Gedetailleerde informatie (en)

Enheduan(n)a

Hogepriesteres van de maangod Nanna in Ur in het oude Akkadische rijk (Mesopotamië). Dochter van Sargon en door hem als zodanig in die positie geplaatst. Zij wordt gezien als de eerste litterator van het oude Sumerische rijk, ze schreef vele hymnen en gedichten/verhalen, die pas in de tweede helft van de 19e eeuw aan haar toegeschreven konden worden. Haar schrijfstijl was heel bijzonder, ze was één van de belangrijkste religieuze personen in de geschiedenis van Mesopotamië. Met haar geschriften veranderde ze de loop van de geschiedenis en nog vele honderden jaren later werd ze geciteerd en bewonderd. 500 jaar na haar overlijden werden veel van haar teksten gekopieerd en vertaald, uit de vroeg-Babylonische periode kennen we daar veel voorbeelden van.

Enki (Ea)

Oude Babylonische god. Zoon van Anoe (An), heer van de aarde en de water-afgrond (ondergrondse oceaan Absu). Ook heer van de wijsheid en een medeschepper en weldoener van de mens. God van de wijsheid, de magie en de gezangen en bezweringen die te horen zijn vanuit de oceaan die onder de aarde ligt. Zijn symbool was een schildpad.
In het Sumerisch wordt Enki als "den-ki" of "dam-an-ki" genoemd. In het Akkadisch wordt Ea geschreven als dE2.A maar het is onduidelijk tot welke taal deze naam oorspronkelijk behoort. In diverse teksten zien we alternatieve namen voor Enki verschijnen zoals Nudimmud en Niššiku wat later verbasterd werd tot Nas(s)iku (betekenis: prins). We zien later ook Enki verschijnen als "dnin-ši-kù". Enki krijgt daarnaast een aantal bijnamen zoals "Bok van de Abzu" en "Kleine Enlil".

Geschreven vormen:

  • Enki
  • EN.KI-GA.KAM2
  • d40
  • d60
  • dEN.KI
  • dIDIM
  • dnu-dím-mud
  • dnin-ši-kù
  • Ea:
  • dé-a

Genormaliseerde vormen:

  • Enki
  • Enkig
  • Nudimmud
  • Niššiku
  • Ea

Volgens enkele theorieën was hij de zoon van de godin Nammu en tweelingbroer van Adad. Het is niet geheel duidelijk wanneer hij "Ea" werd, diens naam komt het vroegst voor in tabletten uit 2400 v.C.. Zijn vrouw was Damgalnunna (Damkina) en hun kinderen de goden: Marduk, Asarluhi en Enbilulu. Verder de godin Nanše en de sage "Adapa". Enki had ook sexuele relaties met andere godinnen, vooral in de Sumerische mythe "Enki en Ninhursanga" waarin Ninhursanga de godin Ninmu baart als kind van Enki. Later in het verhaal wordt Enki ziek en baart Ninhursanga 8 goden met geneeskrachtige gaven om Enki te genezen. Daarna verwerkt hij de godin Ninkurra bij zijn dochter Ninmu, die hij later op háár beurt weer bevrucht om haar uiteindelijk te godin Uttu te laten baren.
Enki is koning van de Abzu, 1 van de 3 machtigste goden in Mesopotamië tesamen met Anu en Enlil. Hij woont in de oceaan die onder de aarde stroomt genaamd de Abzu (in het Akkadisch: Apsû), bij de Sumeriërs een belangrijk deel van de geologie, zij verhalen dat Babylonië bovenop de Apsû gebouwd is.
Sumerische teksten over Enki bevatten vaak sexueel getinte beschrijvingen van zijn mannelijkheid. Er is een verband tussen zijn zaad en het levengevende water van de Absu. De meeste voorbeelden hiervan worden in de moderne vertalingen weggecensureerd.
Ea (Enki) heeft associaties met wijsheid, magie en hekserij, hij was de favoriete god van alle gelovigen (Barû) en duiveluitdrijvers (Asipû) en is de ultieme bron voor alle volgende exorcisten. Hij was de beschermheer van kunst en handwerk en de mentor van de mens als het gaat om het ontstaan van de beschaving, hij leerde de mens werktuigen bouwen waarmee ze het land konden bewerken, hout konden bewerken, vuur konden maken, huizen konden bouwen en sieraden konden herkennen en gebruiken voor hun kunstuitingen. Hij is de god die de "beschaving" bracht.
Hij is vooral ook de schepper en beschermer van de mens in de Babylonische vloed-mythe Atra-hasis en in de Gilgamesj-epos (Gilgameš). Hij maakte de mens uit klei zodat ze werken konden voor de goden, maar de oppergod Enlil probeerde de mens te vernietigen met een grote vloed omdat hij tijdens zijn slaap steeds gestoord werd door het voortdurende getimmer en gezaag enz. van de mens. Maar de slimme Enki had het tijdig in de gaten en droeg Anthrasis (Athrahasis, Akkadisch: Atrā-hasīs) op om een ark te bouwen zodat de mens aan de vloed kon ontsnappen. Athrahasis was dezelfde persoon als Ut(a)-napiŝtim (Utnapishtim), in de bijbel Noach genoemd.
In de mythe "Adapa en de zuidenwind" helpt Enki de mensheid om de gave van magie en bezweringen te behouden door Adapa te beletten onsterfelijk te worden.
Enki liet zich meestal gelden via zijn gezant en minister, de god met twee gezichten: Isimu (Akkadisch: Usmû). Vele andere mythische figuren leefden eveneens in de Absu waaronder de 7 "Apkallu" die geschapen waren met het doel de mens te onderwijzen.
Enki wordt verbonden aan de stad Eridu in het zuiden van Mesopotamië. Enki's tempel was E-abzu (huis van de Absu) welke ook bekend stond als E-engur-ra (huis van de ondergrondse wateren) en E-unir.
De eerste verwijzingen naar de god Enki gaan terug naar de oud-dynastische IIIa periode, waar hij genoemd wordt in teksten van Fara. In Griekenland zien we hem in de 13e eeuw v.C. als de god Kronos verschijnen in een tekst gewijd aan de Babylonische priester Berossus (Bel-re-ûšunu).
Zijn rol als aanvoerder van de mensheid in het bewerken van het land zien we in veel Sumerische tabletten van het tweede millenium v.C. terug. In "Enki en Ninhursanga" lezen we hoe Enki het land van Tilmun (Zuid-Mesopotamië) vruchtbaar weet te maken met het zoete water van de Absu. "Enki en Inana" vertelt over een gevecht om de macht tussen Enki en Inana (godin van sex, voortplanting en oorlog), Inana voert Enki dronken om daarna de kracht van de beschaving van hem af te kunnen nemen (Inana zou kunnen worden geassocieerd met de Griekse godin Afrodite). Enki ontpopt zich steeds meer als een patriarch, mogelijk werd de rol van vrouwen in de samenleving daardoor anders, meer dienstbaar dan beslissend. Als schepper van hemel en aarde zien we Enki terugkomen in het verhaal "Enki en de wereldorde".
Later, in het tweede millenium v.C. zien we Enki bezig met rituelen en gebeden om kwaad te verdrijven en te voorkomen. We zien Enki een bezwering doen waarbij Marduk deze toepaste op aarde om het kwaad buiten te houden, waarbij Šamaš (Utu) zorgde voor de reiniging afteraf, mocht het kwaad zich tóch ergens hebben weten te manifesteren. Wie zien Enki regelmatig baden nemen in een badhuis, waarbij een excorcist bezwerende woorden sprak en de god zich purificeert door zich te wassen. In het oude Mesopotamië werden ziektes gezien als daden van demonen en als straf voor onzedelijk en onbehoorlijk gedrag. In het eerste millenium zien we Enki vaak genoemd worden bij duivelsuitdrijvingen en reinigingsrituelen met als doel het kwaad buiten te houden of het kwaad te verdrijven als het zich had gemanifesteerd. In een Neo-Assyrisch gebed tegen het kwaad van de stad Huzirina, vraagt een man genaamd Banitu-tereš aan Enki om het kwaad dat in zijn huis woont te verdrijven, doodsbang als deze was voor de toekomst. In gebeden en bezweringen ten behoeve van de bescherming en verheiliging van grote belangrijke koningen zien we Enki ook nog regelmatig terugkomen.
In de Mesopotamische kunst zien we Enki verschijnen als een god met een baard, die een gehoornde helm draagt en lange gewaden. Vaak wordt er een stromende rivier of beek om hem heen afgebeeld die boordevol vis zit, voorstellende de Absu. Andere uitingen van kunst beelden hem af in zijn huis in de Absu of zittende op zijn E-absu zetel in de gelijknamige tempel. In de tempel van Ninurta in de Neo-Assyrische stad Kalhu zien we goden afgebeeld in vissenhuid, abusievelijk werd aangenomen dat het om Enki ging maar we weten nu dat dit de Apkallu waren, de 7 helper-onderwijzers van Enki die gestuurd waren om de mensen de beschaving bij te brengen. Ze hadden meestal de verschijning van half mens, half vis. Aangenomen mag worden dat we op dit punt te maken hebben met het verheerlijken van het sedentaire bestaan, de herinneringen uit de tijd van jagers en verzamelaars bestonden deels uit mondelinge overleveringen, omringende volken waren veelal nog niet aan een sedentair bestaan toe en men had voorbeelden te over van wat de voordelen zijn van het bebouwen van land en het fokken van vee, alsmede het clusteren van huizen ter bescherming van het volk in het algemeen en de individu in het bijzonder. We zien ook een steeds groter wordende behoefte aan regelgeving omwille van eerlijkheid en redelijkheid en diverse wetboeken (hele bekende zijn bijvoorbeeld de iets latere wetboeken van Hammurabi) werden in steen gebeiteld, de eerste normen en waarden werden besproken en vastgelegd en disciplinaire maatregelen werden vastgesteld en uitvoerig uitgecommuniceerd, ziehier: beschaving.
Enki's attributen waren een gekrulde scepter met een ramskop erop, een geit-vis figuur en een schildpad. In het Sumerische gedicht "Ninurta en de schildpad" wordt beschreven hoe Enki een schildpad schiep uit het klei van de Absu om hem te gaan helpen het gestolen "Tablet der lotsbestemmingen" waarin de toekomst van de mensheid stond gebeiteld. Het tablet was gestolen door een vogel-gelijkende kwaadwillige demon met de naam "Anzu", de held Ninurta heroverde in dit stuk het tablet. Echter hij besloot het voor zichzelf te houden i.p.v. aan Enki terug te geven, waarop Enki de schildpad creëerde die Ninurta bij de hiel greep, met zijn klauwen een kuil groef en de overambitieuze held de kuil mee in sleurde. Het einde van het tablet kennen we niet maar uit andere verhalen weten we dat Enki het tablet terug kreeg en dat Ninurta een duur lesje heeft gekregen door te denken misbruik van zijn macht te kunnen maken: "hoogmoed komt voor de val"!.
De Sumerische verhalen en goden werden duizenden jaren lang geloofd en geëerd, doorheen de Sumerische tijd, de Assyrische periode en de Babylonische tijd, maar ook daarvoor in het neolithicum. Het waren uiteindelijk de Christenen en Moslims die een eind maakten aan het polytheïsme, want ook de Romeinen (aanvankelijk) en de Grieken hadden meerdere goden, sommige zelfs zó sterk gelijkend op de Sumerische goden, dat we wel haast moeten veronderstellen dat de meesten daarvan ook hun oorsprong hebben gevonden in het oude Mesopotamië. In die zin is de leer van 1 god en geen ander dan die ene god een leer van de laatste tijd en de kortste tijd, sinds mensenheugnis worden meerdere goden aanbeden, ook heden ten dage in de moderne tijd zijn er nog grote groepen mensen op de aarde die geloven in meerdere goden
Zie ook Mesopotamië.

Enkimdu

Niet te verwarren met Enkidu.
De Sumerische god van de landbouw, heerser over wateren en rivieren, kanalen en dijken. Deze taak kreeg hij van Enki tijdens zijn organisatie van de wereld.
Hij is prominent in de mythe "Inanna prefereert de boer" waarin Enkimdu en Dumuzi beiden strijden om de hand van Inanna (Ištar). Inanna ziet de boer wel zitten maar haar broer Utu-Shamash probeert haar op andere gedachten te brengen. Dumuzi is de agressieveling van de twee terwijl Enkimdu gematigd is en alles met rede probeert op te lossen. In latere hoofdstukken van het tablet (het middenstuk is verloren gegaan) zien we dat Inanna voor Dumuzi moet hebben gekozen, we zien het "Paar" later ook in andere teksten terugkomen.

Enlil

Oude Babylonische god, zoon van An/Anoe. Heer van de lucht, de adem en het woord en de "geest van het hart van Anoe". Vader van Nanna-Sin. Afgebeeld meestal met een gehoornde helm. Oppergod die, hoewel nominaal ondergeschikt aan An, toch het werkelijke gezag voert. Hij zit de raad der grote goden voor en neemt de belangrijke beslissingen.
Enlils' naam kan ook geschreven worden als het getal "50" en in bepaalde teksten zien we hem Nunamnir genoemd worden wat waarschijnlijk zoveel betekent als "Hij die gerespecteerd wordt".

Geschreven vormen:

  • den-líl
  • d50
  • dnu-nam-nir

Genormaliseerde vormen:

  • Enlil
  • Ellil
  • Nunamnir
  • Illinos (Grieks)

De Sumerische naam En-lil2, berust op een volksethymologie die "Heer, wind, lucht" zou betekenen. Het is wel waarschijnlijk dat Enlil zijn oorspronkelijke naam is, wat inhoudt dat hij van Semitische oorsprong is zoals El, Elohim en Allah. Zijn tempel en woonplaats is het Ekur te Nippur, hét grote religieuze centrum van Mesopotamië tot aan het tweede milennium v.C. en de belangrijkste Sumerische tempel die er is geweest.
Enlil is de grote beslisser van het heelal, hij bepaalt waar leven is en waar niet en is de benoemer van koningen.
Over de vertaling van zijn naam is men het lang niet eens, "líl" (Akkadisch equivalent: Zaqiqu) betekent "Geest, spook, bezetene", dit is moeilijk aan Enlil te linken als we de tabletten lezen. Een andere vertaling "Wind" lijkt er meer op maar hem dan te plaatsen met een duidelijke plek binnen het Pantheon wordt daardoor erg lastig, de verticale organisatie van het Sumerische Pantheon plaatst Enlil veel hoger als een god van de wind of iets dergelijks, op die wijze komen we dus ook niet tot een goede verklaring voor de herkomst van de naam Enlil.
Zonder enige twijfel vormen An, Enlil en Enki de grote triade van Mesopotamische goden. Enlil wordt ook genoemd als "De grote berg, koning aller landen, vader van de zwarthoofdige volken, vader van de goden". We zien ook "Nunamnir" wat zoveel betekent als "De gerespecteerde". Uit de naam Enlil is later afgeleid de term "Ellilutu" (Enlilschap). Een term die gebruikt werd voor alles en iedereen met majestueuze authoriteit.
In de Mythologie kan Enlil zowel scheppen alsook vernietigen en is bekend als de afroeper van het lot.
In de Akkadische Anzu-mythe zien we Enlil het "tablet van het (nood)lot" beheren en het is Enlil die koningsschap geeft aan de eerste koningen van Sumerië. Van hem wordt gezegd dat hij nooit op een besluit terugkwam, hij was standvastig en niet om te praten. Alhoewel Enlil een weldoener is en het niet kwaad voor heeft met het menselijk ras, kennen we Enlil ook als een persoon die in grote toorn kon ontsteken als het hem niet naar de zin was, zoals de grote zondvloed die hij over de aarde liet razen om de mensheid in zijn geheel te verdelgen, wat maar tenauwernood kon worden verijdeld door de ark van Atra-hasis (Utnapishtim).
We zien ook de mindere goden offers brengen aan Enlil, vaak in de vorm van fruit, wat zijn authoriteit nog eens extra bevestigt.
In de wandelgangen wordt Enlil genoteerd als de eerstgeboren zoon van An, echter dit wordt door Enki tegengesproken in het verhaal "Enki en de wereldorde":

"Ik ben het vruchtbare zaad
met de genen van de grote wilde os
ik ben de eerstgeboren zoon van An"

Ook wordt Enlil gezien als de broer van de godin Aruru, in de godenlijst echter wordt hij neergezet als een afstammeling van Enki en Ninki.
Enlil's vrouw is Ninlil en onder zijn zonen zien we Ninurta, Ningirsu, Nanna-sin en Namtar. Andere goden worden ook wel als zijn kinderen vermeld zoals Nergal, Ninazu, Inana, Utu en Iškur. In een andere overlevering wordt Sud, de godin van Šuruppag gelijk gesteld met Ninlil, mogelijk een symbolisering voor het opnemen van Šurrupag in het Pantheon van Nippur. Enlils' ziener en boodschapper was Nusku.
We zien later vele tempels gewijd aan Enlil verschijnen, ook in de gebieden om Mesopotamië heen. Later blijven zowel de Assyriërs als ook de Babyloniërs Enlil nog lang eren, de bekende Babylonische koning Nebukadnessar II heeft zelfs nog de tempel van Enlil helemaal laten herbouwen.
Maar met de opkomst van het Babylonische rijk zien we Enlil steeds meer op de achtergrond verdwijnen en plaats maken voor Marduk, de god van de stad Babylon. De "Anzu"-mythe maakt melding van het overnemen van de macht van Enlil door zijn zoon Ninurta, maar Enlil blijft een grote god gedurende het hele tweede millennium v.C. Van hem wordt gezegd dat hij aan Hammurabi de overwinning over Rim-Sin I van Larsa gaf. In de "Wetboeken van Hammurabi" maakt deze melding van het feit dat hij door Enlil is gekozen en over Marduk wordt geschreven dat deze het "Enlilschap" kreeg over het volk, aan hem geschonken door Enlil en An.
Zie ook: Mesopotamië
Zie ook: De wetboeken van Hammurabi

En-men-dur-ana

Ook wel: Enmeduranki. Zevende koning die genoemd wordt op de Sumerische koningslijst. Volgens deze lijst regeerde hij 21.000 jaren lang, maar zijn regeerperiode wordt geschat rond 4.900 v.C. of rond 2.800 v.C. te hebben plaatsgevonden. In de Uruk-lijst van koningen en sagen wordt hij gekoppeld aan de Apkallu met de naam "Utuabzu (Utu-Abzu)".

En-men-gal-ana

Ook wel: Ammegalana. Vierde koning die genoemd wordt op de Sumerische koningslijst. Volgens deze lijst regeerde hij 28.800 jaren lang, maar zijn regeerperiode wordt geschat rond 4.900 v.C. of rond 2.800 v.C. te hebben plaatsgevonden. In de Uruk-lijst van koningen en sagen wordt hij gekoppeld aan de Apkallu met de naam "Enmegalama".

En-men-lu-ana

Ook wel: Enmenluana, Enmenluanna, Ammeluanna, Am-me-lu-an-na, Ammeluana, Ameluana en Amelon. Derde en langst heersende koning die genoemd wordt op de Sumerische koningslijst. Volgens deze lijst regeerde hij 43.200 jaren lang, maar zijn regeerperiode wordt geschat rond 4.900 v.C. of rond 2.800 v.C. te hebben plaatsgevonden. In de Uruk-lijst van koningen en sagen wordt hij gekoppeld aan de Apkallu met de naam "Uannedugga (Enmeduga)".

En-sipad-zid-ana

Zesde koning die genoemd wordt op de Sumerische koningslijst. Volgens deze lijst regeerde hij 28.800 jaren lang, maar zijn regeerperiode wordt geschat rond 4.900 v.C. of rond 2.800 v.C. te hebben plaatsgevonden.
 

Voetnoten: