Gedetailleerde informatie (as)

Asarhaddon / Esur-Haddon

Koning van Assyrië, 680 - 669 v.C., onderdrukt een opstand van zijn broeders en geeft bevel tot de wederopbouw van Babylon. In een bondgenootschap met de Scythen dringt hij de Kimmeriërs terug en verovert Egypte tot Nubië. Nam alle Ethiopiërs in Egypte gevangen en transporteerde ze naar Assyrië. Maakt van Neder-Egypte een Assyrische provincie en trok verder op naar Ethiopië, daardoor berikte het Assyrische rijk haar grootste omvang ooit. Hij reorganiseerde de staatsadministratie, hield de bestaande gebruiken intact, maar stelde in Egypte Assyrische kopstukken aan en Egyptenaren die in Asyrië waren opgeleid. Egyptische specialisten werden ter meerdere eer en glorie van het Assyrische rijk gedeporteerd en ingezet voor de eigen wetenschap. Paarden waren zeer geliefd en werden allemaal geroofd en eveneens naar Assyrië overgebracht.

Ashnan

Ook Asjnan. Ze is te identificeren met Ashratum, wat de oudst bekende vorm van de naam van de Semitische godin Ashera is.
Ze was de godin van het graan in Mesopotamië, zij en haar broer Lahar, beiden kinderen van Enlil, zijn door de goden gemaakt om de Anunnaki van eten en kleding te voorzien. Maar toen bleek dat de Annunaki zelf niet in staat waren om de etenwaren en de grondstoffen te verbouwen werd de mens gemaakt om voor de Anunnaki te werken op het land en hen zo van het benodigde voedsel en grondstoffen voor kleding te voorzien.

Ashur (God en stad)

God: De hoofdgod van het oude Assyrië, die eveneens de rol aannam van Enlil en Marduk. Tevens god van oorlog. Z'n metgezellin was Ishtar, die het oorlogszuchtige temperament van haar man beantwoordde met het laten groeien van een baard die reikte tot haar borsten. Ashur was de beschermheer van de Assyriërs. Ashur wordt afgebeeld als half vogel/half mens, gewapend met pijl en boog, binnen een ring van zonnelicht.

Stad: Andere naam: Qal'at Sherkat, ook wel Assur. De oude stad Ashur is gesitueerd ongeveer 100 km. ten noorden van Mosul en Ninivé. Vandaag de dag ligt de stad Sharkat/Sherkat op de plek van het oude Ashur. De stad lag aan de westoever van de Tigris in Noord-Mesopotamië in een bijzondere ecologische zone, op de grens van droge en natte landbouw (irrigatie of voldoende regenval). Ashur beheerste een stuk land waarmee het een belangrijke oversteekplaats over de Tigris domineerde en had daarmee eveneens belangrijke karavaanroutes onder haar hoede. Het was de religieuze hoofdstad van de Assyriërs, het centrum voor aanbidding van de god Ashur en de godin Ishtar/Inanna. In Ashur werden eveneens de Assyrische koningen gekroond en begraven.

Rond 2500 v.C. werd de stad gebouwd, alhoewel het strategisch zwakker was dan Nimrud (Kala(k)h) en Ninivé, werd Ashur gehandhaafd vanwege haar religieuze betekenis. Uit de beginperiode kennen we o.a. de tempel van Ishtar uit de pre-Sargonidische periode (ca. 2300 v.C.). Ashur was de eerste hoofdstad van Assyrië tijdens de regering van Sjamsjiadad I (1813-1781 v.C.), de andere hoofdsteden waren: Kalkhu, Dûr, Sharrukin en Ninivé. Ashur was lastiger te verdedigen dan de andere plaatsen, mede vanwege het feit dat er veel minder mensen woonden. Tijdens de regeerperiode van Tukulti-Ninurta I (1260-1232 v.C.), bereikte Ashur haar hoogtepunt, het werd een stadstaat en handelsstad van zeer grote betekenis. In het eerste millennium v.C., gedurende de nieuw-Assyrische periode, verloor Ashur haar status als hoofdstad, maar bleef wel het religieuze centrum van het rijk. Rond 880 v.C. werd de hoofdstad Kal(k)h, ook toen bleef Ashur één van de belangrijkste religieuze- en handelscentra. In 614 v.C. werd Ashur veroverd, geplunderd en vernietigd door de Meden en de Babyloniërs, waarna het werd verlaten, maar opgravingen wijzen uit dat later, in de Partische periode, het gebied wederom bewoond werd, in de eerste en tweede eeuw a.D. zien we dan ook een opleving van de stad.

De binnenstad was omcirkeld door muren met een totale lengte van 4 km. Aan de oostkant van de stad werden gigantische havens/aanlegplaatsen gebouwd door koning Adad-Nirari (ca. 1295-1264 v.C.). Aan de noordkant van de stad was een hoge, steile rotswand, die als natuurlijke bescherming diende. Deze werd versterkt door een muur en een toegangspoort genaamd de "Mushlalu"; een toren gebouwd door Sennaherib (704-681 v.C.) welke waarschijnlijk de eerste in zijn soort was. Het zwakkere zuidelijke en westelijke deel van de stad werd versterkt met forten. In totaal zijn in Ashur 34 tempels te vinden en 3 paleizen waarvan de oudste door Sjamsjiadad gebouwd is, dit paleis werd later gebruikt voor begrafenissen van hooggeplaatste personen. Slechts enkele tempels en paleizen zijn werkelijk opgegraven. De huizen in het noordwestelijke deel van de stad bevatten familiebegraafplaatsen onder de vloeren. De onregelmatige opbouw van de stad geeft blijk van het respect dat er was voor de reeds gevestigde mensen, met wie dus rekening gehouden werd tijdens de uitbreidingen van de stad. Een aantal kleitabletten die dateren uit de periode van 1450-1250 geven ons een blik op de wetten die er destijds bestonden, vooral t.a.v. vrouwen.

De Ottomaanse sultan Abdul Hamid II, presenteerde de archeologische site aan keizer Wilhelm II, waarna in 1847 H. Layard voor het eerst proefopgravingen verrichtte. Van 1903 tot 1914 werden er meer systematische opgravingswerkzaamheden verricht onder het "Deutsche Orient-Gesellschaft" onderleiding van W. Andrea. Van 1988 tot 1990 zijn er opgravingswerkzaamheden geweest door de vrije Universiteit van Berlijn onder R. Dittman en de universiteit van München onder B. Hrouda. Tussendoor, resp. in 1853 en 1945 hebben eveneens expedities plaatsgevonden. De opgravingen in Ashur tonen een prachtig compleet beeld van de ontwikkeling aldaar vanaf de Sumerisch/Akkadische periode, tot de Parthische periode met daartussenin uiteraard de Assyrische periode(s). Vele gevonden gebouwen kunnen niet helemaal opgegraven worden vanwege hun grootte, door een diepe sleuf weten we dat er al bewoning was in het derde millennium v.C.

Heden ten dage zit de site in een benarde positie: het wordt mogelijk slachtoffer van de aanleg van een dam (Makhoul dam), het bevindt zich in het gebied dat is aangewezen als waterbekken. De bedoeling van de dam is het vasthouden van het water voor de agrariërs, die onder droogte te lijden hebben vanwege de eerdere aanleg van dammen in de Tigris meer stroomopwaarts.

Asia

Benaming voor de Romeinse provincie die het westelijk deel van Klein-Azië en de eilanden voor de kust omvatte. Werd in 129 v.C. gevormd uit het, door koning Attalus III Philometor in 133 nagelaten, Pergamum. Nadien vonden vele opstanden en veldslagen plaats tussen de weerbarstige bevolking en het Romeinse rijk, waaronder we o.a. de Romeinse strijd zien tegen Aristonicus (broer van Attalus) en de eerste Mithridatische Oorlog (88 v. Chr.) aangevoerd (aan Asia-zijde) door Mithridates VI van Pontus. Gaius Julius Caesar Octavianus (Augustus) maakte in 27 v. Chr. Asia tot een senatoriële provincie onder het bestuur van een proconsul. In de keizertijd herstelde de welvaart zich weer in Asia.

Asklepios

Bij de Romeinen Aesculapius (herken: de aesculaap oftewel het teken van een arts; de slang die tegen een stok omhoog kruipt). God van de geneeskunde in de oude Griekse mythologie, volgens de overleveringen als sterveling geboren, maar na zijn dood onsterfelijk gemaakt. Zoon van Coronis en Apollo, maar Coronis werd verliefd op Ischys, wat door een kraai aan Apollo werd meegedeeld, die zijn zuster Artemis er opuit stuurde om Coronis te doden. Haar lichaam werd op de brandstapel verbrand, wat tot gevolg had dat de witte veren die de kraai destijds nog had, voorgoed zwart geblakerd werden door de rook. Apollo redde de baby en gaf hem aan de centaur Chiron om verder op te voeden. Phlegyas, de vader van Coronis werd woedend en brandde de Apollo-tempel te Delfi volledig plat, waarna hij door Apollo op zijn beurt weer werd gedood. Van Chiron leerde Asklepios de kunst van de chirurgie, ook leerde hij van Chiron het gebruik van drugs, medicijnen en liefdesdrankjes. Asklepios werd gedood door de bliksem van Zeus, waarschijnlijk omdat hij de natuurwetten overtrad door de doden weer tot leven te wekken, in antwoord daarop doodde Apollo de Cyclopen. Zeus plaatste de overleden Asklepios aan het firmament (de sterrenhemel) in de vorm van de sterrengroep "Ophiuchus" (slangendrager). Ter ere van Asklepios werden later slangen vaak gebruikt in helingsrituelen en daarvoor bestemde tempels, er ontstond zelfs een cultus naar zijn naam. Deze tempels werden "asclepieion" genoemd. Pelgrims kwamen daar om te slapen in deze tempels, waarna ze hun dromen aan een priester vertelden die hen dan meestal voorschreef dat ze naar één van de baden of het gymnasium moesten gaan. Asklepios was getrouwd met Salus (of Epione) en kreeg 5 dochters en 3 zonen. Zijn bekendste heiligdom was dat te Epidauros in het noordoosten van de Peloponnesos. Zijn attributen waren de staf en de haan.

Assaracus

Zoon van Tros en Calirrhoe, dochter van Scamandrus. Koning van troje en gehuwd met Hieromneme, dochter van Simoeis, die hem als zoon Capys gaf, de vader van Anchises. Volgens enkelen was Clytodora zijn vrouw, dochter van Laomedon.

Assurbalit / Ashur-Uballit I

Koning van Assyrië in het oude Mesopotamië van 1365-1330 v.C. Maakte Assyrië vrij van de Mittani door Shuttarna II te verslaan en breidde het rijk verder uit. Is schrijver van één van de "Armana-brieven", een waardevolle bron van informatie voor historici.

Assurbanipal / Ashurbanipal

Koning van Assyrië van 669 - 633 v.C. Waarschijnlijk overleden in 626 v.C. Zoon en opvolger van Asarhaddon. Hij was de laatste van de grote koningen van Assyrië. Verdreef Taharka uit Egypte en plaatste Necho aan de top, waarna Necho's zoon Psamtik, in opstand kwam en het gebied voorgoed voor Assyrië verloren ging. Ondertussen was Assurbanipal een veldtocht aan het houden tegen de Elamieten en de Chaldeërs. Zijn broer Shumashshumukin leidde eveneens een opstand tegen hem tesamen met de andere vijanden van Assyrië. Deze opstand werd met grote moeite onderdrukt en uit wraak nam Assurbanipal in 648 v.C. Babylon in en vermoordde het grootste deel van de bevolking. Daarna versloeg hij elam en vernietigde Soesa. De beroemde leeuwenjacht-reliëfs uit het koninklijk paleis van Ninivé dateren van zijn regeerperiode en zijn één van de mooiste stukken uit de kunstgeschiedenis van Assyrië. Assurbanipal was zéér leergierig; opgravingen hebben 22.000 klei-tabletten blootgelegd die toonaangevende informatie verschaffen m.b.t. tot onze kennis van het oude Mesopotamië. Onder deze tabletten vonden we verhalen over de "vloed" en scheppingsverhalen, evenals geschiedkundige en wetenschappelijke teksten. Alhoewel twee van zijn zonen nog zéér kort na zijn aftreden de leiding hadden, eindigde het Assyrische rijk bij Assurbanipal. Een paar jaar nadien ging Assyrië op in het Medisch/Perzische rijk. Werd waarschijnlijk Osnapper/Asnappar bij de Samaritanen genoemd en Sardanapalus bij de Grieken.

Assurnasirpal II / Ashur-Nasir-Apal II

Koning van Assyrië in het oude Mesopotamië, begin 1e millennium v.C. Bekend om zijn wreedheden. Na het herstel van Assyrië onder zijn voorgangers, bouwde Assurnasirpal zijn paleis in Kalah, wat de hoofdstad van het rijk werd i.p.v. Ninivé. De overwonnen gebieden in het oosten en westen werden door hem geconsolideerd en hij bouwde de westelijke Middellandse-Zeeroutes verder uit tot belangrijke handelswegen. In zijn paleis vinden we veel inscripties terug over zijn veroveringstochten, we lezen: "stad na stad overwon ik, ik doodde veel inwoners, ik vernietigde, ik maakte alles met de grond gelijk en brandde alles plat inclusief de mensen. De mannen nam ik mee naar buiten de stadsmuren, waar ik ze ten overstaan van de poort op palen vastbond zodat ze gespietst werden".
Door deze inscripties hoopte men naar buiten toe angst in te boezemen en de eigen soldaten op te zwepen tot even zo gruwelijke gewelddaden, met als doel: afschrikking in de hoop dat de vijand zich zonder slag of stoot overgeeft. Een ander voorbeeld kennen we van een Syrische stad, waarvan de pro-Assyrië gouverneur werd vermoord, Assurnasirpal ondernam een campagne tegen de opstandige stad en versloeg de tegenstanders. Ten overstaan van de inwoners liet hij de leiders van de stad naar buiten brengen en levend villen waarna sommigen op palen werden gespietst. Anderen werden onthoofd, de hoofden op een berg gegooid welke geheel bekleed werd met de huid van anderen, in het midden werden palen gestoken waarop mensen werden gespietst, evenals in een cirkel om de hoop heen, waarna alles in brand werd gestoken. Jongens en meisjes werden naar buiten gebracht en levend verbrand. Nadien werd een andere gouverneur geïnstalleerd en de regio om de stad heen tot overgave gedwongen. Ter verdediging van het rijk verder werd om het hele gebied heen een bufferzone aangelegd met garnizoenen, de handel kwam tot grote bloei, nog enkele honderden jaren zou men kunnen naprofiteren van de expansiedrift van Assurnasirpal II.

Assyrië

In de oudheid 1 der grote wereldrijken, waarvan het gebied om de stad Assur het kernland was, dat zich van het gebied ten westen van de Tigris had uitgebreid naar het oosten. Het werd doorstroomd door de Tigris en de Boven- en Beneden Zab en was vruchtbaarder dan Mesopotamië. Het hoofdbestaansmiddel vormden veeteelt en graanbouw terwijl het land uitstekende pottenbakkersklei en bouwsteen leverde. De hoofdsteden waren achtereenvolgens: Assur/Ashur, Kalah, Ninivé, Renen(i) en Arbela. Oorspronkelijk (aan het einde van het derde millennium v.C.) was Assyrië in sterke mate afhankelijk van Soemerië en de Akkadiërs, maar Babylonische koningen ontwikkelden daar de handel en na overheersing door respectievelijk Babyloniërs en Akkadiërs, gevolgd door een Assyrische opleving rond 1700 v.C. en weer een verovering van Assur door de Hettieten en de Mittani werd het land onder Assurballit I vrij en nam de expansie een aanvang. Spoedig werd Babel (Babylon) veroverd, maar interne twisten deden deze winst weer verloren gaan. Onder Tiglatpileser I herrees de macht van Assyrië, hij breidde het gebied uit tot de Middellandse Zee en de Perzische Golf, maar na zijn dood stortte het rijk weer ineen. Onder Assurnasirpal II en zijn zoon Salmanassar III brak een nieuw tijdperk van veroveringen aan, zij breidden het rijk uit tot in Syrië, maar werden bedreigd door het nieuwe koninkrijk Urartu (Armenië), dat ook tijdens hun opvolgers een gevaar voor het Assyrische rijk bleef, dit vooral i.v.m. de herhaaldelijke Babylonische opstanden. Tiglatpileser III bracht redding: Babylonië, Syrië (Damascus), Egypte en Urartu werden onderworpen. Tiglatpilesers zoon bleef echter kinderloos en Sargon II , die een gunsteling was van de Babylonische priesterschap kwam op de troon. Onder hem en zijn opvolgers bleef de situatie zo goed als gehandhaafd. Sanherib was anti-Babylonië en verwoestte Babylon, hij werd vermoord en de Babylonië-gezinde Assarhaddon volgde hem op en herbouwde Babylonië. Armenië en Klein-Azië werden door hem prijsgegeven. Onder Assurbanipal maakte Egypte zich weer zelfstandig (ca. 645 v.C.). Na zijn dood kwam het rijk der Chaldeeërs onder Naboplassar op, deze verbond zich met de Meden, veroverde Assur en Ninivé en bezegelde het lot van Assyrië dat verdeeld werd onder de Meden en de Chaldeeën.
Zie verder ook: Irak

Assyrische koningen en overheersers

Dynastie Datum Koning Opmerkingen
Shamshi-adad 1813 - 1781 v.C. Shamshi-Adad I Verenigde diverse stad-staten tot één groot Assyrisch rijk
Shamshi-adad 1810 v.C. : De Assyriërs vestigen een rijk dat zich uitstrekte van het Zagros gebergte tot aan de Middellandse Zee.
Shamshi-adad 1780 - 1741 v.C. Ishme-Dagan I Zoon
Shamshi-adad 1760 v.C. : De Assyriërs worden verslagen door de Amorieten onder Hammurabi. Assyrië wordt een deel van het Babylonische rijk.
Shamshi-adad 1740 - 1730 v.C. Mut-Ashkur .
Shamshi-adad 1730 - 1727 v.C. Rimu- (rest van naam onbekend) .
Shamshi-adad 1726  v.C. Asinum .
Shamshi-adad 1726 - 1707 v.C. Puzur-Sin Overheerser
Shamshi-adad 1706 - ? v.C. Ashur-dugal Overheerser
Shamshi-adad : Ashur-apla-idi Overheerser
Shamshi-adad : Nasir-Sin Overheerser
Shamshi-adad : Sin-Namir Overheerser
Shamshi-adad : Ipqi-Ishtar Overheerser
Shamshi-adad 1701 v.C. ? Adad-salulu Overheerser
Adasi 1701 v.C. Adasi Laatste van de overheersers. De nieuwe dynastie zou blijven tot 1014 v.C.
Adasi 1700 - 1691 v.C. Belu-bani .
Adasi 1690 - 1673 v.C. Libaia .
Adasi 1673 - 1661 v.C. Sharma-Adad I .
Adasi 1661 - 1649 v.C. Iptar-Sin .
Adasi 1649 - 1621 v.C. Bazaia .
Adasi 1621 - 1615 v.C. Lullaia .
Adasi 1615 - 1601 v.C. Kidin-Ninua .
Adasi 1601 - 1598 v.C. Sharma-Adad II .
Adasi 1598 - 1585 v.C. Erishum III .
Adasi 1585 - 1579 v.C. Shamshi-Adad II .
Adasi 1579 - 1563 v.C. Ishme-Dagan II .
Adasi 1563 - 1547 v.C. Shamshi-Adad III .
Adasi 1547 - 1521 v.C. Ashur-Nirari I .
Adasi 1521 - 1497 v.C. Puzur-Ashur III .
Adasi 1497 - 1483 v.C. Enlil-Nasir I .
Adasi 1483 - c.1475 v.C. Nur-Ili .
Adasi 1475  - 1392 v.C. : De Assyriërs worden geannexeerd door het Hoerritische rijk der Mittani, hierop volgen hun leiders als vazallen.
Mittani vazallen 1475 - 1472 v.C. Ashur-Shaduni .
Mittani vazallen 1472 - 1452 v.C. Ashur-Rabi I .
Mittani vazallen 1452 - 1432 v.C. Ashur-Nadin-Ahhe I .
Mittani vazallen 1432 - 1426 v.C. Enlil-Nasir II .
Mittani vazallen 1426 - 1419 v.C. Ashur-Nirari II .
Mittani vazallen 1419 - 1410 v.C. Ashur-Bel-Nisheshu .
Mittani vazallen 1410 - 1402 v.C. Ashur-Rim-Nisheshu .
Mittani vazallen 1402 - 1392 v.C. Ashur-Nadin-Ahhe II .
Assyrisch rijk 1392 - 1365 v.C. Eriba-Adad I Zette het Adasi-huis door.
Assyrisch rijk 1365 - 1330 v.C. Assur-Uballit I Legde de funderingen van het rijk.
Assyrisch rijk 1338  - 1307 v.C. : Een periode van onrust door invallen van volken uit de Taurus bergen. Veroverden Arik-den-ili voor enkele jaren, maar werden met succes teruggedreven.
Assyrisch rijk 1329 - 1319 v.C. Enlil-Nirari .
Assyrisch rijk 1319 - 1307 v.C. Arik-Den-Ili .
Assyrisch rijk 1307 - 1274 v.C. Adad-Narari I Eerste van drie bijzonder succesvolle heersers.
Assyrisch rijk 1274 - 1244 v.C. Shalmaneser I .
Assyrisch rijk 1244 - 1207 v.C. Tukulti-Ninurta I Of 1235-1198 v.C.. 
Assyrisch rijk 1244 - 1207 v.C. : Tukulti-Ninurta begint met een serie van veroveringen, na eerst Babylon in te nemen.
Assyrisch rijk 1207 - 1203 v.C. Ashur-Nadin-Apli .
Assyrisch rijk 1203 - 1197 v.C. Ashur-Nirari III .
Assyrisch rijk 1197 - 1192 v.C. Enlil-Kudurri-Usur .
Assyrisch rijk 1192 - 1180 v.C. Ninurta-Apil-Ekur I .
Assyrisch rijk 1180 - 1179 v.C. Ashur-Dan I .
Assyrisch rijk 1179 v.C. ? Ninurta-Tukulti-Ashur .
Assyrisch rijk 1179 - 1135 v.C. Mutakkil-Nusku .
Assyrisch rijk 1135 - 1134 v.C. ? Zoon, streed om de troon met jonge broer.
Assyrisch rijk 1134 - 1133 v.C. ? Broer
Assyrisch rijk 1133 - 1112 v.C. Ashur-Resh-Ishi I .
Assyrisch rijk 1112 - 1076 v.C. Tiglath-Pileser I / Tikulti-apal-Esharra Herstel van het middenrijk.
Assyrisch rijk 1115 - 1076 v.C. : Tiglat-Pileser breidt de macht van Assyrië uit door Syrië en Armenië in te nemen.
Assyrisch rijk 1076 - 1075 v.C. Ashared-apil-Ekur Zoon ?
Assyrisch rijk 1075 - 1057 v.C. Ashur-bel-kala Zoon van Tiglat-Pileser
Assyrisch rijk 1075 - 934 v.C. : Vanaf dit moment steeds meer Aramese invallen waardoor een eeuw lang het Assyrische rijk steeds verder verzwakt.
Assyrisch rijk 1056 - 1055 v.C. Eriba-Adad II .
Assyrisch rijk 1054 - 1051 v.C. Shamshi-Adad IV .
Assyrisch rijk 1050 - 1032 v.C. Ashurnasirpal I .
Assyrisch rijk 1031 - 1020 v.C. Shalmaneser II .
Assyrisch rijk 1019 - 1014 v.C. Ashur-Nirari IV .
Assur-Rabi 1013 - 973 v.C. Ashur-rabi II .
Assur-Rabi 972 - 968 v.C. Ashur-resha-ishi II .
Assur-Rabi 967 - 935 v.C. Tiglathpileser II .
Assur-Rabi 935 - 911 v.C. Ashur-Dan II Herbouwde Assyrië binnen zijn natuurlijke grenzen.
Assur-Rabi 911 - 889 v.C. Adad-Nirari II .
Assur-Rabi 889 - 883 v.C. Tukulti-Ninurta II .
Assur-Rabi 883 - 858 v.C. Ashur-Nasir-Pal (Ashurnirari) II Breidde Assyrië uit tot de Middellandse-Zee
Assur-Rabi 884 - 824 v.C. : Assyrië rondt de verovering van Syrië af en doodt de Syrische koning. Overwinnen eveneens Palestina, de rest van Armenië, Babylon en het rijke deel van Zuid-Mesopotamië.
Assur-Rabi 858 - 824 v.C. Shalmaneser III Doodde Ahab van Israël in een slag in 840 v.C.
824 - 722: Diverse koningen, wordt nog aan gewerkt
Sargonidische periode 722 - 705 v.C. Sargon (Sharru-kîn) II .
Sargonidische periode 722 - 720 v.C. : Sargon vernietigt en onderwerpt Israël, Moab, Ammon, Palestina en de Meunieten (ten zuidwesten van Judea). Zette het Assyrische systeem voort van deportatie van bewoners uit de bezette gebieden en verjaagt de Hebreeërs uit Israël.
Sargonidische periode 705 - 681 v.C. Sennacherib (Sin-ahhê-eriba) Gedood door zijn zonen voor de vernietiging van Babylon.
Sargonidische periode 681 - 669 v.C. Esarhaddon (Ashur-aha-iddin) .
Sargonidische periode 669 - 633 v.C. Ashurbanipal (Ashur-ban-aplu) Versloeg Elam in 639, overleed 627
Sargonidische periode 633 - 626 v.C. . Assurbanipal heeft twee zonen; tweelingbroers en wijst Assur-etil-ilani aan als zijn opvolger. Zijn tweelingbroer Sin-shar-ishkun herkent niet de macht van zijn broer en begint een burgeroorlog die hij uiteindelijk wint.
Sargonidische periode 626 - 621 v.C. Ashur-etil-ilâni .
Sargonidische periode 626 - 612 v.C. Sin-shar-ishkun .
Sargonidische periode 626 v.C. : Opstand van de Babyloniërs tegen de Assyrische overheersing.
Sargonidische periode 614 v.C. : Assur valt aan de Meden.
Sargonidische periode 612 - 609 v.C. Ashur-uballit II Het rijk stort ineen met de val van Kalah en Ninivé. Medië en Babylonië verdelen de restjes. Sin-shur-ishkun komt om in de vlammen in zijn brandende paleis. De bevelhebber van het westelijke Assyrische leger dat gevestigd was in Haran, claimt de kroon en noemt zichzelf net zoals de stichter van het rijk.
Sargonidische periode 610 v.C. : Haran wordt veroverd maar niet geheel vernietigd.
Sargonidische periode 609 v.C. : De resterende Assyriërs geven zich over.
Sargonidische periode 350 v.C. : Men doet een poging om het Assyrische rijk te herstellen, die eindigt in een desillusie en het castreren van 400 Assyrische leiders als straf.
Sargonidische periode 284 a.D. : Het Sassanidische Perzië sluit een verdrag met Rome waarbij Mesopotamië een Romeinse provincie wordt.

Astraea

In de Griekse mythologie "sterrenmaagd", dochter van Zeus en Themis. Samen met haar moeder waren zij de personificaties van de rechtvaardigheid. Ze was de laatste van de onsterfelijken die gedurende de "gouden eeuw" tezamen met de mensen leefden. Toen de mensheid slecht werd, steeg zij als laatste op naar het firmament, alwaar zij het sterrenbeeld maagd werd. Haar weegschalen werden het sterrenbeeld weegschaal (die daar dichtbij staat).
 

Sociale (en andere) dingen: