Gedetailleerde informatie (es)

Esagila

"Huis waarvan de top hoog is", Sumerische naam voor het tempelcomplex gewijd aan de belangrijkste Babylonische godheid Marduk in het centrum van Babylon, dat naast de Marduk-tempel op de begane grond, de tempeltoren (ook Etamananki/de toren van Babel genoemd) omvat die erbij hoort alsmede een groot aantal heiligdommen van verschillende goden en grote binnenplaatsen met bijkeuken. In de gelijkvloerse tempel bevonden zich de waardevolle cultbeelden van Marduk en zijn vrouw Zarpanitum, die daar haar eigen kamers tot haar beschikking had. Het Esagila-complex lag in het centrum van Babylon. Mensen die de Esagila binnenkwamen, kwamen eerst op een grote binnenplaats (40x70 meter), daarna een tweede binnenplaats (40x25), en zagen uiteindelijk het heiligdom zelf, dat bestond uit twee heilige kamers: een voorkamer en het 'heilige der heiligen' waar de priesters het cultusbeeld van Marduk en zijn gemalin Zarpanitum dienden.

Esarhaddon

Esarhaddon, ook wel gespeld als Essarhaddon / Ashur-aha-iddina ("Ashur heeft mij een broer gegeven"), koning van Assyrië 680-669vC, afstammeling van Sargon II.  Esarhaddon is vooral bekend vanwege zijn verovering van Egypte in 671.
Hoewel hij niet de oudste zoon was, was Esarhaddon al tot troonopvolger uitgeroepen door zijn vader Sanherib, die hem enige tijd nadat Sanherib Babylon in 689 had geplunderd, tot gouverneur van deze stad benoemd. Sanherib werd in 681vC vermoord door een of meer van  Esarhaddons broers, wellicht in een poging de troon te grijpen. Snel marcherend vanuit het westen, ontmoette Esarhaddon de rebellen in Hanigalbat (westelijk Assyrië), waar de meesten van hen naar hem overliepen en hun leiders vluchtten. Esarhaddon ging verder naar Nineve, waar hij zonder tegenstand de troon opeiste.
De eisen van zijn oudere broers negerend, benoemde een keizerlijke raad hem tot koning.
In het zuiden van Babylonië profiteerde de leider van een Chaldese stam ondertussen van de opstand en viel de Assyrische gouverneur in Ur aan. Toen Esarhaddon troepen erheen stuurde, vluchtte de stamleider naar het noordoosten, in de verwachting asiel te vinden in Elam. In plaats daarvan executeerde de nieuwe Elamitische koning hem standrechtelijk. De broer van de rebel ontsnapte echter naar Assyrië en onderwierp zich aan Esarhaddon, die hem als ​​plaatselijk heerser aanstelde in de plaats van zijn overleden broer. Dit zeldzame voorbeeld van Assyrische barmhartigheid wierp rijkelijk vruchten af, want hij bleef loyaal gedurende de regering van Esarhaddon.
De steden in het noorden van Babylonië, die zwaar hadden geleden onder Sanherib, kregen een bijzondere gunst onder Esarhaddon: hij gaf land terug aan ontheemde burgers en in 678 ondernam hij een militaire actie tegen een Chaldese stam die Borsippa en Babylon was binnengedrongen.
Verder naar het noorden werd de druk van kimmeriërs en Skythen steeds groter. Esarhaddon zou een huwelijksalliantie hebben gesloten met de Skythen om zijn positie daar te versterken. De druk van de Kimmeriërs hield echter aan en Esarhaddon verloor uiteindelijk de controle over een groot deel van de noordwestelijke provincies Cilicië en Tabal.
Toen Egypte een opstand veroorzaakte in de Foenicische stad Tyrus, viel Esarhaddon Egypte aan (675);  hij had weinig succes tot 671, toen hij Memphis veroverde en de Egyptische koning Taharqa versloeg, die naar het zuiden vluchtte en het hele land aan Esarhaddon overliet. Voor het eerst rekende een Mesopotamische heerser "koning van Egypte" tot zijn titels. Na de terugtrekking van het Assyrische leger kwam Taharqa weer tevoorschijn en kreeg direct een aanzienlijke aanhang. Esarhaddon ondernam acties om de opstand neer te slaan in 669, het jaar dat hij stierf. In 672 had Esarhaddon al instructies afgekondigd voor de opvolging door twee van zijn zonen aan de tronen van Assyrië en Babylonië en bij zijn dood verliep de opvolging soepel.

Eshnunna / Esjnunna / Tell-Asmar

Oude stad in noord-oost Sumerië, onder de heuvel Tell-Asmar in de Dyala-vallei. In de 19-dertiger jaren blootgelegd. Eshnunna was een belangrijke Sumerische stad, ondanks zijn verre ligging. Na het einde van het Ur III-rijk bereikte Eshnunna haar hoogtepunt (begin tweede millennium v.C.). Vervolgens werd het veroverd door Hammurabi en ging het op in het Oud-Babylonische rijk, nadien is van de stad in historisch opzicht niet veel meer vernomen.
 

Voetnoten: