De Usipeti en de Tencteri

Twee Germaanse stammen
en de Romeinse heerschappij

Ga naar het menu
De Germaanse stammen in een collage

Verhaal van een verschrikkelijke slachting vlakbij het huidige Kessel (Gelderland)

Dit artikel behandelt het specifieke geval van de slachting van de Germaanse stammen "de Tencteri en de Usipeten" in 55 v.C., door het leger van Julius Caesar, toen bijna de hele bevolking (mannen, vrouwen en kinderen) omkwam. Het beschrijft één van de grootste bloedbaden die door het Romeinse leger zijn aangericht tijdens de verovering van Gallië.

Not an advertisement, but looks like it

De aanleiding tot het Romeinse ingrijpen

Vele jaren hadden de Usipeten en Tencteri opgekund tegen de macht van de Sueben, een andere Germaanse stam die zich snel in Germanië aan het uitbreiden was, maar uiteindelijk werden ze tóch uit hun gebied verdreven.
Na een wanhopige zwerftocht van drie jaar via tal van plaatsen in Germanië waren ze terechtgekomen bij de Rijn. De streek daar werd bewoond door de Menapii, die er op beide oevers van de rivier akkers, hoeves en dorpen hadden.
Geschrokken van die grote groep vreemdelingen plaatsten ze wachtposten op de linkeroever om een Germaanse oversteek te verhinderen en gingen ze met hun gezinnen aan de overkant van de rivier wonen. De nieuwelingen probeerden van alles, maar slaagden er niet in aan de andere kant te komen vanwege de Menapische bewaking, daarom deden ze alsof ze terugkeerden naar hun eigen woongebied.
Na drie dagen keerde hun cavalerie weer om en legde in één nacht dezelfde afstand af om de Menapii te verrassen. Die dachten dat ze definitief waren vertrokken en hadden hun nederzettingen aan beide zijden van de rivier weer bevolkt. De indringers doodden vele leden van de Menapii, namen hun huizen en schepen in en leefden de rest van de winter van hun voorraden.
Het jaar daarop staken de Usipeten en Tencteri de Rijn over en trokken vervolgens zuidwaarts, door het gebied van de Eburonen en de Condrusi heen (die onder de bescherming van de Treviri staan), Gallica Belgica in.
Ze vroegen Caesar om in Gallië te mogen blijven. De keizer weigerde, maar bood wél een wapenstilstand aan.
Caesar heeft gezegd dat het geen pas geeft om gebieden van andere stammen in te nemen als je zélf ook bent verdreven en misschien zat daar wel wat in, maar de Usipeten en Tencteri waren al 3 jaar op zoek naar een "thuis" en hadden waarschijnlijk geen andere mogelijkheid meer: omdat ze voortdurend aan het zwerven waren, hadden ze nauwelijks de mogelijkheid om voedsel te verbouwen en dieren te fokken en na zó een lange tijd begint dat een zware tol te eisen. Als je dan nergens welkom blijkt te zijn: wat moet je dan anders?
In een beschrijving van Caesar zélf beweert hij dat ruiters van de Germaanse stammen een Gallisch eskader overvielen waardoor ze de wapenstilstand verbraken en dat daardoor de relatie tussen de Romeinen en de twee Germaanse stammen verslechterde.

De woonplaats van de twee stammen

Kaartje van de oorspronkelijke woonplaats van de twee stammen en de plek van de slachting
De oorspronkelijke woonplaats van de Usipeten en Tencteri
en de plek van de slachting (bij het kleine kruisje)

De dag van de slachting

Caesar concentreerde zijn troepen 12 kilometer ten oosten van het Germaanse kampement, organiseerde ze vervolgens weer en liet ze opmarcheren om direct tot de aanval over te gaan, met de opdracht de stammen volledig te verdrijven. De Usipeten en Tencteri waren totaal verrast door de Romeinse infanterie en probeerden een tegenantwoord te organiseren, maar de troepen waren zó snel dat daar geen tijd meer voor was.
Terwijl de strijd in het kamp woedde, renden de ouderen, vrouwen en kinderen het kamp uit, maar de Romeinse cavalerie haalde ze in. De Germaanse strijders probeerden hun gezinnen nog wél te redden, maar de chaos was té groot en bijna iedereen verloor het leven in de urenlange slachting die erop volgde.

De verklaring van Julius Caesar

Caesar schreef dat velen van hen die niet waren gedood, zich in de rivier wierpen en verdronken, overwonnen door angst, vermoeidheid en het geweld van de stroom, maar uit opgravingen is gebleken dat de botresten van de Germanen veel schade vertonen die duidelijk door scherpe voorwerpen zoals speren en zwaarden moeten zijn gemaakt.
Caesar schreef ook dat de Germanen 5000 man cavalerie hadden tegen 800 van de Romeinen, maar de aantallen werden altijd sterk overdreven in die tijd om het imago in Rome op te vijzelen.

 

Voetnoten: