Gedetailleerde informatie (mo)

Mohammed (Arabisch voor: De Geprezene)

Stichter van de Islam, ca. 580-632. Uit een verarmde tak van de machtige Koeraisj-stam. Huwde de rijke weduwe Chadidja. Beleefde in 610 een religieuze crisis, waarin hij visioenen zag van de engel Gabriël. Trad op om zijn medeburgers in Mekka aan te sporen tot bekering van hun materialistische levenswijze en afgoderij, maar vond te Mekka weinig aanhang. Week uit naar Medina, waar zijn optreden een volledig succes werd. Zijn eerste kring aanbidders omvatte oorspronkelijk ook Joden, maar deze weigerden hem als profeet te zien, waarop Mohammed hen uit Medina verdreef. Daarop stelde hij de Ka'aba te Mekka als centraal heiligdom van zijn prediking. Conflicten met Mekka resulteerden in 630 tot onderwerping van die stad, die Mohammed als veroveraar binnentrok. Begin 632 verscheen hij pas weer in Mekka om persoonlijk aan de bedevaart deel te nemen. Mohammeds' openbaringen zijn verzameld in de Koran. De orthodoxe Islam beschouwd Mohammed niet als bovennatuurlijk wezen, maar als gewoon sterveling, die door de wil van Allah bestemd was de "laatste der profeten" te zijn. Ook het nieuwere wetenschappelijke onderzoek moet erkennen dat Mohammed een hoogstaande persoonlijkheid is geweest die, vooral in het begin van zijn optreden, een bezield prediker was. Wat uit zijn leven als theocratisch machthebber in Mekka bekend is, doet soms vermoeden, dat hij zijn bijzondere positie wist te gebruiken om, soms m.b.v. openbaringen, zijn gezag te doen zegevieren. Overigens bleef hij persoonlijk een eenvoudige levenswijze voeren: het enige opvallende was het grote aantal vrouwen, dat hij zich veroorloofde. Een belangrijk probleem is de vraag, in hoeverre en langs welke weg christelijke en joodse opvattingen op Mohammed en zijn prediking hebben ingewerkt. Dat deze vooral in de eerste periode een overwegende rol hebben gespeeld, is in de Koranteksten zeer duidelijk te zien. Sommige inrichtingen in de eredienst gaan ook ongetwijfeld op christelijke gebruiken terug. Mohammeds' naam wordt door een zeer groot percentage der huidige Islamitische mannen gedragen. Ook heeft de profeet een groot aantal afstammelingen door het huwelijk van zijn dochter Fatima met zijn neef Ali. Tenslotte genieten de mannen met wie Mohammed in Medina dagelijks verkeerde en die na zijn dood een grote rol in de godsdienstige en politieke ontwikkeling van de Islam hebben gespeeld, grote verering als de gezellen (sahãba) van de profeet. Mohammed ligt begraven in de moskee te Medina, die daardoor sindsdien een bedevaartplaats is geworden voor alle Moslims. Sedert de Wahhabieten Medina veroverd hebben, hebben zij echter aan deze, in hun ogen onpassende verering een eind gemaakt.

Mongolië

Gebied in Centraal-Azië, staatkundig behorend tot de Mongoolse republiek en China, het Chinese deel heet Binnen-Mongolië. In het Zuiden steppen en woestijngebied, de Gobi. In het Westen Altaigebergte. Mongolië is een gebied zonder afvloeiing dat van Noord naar Zuid trapsgewijs oploopt. Tegenwoordig voornamelijk Mongoolse Volksrepubliek (Bughut Nairam dakh Mongol Arat Ulus), hoofdstad: Oelan Bator. Het hoogste staatsorgaan is het Grote Volkscongres, het recht is naar Sovjetmodel en gewoonterecht. De bevolking bestaat voor 95% uit Mongolen, verder vnl. Kazaken en Russen. In de oudheid werd het gebied door veel verschillende aparte stammen bewoond (meestal Nomadisch). In de 12e eeuw eeuw verenigde de grote Dzjengis Kahn alle Mongolen in één rijk en veroverde, door overbevolking der Centraal-Aziatische steppen daartoe gedwongen, China, Noord-Iran, Afghanistan en Oezbekistan. Zijn rijk viel na zijn dood uiteen. Batoe drong van 1240-1242 Europa binnen en stichtte daar het rijk der Gouden Horde. In de 14e en 15e eeuw herleefde de Mongoolse macht onder Timoer Lenk, maar zijn rijk was in sterke mate verturkt en hij moest in 1506 het veld ruimen voor de Oezbeken. In het midden van de 16e eeuw ruimde tsaar Iwan IV de restanten der Gouden Horde op aan de Wolga (de khanaten Kazan en Astrakhan), maar het khanaat op de Krim heeft zich onder Turkse protectie tot ca. 1770 gehandhaafd. Een laatste poging tot Mongools machtsherstel in Centraal-Azië ging uit van Koeblajs nazaat Dayan Khan (1543), die het verbrokkelde Mongolië grotendeels herenigde. Onder zijn opvolger Altan Khan werden de Mongolen door Tibetaanse krijgsgevangenen tot het lamaïsme bekeerd. In het Mongoolse kernland, dat door Boeddhisme en Islam niet sterk beroerd was, had de bevolking voordien nog een Sjamanistische religie. Het lamaïsme droeg er evenzeer toe bij dat de Mongolen een vreedzaam volk werden. De lama's gingen het hele openbare leven beheersen en de hoogste lama, de choetoektoe, kreeg in feite ook de politieke leiding. De Mongolen woonden in deze tijd voornamelijk in Mogolië. In 1689 onderwierpen de Oost-Mongolen zich vrijwillig aan de Chinese keizer, terwijl de West-Mongolen begin 18e eeuw door China werden onderworpen en toen deels naar het Westen uitweken (Oiraten, Kalmukken). Mongolië genoot binnen het Chinese rijk autonomie, maar deze werd beknot, toen er eind 18e eeuw Chinese kolonisten naar Mongolisch gebied kwamen en weerspannige Mongolen steun gingen zoeken bij Rusland. In 1912 kreeg het land onder Russische druk autonomie. In 1917 stortte de Russische macht in Centraal-Azië in, waarna het gebied door een Chinees generaal werd onderworpen. Een nationale onafhankelijkheidsbeweging wist met Sovjethulp te zegevieren (1921). In 1924 werd de volksrepubliek Mongolië uitgeroepen, die in 1946 door China erkend werd.

Monofthalmos (382-301 v.C.) (Antigonos)

Koning van Macedonië en veldheer van Alexander de Grote. Stichter van de dynastie der antigonen. Na de dood van Alexander was hij meester over Klein-Azië en leider van de pan-Helleense bond. Riep zichzelf uit tot koning van Macedonië in 306. Werd aangesteld tot gouverneur van Phrygië in 333 v.C. en in 323 kreeg hij van Perdiccas eveneens de heerschappij over Pamphylië en Lycië. Na Perdiccas' dood in 321 kwam er een nieuwe verdeeldheid in het Macedonische rijk van Alexander de Grote. Versloeg Eumenes in 317 en definitief in 316 waarbij hij hem liet doden. Nam daarna Soesa in en deed zijn intrede in Babylon, het gebied van Seleucus, die op zijn beurt vluchtte naar Ptolemaeus' Egypte waar hij zich bij diens legger aansloot en waarna hij in een coalitie tesamen met Lysimachus en Kassandros opnieuw de strijd met Antigonos aanbond. Antigonos overwon Syrië en belegerde Tyrus voor meer dan een jaar lang in 314 v.C. Zijn zoon Demetrius werd in 312 in de slag om Gaza tegen Ptolemaeus' coalitie verslagen en verloor Babylonië. Demetrius overwon daarna in 306 Cyprus na een zeeslag waarna Antigonos een groot leger opbouwde en zichzelf tot koning van Macedonië kroonde. Na een mislukte inval in Egypte in 305 kon in 304 middels een verdrag Rhodos tot het rijk van Antigonos worden gerekend. Feitelijk was Antigonos voortdurend in strijd met Kassandros, Seleucus, Ptolemaeus en Lysimachus en werd uiteindelijk in 301 bij Ipsus verslagen en zelf door een speer gedood. Het grootste deel van zijn rijk ging naar Seleucus en Lysimachus.

Moirae/Morai

De drie dochters van Themis en Zeus, (óf samen met Themis uit de bronnen van Oceanos ontsproten), die het noodlot personificeerden. Ook wel Fates(Gr.), Parcae(Lat.) of Fatae(Lat.) genoemd. Zij controleerden de loop des levens, zowel voor de sterfelijken alsook voor de onsterfelijken en zowel vóór de dood alsook na de dood. Zelfs de goden vreesden hen en Zeus was, zoals het orakel van Delfi eens toegaf, aan hen ondergeschikt. Achtereenvolgens kennen we:
-Clotho: "de spinster", spon de draden van het leven op haar spinnewiel. Bij de Romeinen was ze "Nona (de negende)". Oorspronkelijk werd ze aangeroepen gedurende de negende maand van een zwangerschap.
-Lachesis: "de loter", trok de loten des levens. Ze mat de levensduur met haar staf. Bij de Romeinen kennen we haar als "Decima (de tiende)".
-Atropos: "de onvoorspelbare of onvermijdelijke", zij sneed de draad des levens door en koos de wijze waarop iemand zou sterven. Als ze met haar "verafschuwde scharen" een draad doorsneed, dan stierf iemand op aarde. Ze werd ook wel Aisa genoemd, bij de Romeinen was ze "Morta (Dood)".

Mopsus, zoon van Chloris

We kennen twee zieners uit de oudheid met de naam Mopsus, 1 was zoon van Apollo de andere (waar dit onderwerp over gaat) is de zoon van de godin Chloris en de god Zephyros (of Ampyx). Oorspronkelijk afkomstig uit Titaressa (Thessalië). Hij reisde mee met Jason en de Argonauten. deed de wijze uitspraak dat de Argonauten in het land van de Dodoniërs een heiligdom voor Hera moesten oprichten omdat de winden hen steeds maar ongunstig gezind waren. Hij stierf door een slangenbeet op de terugreis.

Mosul / Mosoel (Arabisch: Al Mawsil)

Proviciestad in Noord-Irak, aan de Tigris gelegen, tegenover de ruïnes van Ninivé. Het is de grootste stad in het Noorden van Irak en de derde stad van het land. Een belangrijke bron van inkomsten is de olie-raffinaderij. De stad heeft voornamelijk Arabische burgers, alhoewel in de streek er omheen veel Koerden wonen. Van de 8ste tot de 13e eeuw was mosul de belangrijkste stad van Noord-Mesopotamië, tot het werd vernietigd door de Mongolen. Tijdens de Perzische bezetting in de 16e eeuw en de Turkse bezetting van 1534-1918, bleef Mosul arm. Vanaf de bezetting der Britten na 1918, groeide het belang van de stad weer gestaag en heroverde Mosul zijn status als belangrijkste stad van de streek. De bezetting door Irak werd nog door Turkije aangevochten maar werd uiteindelijk toch een feit.
 

Voetnoten: