Gedetailleerde informatie (ut)

Utu

Ook wel Shamash, Sjamasj, Dutu, Šamaš, Šamšu (Arabisch: Šams | Hebreeuws: Šemeš), Utu-kam, Utu-ši, Utu-šu, Šušanaku, Šamši, Šamšu.
Mesopotamische zonnegod die geassocieerd werd met leven, rechtspraak, goddellijkheid en onderwereld.
Zijn symbool was de zonne-schijf. Vaak met 4 punten, soms ook gevleugeld.
Šamaš de al-ziende, god van de zon, brengt licht en warmte over het land en is aldus levenbrengend aan alles wat groeit en bloeit.
Bij zonsopkomst verrijst hij uit zijn ondergrondse slaapkamer en neemt een dagelijks wandelingetje langs het hemelgewelf. Zodra de zon alles verlicht ontgaat Utu helemaal niets meer. Zodoende werd hij de god van de waarheid en de rechtspraak. Hij speelde tevens een rol in onderhandelingen, eedafleggingen en contracten omdat hij list en bedrog kon doorzien. Het duiden van de waarheid werd gedaan door het blootleggen van de lever van een schaap en de eigenschappen ervan te bestuderen. Utu werd aangeroepen om te helpen het juiste antwoord te verkrijgen. In een gedicht uit het tweede millennium v.C. lezen we iemand tot Utu roepen "Laat er waarheid zijn!".
Later zien we Utu steeds meer verschijnen als een helende god, die aangeroepen werd in nood. Hij moest de mensen helpen de moeilijkheden van het leven te overwinnen. In de Gilgamesj-epos helpt hij de held verder in zijn Odyssee. Weer later neemt hij ook plaats in de onderwereld, alhoewel het Gilgamesj-epos vertelt dat hij daar geen deel van uit maakt; zijn land bereik je via een ander pad dan het pad dat afdaalt tot in het rijk der doden. Beweerd werd dat zijn pad doorliep naar de andere kant van de aarde zodat hij daar weer omhoog kon komen voor een nieuwe Utu-overgoten dag.
In Sumerië is Utu de zoon van de maan-godin Nanna-suen en Ningal en de tweelingbroer van Inanna. In de Akkadische geschriften is hij soms de zoon van An of Enlil. Utu's vrouw was Aya, godin van de dageraad. Utu had een gezant genaamd Bunene die zijn strijdwagen bestuurde en in sommige overleveringen als zijn zoon wordt neergezet. Bunene zelf werd geëerd in Sippar en Uruk. Utu's cult-centra waren Sippar en Larsa, die beiden een tempel hadden, aan hem gewijd.
Utu zien we ten tonele vanaf ca. 3000 v.C. tot in het eerste millennium v.C. In een geschrift uit het tweede millennium v.C. lezen we over zijn huwelijk met Aya dat hij na een dag hard werken thuis komt en gegroet wordt door zijn poortbewaker, die de deur naar zijn vertrekken opent, waar zijn vrouw Aya op hem zit te wachten, met het eten al klaar...
Utu was zeer belangrijk in het Neo-Assyrische koningshuis vanwege zijn voorspellende gaves in offerandes. Hij werd geraadpleegd in geval van twijfel inzake opstanden, ziektes en bedreigingen voor het rijk.
Door meerdere koningen waaronder Assurbanipal en Nabopolassar zijn tempels van hem herbouwd.

Utuhegal / Urukhegal

Koning van Uruk(4) in het oude Sumerië, zuid-Mesopotamië. Formeerde een coalitie van oude stad-staten, versloeg de laatsten van de Gutaeërs en herstelde het Sumerische rijk. Zijn opvolgers Ur-Nammu en Shulgi hadden echter nog wel regelmatig te maken opstanden van de Gutaeërs, het gebied in het oosten bleef lang onrustig. Één van zijn militaire bevelhebbers: Ur-Nammu, eigende zich een deel van het rijk toe en stichtte de derde dynastie van Ur, om naderhand vrijwel geheel Mesopotamië te veroveren. Hij bewerkstelligde historisch gezien, een nieuwe periode.
 

Voetnoten: