Battiaden. Gebeoren in een onbekend dorpje op het eiland Thera (Santorini). Zoon van Polymnestos en Phronima (prinses van Oaxus te Kreta). Gevlucht van Kreta kwam Phronima bij Polymnestus, lid van een Minische familie (de Euphemiden). Uit dit huwelijk werd Battus geboren. Koning Grinnus van Thera raadpleegde het orakel te Delfi vanwege de grote droogte op zijn eiland. Het orakel vertelde hem dat hij een stad moest gaan stichten in Lybië. De koning was daarvoor te oud en vroeg Battus dit van hem over te nemen. Na vele omzwervingen via Kreta en een tweede bezoek aan het orakel werden de zeelui door Corobius, een arme man naar de kust van Lybië geleid, echter door harde winden kwamen ze zowat bij de straat van Gibraltar (de zuilen van Hercules) aan wal in de handelsstad Tartessus. Het lijkt alsof de zendelingen om wat voor reden dan ook steeds maar niet konden besluiten en nadat zij voor een tweede maal terugkeerden naar Thera werden ze door de bevolking weggestuurd met de boodschap dat ze niet alleen moesten praten over een nieuw land maar ook de stad écht moesten gaan bouwen. Nadat ze eindelijk een plek vonden waar bewoning mogelijk was (in hun eerdere bevindingen zagen ze niets dan dor landschap waar niets kon groeien) vestigden ze zich daar 6 jaar lang, het stadje werd Aziris genoemd. De bevolking van de streek was hen aanvankelijk vriendschappelijk gezind maar na 6 jaar werden de heren vriendelijk verzocht ergens anders hun heil te gaan zoeken en zonden de Lybiërs gidsen met hen mee naar een vruchtbaarder gebied genaamd Irasa, mooi vruchtbaar landschap met een fontein van Apollo. Alhier werd door Battus Cyrene gesticht.
Battos liet alle kolonisten een eed afleggen, er bestaat een inscriptie waar de eed van Battos op staat. Battos was een mild en eerlijk heerser en slim genoeg om een groot en krachtig rijk te bouwen met de beperkte mogelijkheden die hem ter beschikking stonden. Battos ging als grote naam de geschiedenis in na zijn dood in 600 v.C., werd als held in vele gebieden geëerd en een beeld werd voor hem opgericht te Delfi door zijn nabestaanden. Hij wordt veelal weergegeven rijdende in een strijdwagen aangedreven door de nimf van Cyrene. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Arcesilaus I.
 

Voetnoten: