Ekur
Ekur (É.KUR, E2.KUR, E-kur) is de Sumerische naam voor "Berg-huis". De samenplaats van de goden in de tuin van de goden, equivalent aan de berg Olympus bij de Grieken. In de mythologie wordt Ekur ook gebruikt als naam voor de plek waar hemel en aarde tesamen komen.Er is een duidelijk verband tussen Ziggurats en Ekur, ze worden beiden in verband gebracht met de grote goden zoals Anu, Enki, Enlil en Ninhursag. De Ekur is ook wel bekend als Duranki en we kennen de ziggurat met de naam Kiur (grote plaats) bijvoorbeeld. Tempels in de vorm van trappenpramides werden gebouwd, vaak bovenop een berg zoals later bij de Grieken de Acropolis daarvoor werd gebruikt. Een belangrijke Ekur is die van Enlil in Nippur, de eerste, gebouwd door Enmenbaragesi, voorganger van Gilgamesj. Gebouwd rond 2500 v.C., later verwoest maar herbouwd door Naram-Sin en later weer door Shar-Kali-Sharri, alles gedurende de Akkadische periode. Weer even later zien we een tempel van Enlil verschijnen te Assur, een replica van die in Nippur, gebouwd door Shalmanesser I. Een ander verband zien we met de kapel van Enlil in de tempel van Ninimma in Nippur en een andere inscriptie verwijst naar een tempel buiten Babylon waarvan we mogen veronderstellen dat dit de Enamtila in West-Babylon is. Geleidelijk aan zien we steeds meer dergelijke tempels en Ziggurats verschijnen, gewijd aan diverse goden.
Tabletten laten ons zien hoe een bezoek aan een tempel vaak vooraf ging met gebeden aan de god en de tempel zelf:
In uw huis in de hoogte
In uw geliefd huis
Zal ik tot leven komen
O Nanna
Daarboven op uw cedar-geurende berg
Verder was de Ekur een plaats waar recht gesproken werd en ten uitvoer werd gebracht. Eveneens was de Ekur een plaats waar Enlil zijn goddellijke wetten uitvaardigde.
Bij de Ekurs werden vele banketten gehouden, van 's-morgens vroeg tot 's-avonds laat, festivals met overvloeden van melk en room waar de mensen samen hun vreugde uitten en hun liefde voor de goden lieten blijken. Er kwamen priesters die de boel versierden en gezangen aanhefden en allerlei activiteiten organiseerden. De koning bracht voedseloffers en werd dan beschreven als "Standvastige herder" of "Nobele landbouwer".