Thales van Milete ca. 624-546 v.C. was een pre-Socratische Griekse filosoof uit Milete in Klein-Azië en een van de zeven wijzen van Griekenland. De meesten, met name Aristoteles, beschouwden hem als de eerste filosoof in de Griekse geschiedenis. Aristoteles maakt melding van Thales' hypothese over de oerkracht van de natuur en de aard van de materie, de gedachte was dat alles betsaat uit 1 enkele stof: water. Bijna alle andere pre-Socratische filosofen volgden hem voor uitleg inzake deze ultieme stof, Thales stond bekend als werkelijk wetenschappelijk omdat hij nooit verwijst naar de mythologie maar zich voortdurend op feiten probeert te baseren. Door zijn aanpak noemt men hem "vader van de wetenschap", maar sommigen vinden dat die eer meer aan Democritus toekomt.
In de wiskunde beoogde Thales allerlei meetkundige problemen, zoals het berekenen van de hoogte van de piramides en de afstand van schepen voor de kust, op te lossen. Hij wordt geroemd vanwege het eerste gebruik van deductieve redenering in de meetkunde, de "stelling van Thales". Dientengevolge wordt hij geprezen als de eerste echte wiskundige en is de eerste bekende persoon aan wie een wiskundige ontdekking is toegeschreven.
Thebe
1: (Egypte) (Egyptisch: Weset of Net, Hebreeuws: No)
Egyptische stad in de oudheid, oorspronkelijk naam van een gouw met als hoofdstad Hermonthis. De stad Thebe ontstond toen vorsten van Thebe Egypte onderwierpen en als koningen van de 11e dynastie (ca. 2000 v.C.) regeerden. Bereikte de hoogste bloei onder het nieuwe rijk. Residentie van koningen der 18e dynastie en van Amon-priesters onder de 21e dynastie. Vele tempels en graven zijn bewaard gebleven.
2: (Griekenland)
Griekse stad in de oudheid, voornaamste stad van Nomos Boiotia. Volgens de mythologie zou de burcht Kadmea door Kadmos gesticht zijn. Na de slag bij Leuktra (371 v.C.) was het een korte tijd de voornaamste mogendheid in Griekenland. In 335 v.C. verwoest door Alexander de Grote, door Cassander hersteld (316 v.C.). In de huidige tijd (Nieuw-Griekenland) wordt het Thivai of Thive genoemd.
Thebe, belangrijkste stad van Boeotië, in het oude Griekenland. Het was oorspronkelijk een Myceense stad. Thebe is rijk aan legendes. Ergens voor 1000 v.C. werd Thebe gekoloniseerd door Boeotië en verving al snel Orchomenus als grootste stad van de regio. Aan het einde van de 6e eeuw v.C. begon het haar strijd met Athene om haar positie in Boeotië en in Griekenland te handhaven. In de Perzische oorlogen koos Thebe de zijde van de Perzen tegen de Atheners. Toen de Perzen verslagen waren werd Thebe gestraft, en alleen door tussenkomst van Sparta werd het van vernietiging gered. Thebe ondersteunde Sparta tegen Athene in de Peloponnesische oorlog, maar uit angst voor Spartaanse territoriale ambities, trok deze haar steun terug en bond het de strijd aan met Sparta. Sparta was in staat om een garnizoen in Thebe te plaatsen maar de stad werd bevrijd door 1 van haar grote generaals, Pelopidas na drie jaar belegering. Deze vrijheid werd verzekerd door de Spartaanse nederlaag bij Leuctra door de Thebaan Epaminondas. Thebe sloot zich aan bij Athene tegen Philippus II van Macedonië en deelde in de nederlaag bij Chaeronea in 338 v.C. Een opstand in Thebe veroorzaakte dat Alexander de grote het aanviel en vernietigde in 336 v.C.). Cassander herbouwde Thebe ca. 315 v.C. maar het kreeg zijn vroegere grootsheid nooit meer terug. Het moderne Thebe is gevestigd bij de Thebaanse Akropolis, waarvan een deel nog steeds overeind staat. Er zijn ook overblijfselen van de prehistorische stad en een tempel van Apollo.
Themis
In de Griekse mythologie één van de 12 titanen (6 zonen en 6 dochters van Gaea en Uranus). De alwijze, de godin van de gerechtigheid en uitvindster van de orakels en voorspellingskunst. Ze bewaakt de juiste orde of het juiste verloop der dingen. Ze is de godin van recht, wet en orde; heerseres over de seizoenen; beschermster van vergaderingen en de gastvrijheid. Haar naam is afkomstig van het Babylonische "Tiamat" (een zeeslang die de oermoeder personificeerde). Ook is het verwant aan het Chaldeese Thamte (zee). Verder zien we overeenkomsten met de Bijbelse en Joodse mythologie in de vorm van Naamah en heeft ze verbanden met Noach, in het Hebreeuws kennen we een "Tehom". Bij de Egyptenaren zien we eveneens een verwantschap in de persoon van Temu (afgrond waaruit de wereld ontstond). Ze zou de veroorzaakster van de zondvloed zijn én degene die daarna opnieuw mensen op de aarde zette. Ze wordt afgebeeld als een blinde of geblinddoekte vrouw; in haar handen draagt ze een weegschaal en de hoorn des overvloeds. De Romeinen noemden haar Justitia (een verengelsing van "Iustitia"). Moeder van de drie Moirae/Morai en de drie Horae/Horai. Eveneens de moeder van Astraea. Daarnaast wordt wel beweerd dat ze de moeder was van Prometheus en Epimetheus. Ze was getuige van de geboorte van Apollo. Themis, ook wel "zij met de mooie wangen" genoemd, was geen kwaad heerseres, ze wordt afgeschilderd als liefdevol en meedogend. Als zij werd genegeerd, dan velde de toornige Nemesis een oordeel.
De tegenwoordige geblinddoekte dame met weegschalen in haar hand is niet de verbeelding van de oorspronkelijke Themis, maar van de "modernere" Justitia. Ze wordt gezien als de oprichtster van het orakel van Delfi, in díe hoedanigheid worden haar kinderen (de orakelpriesteressen aldaar) de "themistes" genoemd.
Theodoric I
Theodoric I, koning van de Visigoten tussen 418 en 451. Hij was de schoonzoon van Alaric I. Met hem begint de dynastie van Tolosa. Het voltooide de vestiging van de Visigoten in Aquitaine en breidde hun domein uit naar Hispania. Hij stierf in 451, in de Slag om de Catalaanse Velden, waarin de federatie gevormd door de Romeinen, Visigoten, Alanen, Bourgondiërs en Franken de Hunnen van Attila versloeg, waaronder de Ostrogoten, de Skythen, de Heruli, de Gepiden, de Sarmaten en andere kleinere Germaanse stammen. Zijn zoon Thorismund volgde hem op, tot koning gekozen op het slagveld waar zijn vader was gevallen.
Theodorus (de herder en sterfelijke vader van de Ethiopische sibille)
Uit een inscriptie, gevonden in de vermeende grot van de sibille van Eritrea lezen we: "Ik ben Sibyl, dienares van Phoebus en de eerstgeboren dochter van een naiade. Erythrae is mijn geboorteplaats en Theodorus mijn sterfelijke vader". Echter: andere overleveringen vertellen dat deze Theodorus de vader was van de sibille van Delfi. De Franstalige Wikipedia zegt: "C'est la fille de Théodoros et d'une nymphe de l'Ida de Troade".
De Portugese Wikipedia zegt over Theodorus: "Era filha da ninfa Idea e de um pai mortal chamado Teodoro, pastor do monte Ida". Uiteraard behoeft deze Theodorus meer onderzoek, echter dat de oude overleveringen elkaar tegenspreken maakt dit onderzoek niet eenvoudig...
Theodosius I (de Grote) (347 - 395 a.D.)
Grootvader van Theodosius II. 379: medekeizer van Gratianus. Maakte in 382 een einde aan de verwoestingen door de Goten. Regeerde over het oosten. Versloeg in 388 Maximus die Gratianus van de troon had gestoten. Verenigde in 394 het hele Romeinse rijk voor het laatst onder één hoofd.
Theodosius II
Kleinzoon van Theodosius I, zoon van Arcadius.
Geboren 10 april 401 te Constantinopel (Istanbul) - overleden 28 juli 450.
Oost-Romeinse keizer van 408 tot 450. Hij was een zachte, wetenschappelijke, gemakkelijk te domineren man die moest toestaan hoe zijn regering in feite werd uitgevoerd door een opeenvolging van familieleden en ministers.
Hij werd co-emperor in 402 en alleenheerser van het Oosten na zijn vaders dood in 408. Gedurende zijn regeerperiode kreeg hij geen controle over het regeren van zijn rijk. Verscheidene malen tijdens zijn bewind zond Theodosius legers naar de Vandalen van Afrika, de Perzen en de Hunnen. Zijn generaals versloegen Perzische indringers in 422 en 447, maar de campagne tegen de Vandalen, die het grootste deel van Romeins Afrika in 429 bezet hadden, eindigde in een mislukking. Hij kon ook niet voorkomen dat de machtige Hunnen-leider Attila met zijn leger massale invasies in de Donau provincies organiseerde in 441-443 en 447.
Theodosius naam is gekoppeld aan drie belangrijke projecten maar de eerste, het oprichten van een ondoordringbare muur rond Constantinopel in 413, was eigenlijk het werk van Anthemius. Theodosius overleed aan de verwondingen opgelopen tijdens een jachtongeval. Zijn dochter Licinia Eudoxia trouwde met de West-Romeinse keizer Valentinianus III die regeerde van 425 tot 455.
Theseus
Griekse heros die niet alleen dapper en streng was, maar ook nog intelligent en wijs. Hij deed veel dingen ten gunste van Athene en zorgde voor het vestigen van de macht met handige politieke manouvres. He leidde het Atheense leger bij diverse campagnes en wordt gezien als de bedenker van de democratie waarbij hij zijn bijzondere krachten aan de eerste leiders overdroeg. Hij stond bekend als weldoener van de armen en de onderdrukten. Tijdens zijn volwassen worden keek hij voortdurend naar zijn oudere neef Heracles. Later zouden ze elkaars leven redden: Heracles met zijn kracht, Theseus met zijn wijsheid.
Op middelbare leeftijd ging het geestelijk minder goed met hem en ging hij rare dingen doen en verkeerde beslissingen nemen en veroorzaakte nogal wat problemen voor Athene. Uiteindelijk stierf hij in ballingschap en vonden de Grieken het niet eens de moeite waard om zijn lichaam mee naar huis te nemen. Generaties gingen voorbij zonder dat er veel aandacht geschonken werd aan de legendarische Theseus, tot tijdens de Perzische oorlogen Atheense soldaten melding maakten de geest van Theseus te hebben gezien en gingen geloven dat hij verantwoordelijk was voor hun overwinningen. De Atheense generaal Kimon kreeg een aanwijzing van het orakel in Delphi om de botten van Theseus te gaan zoeken en terug te brengen naar Athene. Zo geschiedde en Theseus werd herbegraven in een geweldige tombe, tevens een bedeplaats voor de onderdrukten.
Thessalië
Thessalië was een gebied waar we nederzettingen zien verschijnen al in het neolithicum in 5000 v.C. Myceense overblijfselen zijn er eveneens aangetroffen zoals bij het oude Iolcos, Dimini en Sesklo nabij het huidige Volos. Later wordt het thuisland van adellijke, aristocratische families de "Aleuaden" van Larisa en de "Skopaden" van Krannon. Deze families zouden later de Ampfictonische liga leiden. De Thessaliërs waren beroemd en berucht vanwege hun ruiterij.
In de zomer van 480 v.C. vielen de Perzen Thessalië binnen, even later capituleerde het. De Thessalische Aleuaden voegden zich bij de Perzen.
In de Peleponnesische oorlogen stonden de Thessaliërs vaak aan de zijde van Athene in de strijd tegen de Spartanen. In de 4e eeuw v.C. werd Thessalië Macedonisch grondgebied onder Alexander de grote en bleef Macedonisch ook tijdens de Romeinse tijd die het maar zo lieten. In 300 a.D. werd Thessalië een autonome provincie van Griekenland met als hoofdstad Larisa.
Thessaloniki
Thessaloniki in de Hellenistische periode
Thessaloniki werd in 315 voor Christus gesticht door koning Cassandros van Macedonië. Het werd al snel een zeer belangrijk centrum en een van de belangrijkste steden van het koninkrijk tijdens het Hellenistische tijdperk met beperkte politieke autonomie.
Thessaloniki in de Romeinse periode
Na de val van het koninkrijk Macedonië in 168 v.C. werd het een deel van de Romeinse republiek en werd het verder ontwikkeld tot een belangrijk handelscentrum dat Europa met Azië verbond via de Romeinse "Via Egnatia". De meeste imposante bouwwerken werden gebouwd tijdens de Romeinse tijd aangezien Thessaloniki 1 van de hoofdsteden was tijdens de Tetrarchie-periode, terwijl het ook een tijd lang als hoofdstad van alle Griekse provincies diende.
Tijdens de eerste eeuw na Christus en daarna werd de stad een van de eerste vroegchristelijke centra nadat Paulus de Apostel hier predikte. Tijdens het Byzantijnse tijdperk werd de stad verder ontwikkeld als de tweede belangrijkste stad van het rijk na Constantinopel zelf. In verschillende gebieden werden prachtige kerken en uitgebreide verdedigingsconstructies gebouwd.
In 1204, tijdens de vierde kruistocht viel de stad in handen van de kruisvaarders en zo werd het "Koninkrijk Thessaloniki" gecreëerd. In 1246 slaagden de Byzantijnen er echter in om het hele gebied te herstellen.
Thessaloniki in de Ottomaanse periode
Na 1430 veroverden de Ottomanen Thessaloniki, onder het bevel van Mourad II. Tijdens de Ottomaanse bezettingsperiode werd de stad opnieuw het belangrijkste commerciële en handelscentrum van het gebied en werd het van groot strategisch belang geacht vanwege de gevestigde handelsroutes. Het werd het nieuwe thuis voor veel etnische gemeenschappen (Sepharadieten) die o.a. de kunst, cultuur en architectuur aanzienlijk bevorderden. Tijdens de 19e eeuw, terwijl het Ottomaanse rijk uitgebreide reorganisatie- en moderniseringsinspanningen deed (Tanzimat), werden overal in de stad verschillende prachtige nieuwe gebouwen gebouwd. Het geleidelijk toenemende gebruik van stoom en de wijdverbreide verspreiding van de spoorwegen maakten van Thessaloniki het grootste industriële centrum van de Balkan. Enorme fabrieken werden gebouwd alsmede een nieuwe haven. De bevolking van de stad verdrievoudigde in de periode van 1840 tot 1912.
De bevrijding van Thessaloniki
Op 27 oktober 1912 tijdens de eerste Balkanoorlog bevrijdde het Griekse leger de stad, terwijl in 1917 een enorme brand bijna driekwart van het centrum verwoestte.
Thetis
In de Griekse mythologie een Nereïde, geliefd door Zeus en Poseidon. Toen Themis (godin van de gerechtigheid) openbaarde dat Thetis een zoon zou baren die zijn vader zou gaan overtreffen in grootsheid, gaven de twee goden haar gauw aan Peleus, koning van de Myrmidonen van Thessalië. Tetis die geen behoefte eraan had om een sterveling te trouwen, vermomde zich in allerlei gedaantes om aan Peleus te ontsnappen. Maar geassisteerd door de wijze cantaur Chiron, wist Peleus haar uiteindelijk toch te vangen. Hun huwelijk was het huwelijk waar de ruziegodin Eris de appel tusen de aanwezigen gooiden die later 1 van de oorzaken van de Trojaanse oorlogen zou blijken te zijn. Achilles was hun beroemdste kind maar volgens vele verhalen baarde Thetis in totaal 7 kinderen die allemaal omkwamen doordat zij hen onsterfelijk probeerde te maken, alleen Achilles bleef in leven omdat ze op het laatste moment werd verstoord tijdens de uitvoering van haar rituelen. Ze redde Zeus toen Poseidon, Hera en Athena tegen hem in opstand kwamen en ze redde zowel Hephaestus en Dionysus van de zee. Ze had een heiligdom te Sparta.
Thoas (III)
Koning van Lemnos. Zonn van Dionysus en Ariadne (dochter van de Kretenzische koning Minos). Volgens anderen echter was hij de zoon van Theseus tesamen met zijn broer Oenopion. Thoas kreeg de macht over Lemnos van Rhadamanthus, oom van Ariadne en regeerde daar totdat zijn dochter hem wegmoffelde de Egeïsche op. De mannen van het eiland werden namelijk door de vrouwelijke inwoners vermoord na massaal overspel van de mannen vanweg de stank die van hun vrouwen af kwam. Hij kwam aan op het eiland Oinoie waar hij de nimf raadpleegde met dezelfde naam, ze kregen een zoon "Sicinus" die later het eiland hernoemde naar zichzelf. Thoas kwam uiteindelijk in Tauris aan in de Krim waar hij koning werd en waar Artemis Agamemnons' dochter Iphigenie stageerde als priesters van haar tempel.
In het toneelstuk "Iphigenie op Tauris" wordt Iphigenie opgedragen haar broer Orestes te doden nadat zij een beeld van artemis had geprobeerd te stelen. Toen ze van elkaar ontdekten dat ze broer en zus (tweelingen) waren verzonnen een list, Orestes wil Thoas vermoorden maar Iphigenie wil hem in de luren leggen. Ze bezoekt Thoas en beweert dat het beeld bevlekt was met de zonde van moedermoord, dat dat de reden was waarom de ogen van het beeld gesloten waren. Thoas gelooft haar en geeft haar toestemming haar broer en zijn kameraad Pylades te wassen en gelast de bevolking binnenshuis te blijven zodat zij ongestoord haar werk kon doen. Iedereen ontsnapt met de hulp van Athena. Een boodschapper licht Thoas in en die stuurt meteen een klopjacht op het stel de deur uit maar Athena overtuigt hem en hij roept zijn mannen terug. Uiteindelijk wordt Thoas gedood door Chryses.
Thracië
Nieuwgrieks: Thráki, Latijns: Thracia, oude en moderne regio van de zuidoostelijke Balkan.
De historische grenzen van Thracië hebben gevarieerd bij de oude Grieken was het dát deel van de Balkan tussen de Donau rivier in het Noorden en de Egeïsche zee in het Zuiden, het wordt in het Oosten begrensd door de Zwarte Zee en de zee van Marmara en in het Westen door de bergen ten Oosten van de Vardar (Modern Grieks: Axiós of Vardárais) rivier. De Romeinse provincie Thracië was kleiner, met dezelfde Oost-maritieme grenzen en in het Noorden begrensd door het Balkangebergte; de Romeinse provincie was in het Westen alleen tot de Néstos-rivier uitgebreid. Sinds de Romeinse tijd, is Grieks Macedonië en het Westen van Grieks Thrace gescheiden door de Néstos. Het gedeelte van Thracië dat nu deel uitmaakt van Griekenland is begrensd door de Néstos-rivier in het Westen, het Rodopegebergte (Rodópi) in het Noorden, en de Maritsa (ook genoemd Évros) rivier in het Oosten. Het zuidelijke deel van Bulgarije en Europees Turkije, met inbegrip van het schiereiland Gallipoli, vormen de rest van de geografische regio van Thracië. Ongeveer een kwart van Thracië ligt in Turkije, ongeveer een tiende in Griekenland, en de rest in Bulgarije.
De oude Griekse en Romeinse historici zijn overeengekomen dat de oude Thraciërs, die van Indo-Europese afkomst en taal waren, superieure strijders waren. Alleen hun constante politieke fragmentatie verhinderde hen overwinning van de landen rond de noordoostelijke Middellandse Zee en hoewel deze historici de Thraciërs als primitief kenmerkten deels omdat ze in eenvoudige, open dorpen leefden, hadden de Thraciërs in feite een vrij geavanceerde cultuur die vooral bekend stond om zijn poëzie en muziek. Hun soldaten werden gewaardeerd als huurlingen, met name door de Macedoniërs en Romeinen.
De Grieken richtten verschillende kolonies aan de Thracische kust op, de meest opmerkelijke zou die van Byzantium worden. Anderen waren gesticht op de Bosporus, Propontis en het Thracische "Chersonesos" schiereiland. Op de Egeïsche zee stichtten de Grieken Abdera in de buurt van de delta van de Néstos en Aenus in de buurt van Alexandroúpoli. Verder naar het noorden op de zwarte zee (Golf van Burgas), richtten de Milesiërs Apollonia op (7e eeuw V.C.), en de Chalcedoniërs Mesambria (einde 6e eeuw V.C.).
De meeste Thraciërs werd onderworpen aan Perzië tussen 516-510 V.C. verenigden leden van de Odrysae stam een korte tijd hun collega-Thraciërs in een imperium, dat in 360 V.C. 3-en gesplitst werd en heel gemakkelijk door Philippus II van Macedonië kon worden overwonnen. De Thraciërs boden hulp aan Philippos' zoon, Alexander de grote, met hun waardevolle licht bewapende troepen tijdens zijn veroveringen. In 197 A.D., werd door Rome veel van Thracië toegewezen aan het Koninkrijk van Pergamum, hoewel het kustgebied ten westen van de Maritsa werd geannexeerd door de Romeinse provincie van Macedonië. In de 1e eeuw v.Chr., werd Rome directer betrokken bij de aangelegenheden van de hele regio, en dynastieke ruzies tussen de lokale Thracische heersers werd door keizer Claudius I het hele Thracische Koninkrijk in 46 A.D. tot een Romeinse provincie gemaakt. Keizer Trajanus en zijn opvolger Hadrianus, richtten steden op in Thracië, met name Sardica (moderne Sofia) en Hadrianopolis (moderne Edirne). Ongeveer 300 A.D. reorganiseerde Diocletianus het gebied tussen de lagere Donau en de Egeïsche zee tot het bisdom van Thracië.
In de 3e tot de 7e eeuw werd de bevolking van Thracië sterk veranderd door herhaalde Gothische, Visigothische en Slavische invasies en immigraties. In de 7e eeuw werd de Bulgaarse staat gesticht, en verloor Byzantium bijgevolg alle Thracië ten noorden van het Balkangebergte aan de Bulgaren. Gekweld door Byzantijnse burgeroorlogen in de 14e eeuw, viel Thracië keer op keer, tot het in 1453 door de Ottomaanse Turken werd ingelijfd die het vier eeuwen lang zouden blijven regeren. Russische ingrepen in de oostelijke Balkan resulteerden in de Russisch-Turkse oorlog (1828-1829 en 1877-1878), maar Rusland kon er niet in slagen om een "grooot Bulgarije" te stichten die de noordelijke delen van Thracië ten koste van Turkije zou bevatten. Het geheel van Thracië bleef daarom onder de Turkse overheersing. Tijdens de Balkanoorlogen (1912-1913) leed Thracië vreselijk. Na de eerste Wereldoorlog waren de grenzen van Griekenland, Bulgarije en Turkije in Thracië vastgelegd in de Verdragen van Neuilly (1919), Sèvres (1920) en Lausanne (1923), en na de Tweede Wereldoorlog bleven ze ongewijzigd.
Als gevolg van deze oorlogen en de beide gedwongen en vrijwillige bevolkings-uitwisselingen werd het etnische karakter van Thracië meer homogeen gedurende de 20e eeuw, alhoewel er nog steeds grote Turkse minderheden bestaan in Grieks en Bulgaars Thracië. De Turken in Grieks Thracië werden uitgesloten van de Grieks-Turkse bevolkings-uitwisseling van 1923, terwijl veel van de ontheemden Grieken uit Bulgarije en Turkije werden gesitueerd in westelijk Thracië. Een relatief klein aantal Turken uit Bulgarije werden hergevestigd in Turks Thracië. De moslimbevolking was vrijgesteld van repatriëring naar Turkije door het Verdrag van Lausanne in 1923, maar velen emigreerden na de toe-eigening van hun land in 1924 en daarna zette deze stroom zich verder voort vanwege de verslechterende betrekkingen tussen Griekenland en Turkije. De Griekse bevolking van de westelijke Thracië is snel gegroeid sinds 1923 en is nu de dominante bevolkingsgroep, over het algemeen genieten zij van een hogere levensstandaard dan de Turkse minderheid. Het Grieks heeft geleidelijk het Turks verdrongen als de onderwezen taal, zelfs in islamitische scholen. Spanningen tussen Grieken en de resterende moslims hebben geleid tot incidentele uitbarstingen van geweld. De meeste Thracische moslims zijn van Turkse afkomst en spreken ook Turks. De Pomaken, die eveneens Moslims zijn en een Bulgaars dialect spreken, zijn geconcentreerd langs de grens met Bulgarije. Er is ook een kleine groep van sedentaire Roma (zigeuners) die Romaans en Turks spreken.
Kwalitatief hoogwaardige Turks tabak, geteeld voornamelijk door moslims, is de grootste bron van inkomsten voor de regio. Maïs en rijst wordt geteeld op de laaglanden van de Evros-rivier en de vlaktes van westelijk Thracië. Wijngaarden zijn te vinden rond Alexandroúpoli, waar wijn wordt geproduceerd. Oesterteelt rond Keramotí en palingvisserij op Komotiní bieden uitvoer naar Midden-Europa. De verwerkende industrie van Thracië bestaat voornamelijk uit de verwerking van landbouwgewassen, verwerking van tabak en de productie van wijn.
Archeologische vindplaatsen waaronder Abdera, het huis van Democritus de 5e-eeuwse filosoof die de theorie van een atomair deeltje ontwikkelde, en het huis van Protagoras, een raadgever van Alexander de grote, en de loop van de Romeinse weg de "Via Egnatia" genaamd, trekken veel toeristen aan. Komotiní heeft een groot museum met objecten uit het oude Thracië. Komotiní is ook de locatie van de "Democritus Universiteit" sinds 1973 en van een Islamitisch secundair college.
Thyatíra
Oude stad in Klein-Azië aan de grens van Lydie en Mysië. De tegenwoordige namen zijn: "Ak-Hissar" oftewel: "wit kasteel" en "Tepe Mezarligi", gelegen in Turkije. Hier stond één van de zeven kerken uit het bijbelboek openbaringen/apokalyps 1:11 "schrijf op wat ge ziet in een boek en stuur het aan de zeven kerken: Efeze, Smyrna, Pérgamum, Thyatíra, Sardes, Filadélfia en Laodicea", alsmede dezelfde openbaringen/apokalyps 2:18-28 "en schrijf aan de engel van de kerk te Thyatíra: enz. enz.". Lydia, de vrouw uit het bijbelse boek handelingen 16:14, die purperen stoffen verkocht, kwam uit Thyatira. Volgens Stephanus Byzantius is de naam aan de stad gegeven door Seleucus I (Nicator), maar het is waarschijnlijker dat de oorsprong Lydisch was. Er was volgens Strabo een Macedonische kolonie gevestigd te Thyatíra. Verschillende goden werden er vereerd: Aesculapius, Bacchus, Artemis en vooral Apollo in wiens naams spelen werden georganiseerd. Vespasianus begon daar grote ondernemingen/(veld)tochten, ook Hadrianus is daar in 123 geweest, verder is Thyatíra eveneens door Caracalla in 215 bezocht. In het begin van de derde eeuw was Thyatíra grotendeels christelijk. Thyatíra was en is nog steeds beroemd om haar verfkunsten en verfstoffen. Tussen de ruïnes zijn inscripties gevonden die verwijzen naar het "kleurders-gilde" van destijds.