Gedetailleerde informatie (al)
Alanen
In de vroege middeleeuwen trokken veel volkeren door heel Eurazië.De Alanen waren een oude Iraanse stam die in de eerste eeuw na Christus werd genoemd door verschillende klassieke auteurs zoals Seneca (4v.C.-65) en Ptolemaeus (100-170). In de vroege geschiedenis van de Alanen verschenen ze als een nomadisch volk dat vooral bekend stond om hun cavalerie. Ze kwamen in raakten de Alanen betrokken bij de militaire strijd van Byzantium en Iran.
De invasie van de Hunnen splitste de Alanen in twee groepen: Europeanen en Kaukasiërs. De laatste groep vestigde zich langs de noordelijke Kaukasus en werd een agrarisch, sedentair volk. Later werden de Alanen opgenomen in het Khazar-rijk en vormden ze de noordgrens. Gedurende deze periode profiteerden ze van de zijderoute, zoals blijkt uit de rijke zijdeproducten die zijn opgegraven in de Kaukasische regio's. Vanaf de tiende eeuw stichtten de Alanen hun eigen staat Alania en werden ze orthodox. In 1239 werd Alania verpletterd door de Mongolen. De Alanen vielen uiteen in drie groepen: sommigen trokken oostwaarts naar Peking en namen dienst onder de Mongoolse Khans als bewakers, een ander deel verhuisde naar Europa en vestigde zich in Hongarije en de derde groep trok zich terug in de centrale Kaukasus.
In de noordelijke Kaukasus zijn verschillende soorten archeologische vindplaatsen gevonden en opgegraven, waaronder enorme fortheuvels en begraafplaatsen. De belangrijkste archeologische kenmerken zijn echter de catacombengraven, deze dateren al uit de 1e eeuw doorlopende tot aan de 14e eeuw. Naast een hoge concentratie van graven, herbergt het Kislovodsk-bekken ook meer dan 900 archeologische vindplaatsen en ongeveer 150 nederzettingen van de vroeg-middeleeuwse Alanen.
De belangrijkste vindplaatsen, daterend uit de vroege middeleeuwen, zijn een groot aantal kleine fortheuvels met versterkte stenen structuren en vlakke catacombengraven. Deze forten zijn meestal gebouwd op steile, hoge kliffen met een oppervlakte variërend van 1000 tot 3000 vierkante meter. De ruïnes zijn nu grotendeels bedekt met gras, maar af en toe vinden we nog overblijfselen van stenen muren en torenruïnes.
De terrassen zijn onderverdeeld in twee hoofdtypen: enkele, dubbele of driedubbele grote terrassen met hoge oevers, gelegen op steile hellingen, en cascades van lange laagbouwterrassen op gladdere hellingen. Deze terrassen zijn duidelijk door mensenhanden gebouwd. Artefacten zoals keramiek werden ontdekt die kunnen worden gedateerd in de late bronstijd en de vroege ijzertijd.
De mogelijke bevolkingsdichtheid was 3,5 tot 7 mensen per vierkante kilometer. Elk fort kan worden bewoond door maximaal vijf kleine huishoudens, wat typerend is voor de vroege middeleeuwen toen de Alanen een cluster van kleine stammenkoninkrijken vormden.
Aleppo / Alep / Haleb
Zeer oude, nog immer bewoonde stad in noordwest Syrië, ca. 2.000.000 inwoners. Commercieel centrum van agrarische producten, zijde, katoen en cement. Aleppo is eveneens een doorvoercentrum, zowel per spoor als ook per vliegtuig. Waarschijnlijk in het 6e millennium v.C. gesticht. In de 14e en 13e eeuw v.C. werd het beheerst door Hittieten, later was het een kruispunt van karavaanroutes door Syrië naar Bagdad. Van de 9e tot de 7e eeuw v.C. behoorde het bij het Assyrische rijk en werd de stad "Halman" genoemd. In de 6e eeuw v.C. veroverd door de Perzen en de Seleucieden. Seleucus I herbouwde de stad in de derde eeuw v.C. en noemde het Berea. Toen in 272 Palmyra viel, werd de commerciële betekenis van Aleppo nog veel groter en in de 4e eeuw was Aleppo eveneens een religieus, Christelijk centrum. In het Byzantijnse rijk was het een bloeiende stad, doch in 638 werd het zonder slag of stoot door de Arabieren ingenomen. Aan het einde van de 11e eeuw werd het veroverd door de Turken. In 1118 en 1124 werd het zonder succes belegerd door de kruisvaarders en in 1183 door Saladin veroverd. In 1260 en 1401 respectievelijk overheersing door de Mongolen en Timur. Van 1517 tot 1832 was Aleppo onderdeel van het Ottomaanse rijk, tot de Egyptenaren het innamen onder Muhammad Ali. Aan het einde van de 19e eeuw werd het belang van de stad minder door o.a. de opkomst van Damascus en de aanleg van het Suez-kanaal. Na de eerste wereldoorlog brachten de Fransen Aleppo weer tot bloei, die lijn is doorgezet na de onafhankelijkheid in 1941 en momenteel is Aleppo een stad van behoorlijke importantie.Alexander de Grote (356 - 323 v.C.)
Koning van Macedonië van 336 - 323 v.C. Zoon van Philippos II en de Illyrische prinses Olympias. Leerling van Aristoteles en sedert zijn 14e jaar door hem opgevoed. Onderdrukte alle opstanden in zijn koninkrijk snel en meedogenloos. Begon in 334 v.C. zijn tocht tegen Dareios III, koning van Perzië. Versloeg de Perzen eerst bij de Granikos (een in de zee van Marmora uitmondend riviertje), daarna Dareios III bij de Issos. Veroverde in 332 v.C. Fenicië en Egypte en stichtte aldaar Alexandrië. Versloeg in 331 definitief Dareios III bij Gaugamela (ten oosten van de Tigris) en nam Babylon, Soesa en Persepolis in. Trok in 328 naar Bactrië en Sogdiana en versloeg de Indische vorst Poros aan de overzijde van de Indus. Zijn soldaten weigerden verder te trekken uit angst voor het "vreemde" volk aldaar. Daarna keerde hij terug, bedwong een opstand van de Macedoniërs en stierf te Babylon aan malaria onderweg op expeditie naar o.a. Arabië. Bracht de Griekse cultuur naar Azië, waarna bij vermenging daarvan met de oosterse cultuur het "Hellenisme" ontstond. Zijn doelstelling was niet slechts onderdrukking, doch vereniging van het oosten en het westen, waarbij de Griekse cultuur de boventoon zou voeren. Hij moedigde bijvoorbeeld huwelijken aan tussen verschillende stammen om zo integratie te bevorderen en één volk te bewerkstelligen. Gaf zelf het voorbeeld door de Iraanse prinses Roxane te huwen. De eenheid kwam door zijn vroegtijdige dood echter niet tot stand. Aan het einde van zijn leven liet hij vele van zijn vrienden en bevriende generaals doden, vaak in een dronken roes, doch was een fascinerende persoon waarvan over een zeer verspreid gebied veel gevonden is. In het Midden- en Verre Oosten kent men hem onder de naam Iskandar. Was 1 der grootste veldheren en heersers aller tijden en persoonlijk zéér begaafd.Alexandrië (Arabisch: Iskandarija)
Egyptische stad in de Nijldelta. In 332 v.C. door Alexander de Grote gesticht. In de oudheid stond hier de 140 meter hoge vuurtoren (Pharos). Tijdens de Ptolemeeën handels- en cultureel centrum (bibliotheek, 700.000 rollen). Later hoofdzetel der Christelijke theologie. In 641 veroverd door de Arabieren. In 1882 gebombardeerd door de Engelse vloot, daarna Engelse vlootbasis tot 1946.Alfeios
In de Griekse mythologie was Alfeios de riviergod van de gelijknamige rivier, de Alfeios-rivier. Hij was de zoon van de Titanen Oceanus en Tethys, en hij trouwde met Telegone, met wie hij een zoon had, koning Orsilochus.Hij was een fervent jager en werd verliefd op de nimf Arethusa. Ze slaagde er echter in hem te ontwijken en ging naar het eiland Ortigia, waar ze in een put veranderde. Alfeios veranderde zichzelf toen in een rivier en stroomde onder de Peloponnesos helemaal naar Ortigia, hij was in staat om zich met haar te herenigen. Volgens een andere mythe werd Alfeios verliefd op de godin Artemis, die hij achtervolgde, maar ze slaagde erin hem te ontwijken door haar gezicht met modder te bedekken. Ten slotte, in het verhaal van de 12 Werken van Heracles, leidde de mythische held de stroom van de rivier de Alfeios om, zodat deze door de stallen van Augias zou gaan om ze in 1 dag van het vuil te reinigen.
Alkmene
Alkmene was in de Griekse mythologie een kleindochter van de held Perseus en de vrouw van Amphitryon en staat vooral bekend als de moeder van de halfgod Herakles.Ze wordt normaal gesproken beschouwd als een kleindochter van Perseus en Andromeda, geboren uit Elektryon en Anaxo, hoewel sommigen zeggen dat de moeder van Alkmene eigenlijk Lysidice was, een dochter van Pelops. Elektryon was de koning van Mycene en Tiryns, en net als Alkmene zou Elektryon de vader zijn van 10 zonen bij zijn vrouw en 1 onwettige zoon: Licymnius.
Alkmene groeide op tot een van de mooiste vrouwen van die tijd en met deze schoonheid kwam ook wijsheid, het was om deze reden dat Amphitryon naar Mycene kwam om van Alkmene, zijn nicht, zijn vrouw te maken.
Nadat Amphitryon het vee teruggehaald had, dat verdreven was bij een strijd tussen de zonen van Elektryon en de zonen van Pterelaos, stemde Elektryon ermee in dat Amphitryon met Alkmene kon trouwen en gaf Amphitryon de leiding over het koninkrijk. Echter de koning werd per ongeluk gedood door Amphitryon, toen een knuppel terugkaatste en hem raakte. Ondanks dat het een ongeluk was werd Amphitryon in ballingschap gestuurd en Alkmene ging met hem mee.
Alkmene weigerde eerst met Amphitryon te trouwen totdat hij de dood van de broers van Alkmene had gewroken, die in de strijd waren omgekomen en Amphitryon trok ten strijde.
Maar de schoonheid van Alkmene trok ook de aandacht van Zeus die zich vermomde als Amphitryon, Alkmene trapte er in en tijdens de afwezigheid van Amphitryon werd zij zowel zwanger van Zeus, die vermomd als haar echtgenoot haar bezocht en (na zijn terugkeer) eveneens van Amphitryon zélf. Uit deze zwangerschap werd een tweeling geboren: Iphicles de zoon van Amphitryon en Heracles de zoon van Zeus. Amphitryon vernam van de ziener Tiresias wat er was gebeurd en toen het voor haar bijna tijd was om te baren, verkondigde Zeus dat op een bepaalde dag een afstammeling van Perseus zou worden geboren en dat deze jongen over Mycene zou heersen. Hera hoorde het nieuws, werd boos over de ontrouw van haar man en besloot Ilithyia, de Griekse godin van de bevalling, te instrueren om de bevalling te vertragen en zeven dagen en nachten lang verkeerde Alkmene in barenspijn alvorens de kinderen ter wereld te brengen. Aanvankelijk werd de zoon van Zeus door Alkmene en Amphitryon "Alcides" genoemd, later werd de naam veranderd in Herakles, wat "Glorie van Hera" betekent, dit om Hera weer gunstig te stemmen. Maar Alkmene en Amphitryon waren nog steeds bang voor de woede van Hera en besloten Herakles in een veld buiten Thebe achter te laten, maar voordat de baby iets kon overkomen, werd hij gevonden door Athena en mogelijk door Hera zelf gevoed, niet wetende wie de baby was.
Nadat Athene de jonge Herakles had teruggebracht bij Amphitryon en Alkmene en Herakles nog een tiener was, stierf Amphitryon in de oorlog tussen Thebe en de Miniërs. Alkmene trouwde vervolgens met Rhadamanthys, de zoon van Zeus en Europa, en ging met haar nieuwe echtgenoot in Boeotië wonen.
Koning Eurystheus op zijn beurt, probeerde de kinderen van Herakles te doden om zijn heerschappij veilig te stellen, maar Hyllus, een zoon van Herakles, doodde de koning, hakte het hoofd af en bracht het naar Alkmene, waarna zij de ogen uitstak met weefpennen (ze haatte Eurystheus intens).
Over Alkmene's dood doen verschillende verhalen de ronde: ze zou gestorven zijn van ouderdom, mogelijk in Thebe of in Megara. Maar andere verhalen vertellen dat Zeus Hermes haar lichaam liet stelen en liet vervangen door een standbeeld, waarna Hermes Alkmene naar de Eilanden van de Blest bracht, waar Alkmene nieuw leven werd ingeblazen en de eeuwige vrouw van Rhadamanthys werd.
Altai-gebergte
Het Altai-gebergte in Zuid-Siberië vormt de belangrijkste bergketen in de biogeografische regio West-Siberië en de bron van de grootste rivieren: de Ob en de Irtysh. De totale oppervlakte beslaat 1.611.457 hectare. De regio vertegenwoordigt de meest complete opeenvolging van hoogtevegetatiezones in centraal Siberië, van steppe, bos-steppe, gemengd bos, subalpiene vegetatie tot alpine vegetatie. Het gebied is ook een belangrijk leefgebied voor bedreigde diersoorten zoals de sneeuwluipaard.Alulim
Ook wel Ayalu en Ayyalu. Eerste koning die genoemd wordt op de Sumerische koningslijst. Volgens deze lijst regeerde hij 28.800 jaren lang, maar zijn regeerperiode wordt geschat rond 5.000-4.900 v.C. of rond 2.900 v.C. te hebben plaatsgevonden. In de Uruk-lijst van koningen en sagen wordt hij gekoppeld aan de Apkallu met de naam "Adapa (Oannes)". Sommigen proberen in hem een verband te zien met de bijbelse Adam.Alyattes
Vierde koning van de Mermnad dynastie. Zijn regeerperiode duurde van ca. 600 tot 560vC. Alyattes was na Gyges, Ardys, en Sadyattes, de vierde koning van Lydië. Zijn naam kan worden afgeleid van het Lydische woord "walwi" (leeuw). Alyattes vader en grootvader hadden het Koninkrijk in West-Turkije inmiddels geconsolideerd en ook Alyattes sloeg de weg in van een beleid van verovering. De jaarlijkse campagnes tegen Milete begonnen al zes jaar voordat Alyattes koning werd, en we weten niet of de kroonprins of zijn vader de beslissing maakte. Alyattes ondernam elk jaar een invasie van het grondgebied van Milete zodra de gewassen rijp waren, zijn soldaten marcheerden op de muziek van blazers, harpen en hobo's. Hij vernietigde of verbrandde de huizen van het land nooit, maar liet hen ongehinderd. Hij kwam voor de bomen en de gewassen om vervolgens zich weer terug te trekken. De reden hiervoor was de overheersing van de zee door Milete, dat maakte het nutteloos voor zijn leger om een regelmatige belegering uit te voeren, Alyattes zag af van de sloop van huizen, zodat de Milesiërs een plek houden om te wonen, te werken op het land alsmede hun nageslacht, met als gevolg dat hij zelf steeds iets te plunderen zou hebben, elke keer dat hij het land binnen zou vallen. Hij gebruikte deze strategie gedurende elf opeenvolgende jaren, gedurende welke de Milesiërs twee ernstige nederlagen leden, 1 in de buurt van de haven van het district in hun eigen land, de andere in de vlakte van de Meander. Na de vijfde campagne, zijn de twee partijen een vredesverdrag overeengekomen. De exacte voorwaarden blijven onbekend, maar Milete bleef onafhankelijk en de Lydiërs boden zelfs aan te helpen bij de wederopbouw van één van de Milete tempels. Wat Alyattes hiertoe gebracht heeft is niet bekend, maar er moet iets zijn geweest. Zijn jaarlijkse campagnes waren gemakkelijk en de oorlog met Milete werd gezien als een succesvolle en goedkope. Misschien ontstond er een handelsverhouding, of een militair Bondgenootschap, of misschien moest hij zijn westelijke grens veilig stellen omdat in het Oosten een nieuwe oorlog tegen de Meden op het punt stond uit te breken, gesproken wordt ook over een bezoek van Alyattes aan het Griekse orakel (Sibille) in Delphi.In het Oosten veroverde Alyattes de voormalige hoofdstad van de oude hoofdstad van Frygië "Gordium", en bouwde daar een vesting. De Lydische uitbreiding die nu centraal Turkije had bereikt resulteerde in nieuwe complexiteit. Bijvoorbeeld de Kimmeriërs die Phrygië hadden onderworpen, waren nog steeds actief maar Alyattes behaalde een overwinning op deze Nomadenstam. Het is mogelijk dat deze opmerkelijke overwinning niet zo spectaculair was als het voor de tijdgenoten leek: na hun eerste invallen gingen de nomaden vaak settelen en werden ze minder agressief. Het is mogelijk dat de Kimmeriërs in de tussentijd sedentair geworden zijn, en dat Alyattes slechts pochte dat hij een gevaarlijke vijand had overwonnen.
De Meden waren een andere vijand. In 612 hadden zij en hun Babylonische bondgenoten de Assyriërs overwonnen. Nineve was verslagen en de Meden en Babyloniërs verdeelden het rijk dat eens het hele Nabije Oosten Verenigde. De Medische koning Cyaxares had centraal Turkije ingelijfd vanuit het Oosten via Armenië, en het land dat bekend stond als Cappadocië binnengevallen. Herodotus schrijft dat er een diplomatiek incident was waarbij sommige Scythen betrokken waren. Er was oorlog gedurende vijf jaar, waarin zowel Lydiërs en Meden een aantal overwinningen boekten. Bij één gelegenheid had ze een onverwachte strijd in het donker, een gebeurtenis die zich zou hebben voorgedaan na vijf jaar besluiteloos oorlogvoeren: de twee legers waren al in strijd toen de dag plotseling in nacht omgezet werd. Deze verandering van daglicht in duisternis was door Thales van Milete eerder al voorspeld. Zowel de Lydiërs alsook de Meden braken de strijd af toen ze deze verdonkering van de dag zagen, ze waren banger hiervoor dan voor hun tegenstanders en een verzoening werd teweeggebracht door Syennesis (een Ciliciër) en Labynetus van Babylon, deze mannen waren verantwoordelijk voor het bewaren van de vrede, alsmede voor de uitwisseling van huwelijken tussen de twee koninkrijken. Ze haalden Alyattes over zijn dochter Aryenis aan Astyages, zoon van Cyaxares te geven, wetende dat verdragen zelden intact blijven zonder sterke lijmmiddelen zoals deze.
Thales zonsverduistering kan gedateerd worden op 28 mei 585 V.C.
De grens tussen Lydië en Medië werd afgesproken bij de rivier "Kizil Irmak". Herodotus heeft een lijst van landen gemaakt die onderworpen aan Alyattes' zoon Croesus. De meeste van hen waren inmiddels reeds onderworpen: behalve de Ciliciërs en de Lyciërs hield hij alle mensen ten westen van de Kizil Irmak in onderwerping: Lydiërs, Frygiërs, Mysiërs, Mariandyniërs, Chalybiërs, Paphlagoniërs, Thraciërs, Cariërs, Ioniërs, Doriërs en Pamphyliërs. Hoewel deze lijst naar de situatie in 550 V.C. verwijst, is het waarschijnlijk dat de meeste van deze stammen werden veroverd door Alyattes. De Mysiërs, Mariandyniërs, Chalybiërs, Paphlagoniërs, Thynische Thraciërs en Bithyniërs leefden in de Troad en langs de zuidelijke oever van de Zwarte Zee, en waren al onderworpen door Gyges. De Ioniërs en Doriërs waren de Grieken in Azië. De Kariërs waren bondgenoten van de Lydiërs, maar het is waarschijnlijk dat zij aan Alyattes zijn onderworpen na een diplomatiek huwelijk (Alyattes zoon Croesus had een Karische moeder). Dit laat alleen de Pamphyliërs in Zuid-Turkije als een nieuw veroverd volk. Misschien werden ze ingelijfd door Croesus, maar Alyattes veertig jarig bewind laat voldoende ruimte voor een campagne tegen Pamphylië.
Alyattes had ten minste twee vrouwen. Een Karian vrouw baarde zijn dochter Aryenis en zijn zoon en opvolger Croesus, en een Griekse vrouw was de moeder van Pantaleon. Toen Alyattes stierf, het was niet duidelijk wie hem zou moeten opvolgen, in ieder geval was er hierover behoorlijke strijd tussen Croesus en Pantaleon.
Alyattes werd, net als alle koningen van de Mermnad dynastie, begraven door zijn zoon bij de koninklijke begraafplaats van Bin Tepe, op de vlakte van Sardes.