Enki en de Wereldorde

Een Sumerisch gedicht
over de God Enki

Ga naar het menu
Collage foto's mbt Enki

Enki en de wereldorde: vertaald naar het originele Sumerische gedicht.

In onderstaande tekst zien we het begin van het sedentair leven beschreven in een oud gedicht, het verbouwen van gewassen en hoeden van dieren wordt bezongen. Het beschrijft hoe de Anunnaki de aarde bevolkten en hun huizen bouwden in de grote stad Ur in het zuiden van Mesopotamië. Het beschrijft verder de schepping van hemel en aarde, water en land, weides en bergen.

Not an advertisement, but looks like it

(Not an advertisement) 
Exdomos


Enki, de koning van de Abzu, overweldigend in Zijne Majesteit, spreekt omhoog met autoriteit:

"Mijn vader, de koning van het heelal, plaatste mij in het universum, Mijn voorvader, de koning van alle landen verzamelde alle natuurkrachten en gaf mij hun vermogen. Van de Ekur, het huis van Enlil, bracht ik het vakmanschap voor mijn Abzu van Eridu.
Ik ben het vruchtbare zaad, met de genen van de grote wilde os, ik ben de eerstgeboren zoon van An, Ik ben de "grote storm" die komt uit het "grote hieronder", ik ben de heer van het Land, Ik ben de gugal van de stamhoofden, ik ben de vader van alle landen, Ik ben de "grote broer" van de goden, ik ben hij die volledige welvaart brengt, Ik ben de hoeder van hemel en aarde, ik ben de kennis en kunde aller landen, Ik ben het die de wet handhaaft in het land van An, Ik ben het die met Enlil 's-mensen lot in de "berg van wijsheid" kerfde, Hij gaf mij de macht het lot van de "plaats waar de zon opkomt" te bepalen, Ik ben hij aan wie Nintu verantwoording dient af te leggen, Ik ben het die door Ninhursag als Grote Goedheid is betiteld, Ik ben de leider van de Anunnaki, Ik ben het die werd geboren als de oudste zoon van de Heilige An."


Nadat de heer zijn hooggebed had uitgesproken, Nadat de grote prins zélf zijn lofzang zong, Kwamen de Anunnaki vóór zijn aangezicht in gebed en smeekbede:

"Heer die de vakmanschap beheert, Die alle beslissingen maakt, de veredelde: Enki: Heil!"


En voor een tweede keer verheugd,sprak Enki, koning van de Abzu, in Zijne Majesteit, met grote overweldiging:

"Ik ben de Here, ik ben Hij waarvan zijn macht onbetwistbaar is, Ik ben de belichaming aller dingen, Op mijn gebod zijn de stallen gebouwd, de schapen gekooid, Toen ik de hemel aanraakte werd een regen van welvaart over de aarde uitgegoten, Toen ik de aarde aanraakte, was er een grote overstroming, Toen ik haar groene weiden aanraakte, werd het land opeen gestapeld en ontstonden de bergen".


Hij (Enki) ging naar het heiligdom van Ur en vaardigde daar zijn lotsbestemmingen uit en maakte dat de stad alles zou bezitten dat nodig is, water, gewassen, vee.

"De hooglanden zullen overvloedig zijn van het groen, de bergruggen badend in de zon, De Hashur-vallei zal schaduw bieden voor hen die waardig zijn en de waardigen voor mij doen verschijnen, Enlil, de "grote berg", heeft uw heerlijke naam in het universum verkondigd, Stad wier lot is afgekondigd door Enlil, Heiligdom Ur: dat u stijge ten hemel hoge!"


Enki bevoorraadde vervolgens het land en bracht het in grote welvaart.

De Godheid wordt verantwoordelijk geacht voor alles wat goed is: Hij introduceerde de ploeg en het juk, De grote Prins Enki schiep de "gehoornde ossen", opende voor hen de groene heilige weiden, Maakte dat de graankorrels in het ontgonnen veld ontkiemden, Liet hen kennis maken met de sieraden van de hoogvlaktes,
Hij gaf de standvastige landbouwer van Enlil: Enkimdu, de man van de kanalen en de dijken, het bewind over het land.
"De heer stuurde ons naar de ontgonnen velden, maakte dat we het gouden graan konden opstapelen, Enki vermenigvuldigde zélf deze bergen graan, En met Enlil bracht hij overvloed over ons Land."


"Zij wier hoofd en flanken speels zijn, wier gezicht als met honing bedekt is, de dame, de schepster, de kracht van het Land, de baarster der zwarthoofden: Ashnan: godin van het graan, het voedende brood, het brood van alle, Werd door Enki geplaatst als heerseres over de mensen van Ur".

Hij bouwde verder gebedshuizen, tempels, Trok schaapskooien op, en gaf hen de vetste melk, Ashnan bracht vreugde in de eetzalen van de goden, In de eerst zo dorre vlakte liet zij welvaart heersen.
Enki vulde de Ekur, het huis van Enlil, met bezittingen, En Enlil verenigde zich met Enki, wat Nippur tot vrolijkheid stemde.


Hij stelde de grenzen vast, bakende ze met stenen af, En plaatste voor de Anunnaki woningen in de steden, En gaf ze kinderen op het platteland

"De held, de stier die voortkomt uit het bos, die als een leeuw brult, De dappere Utu, de stier die standvastig staat, die trots zijn macht toont, De vader van de grote stad in de plaats waar de zon opkomt, de grote held van Heilige An, De rechter, de beslisser van de goden, Die een lapis-lazuli baard draagt afkomstig van de heilige hemel."


Utu, de zoon van Ningal,

Werd door Enki belast met de verantwoordelijkheid over het hele universum.

 

Sociale (en andere) dingen: