Gedetailleerde informatie (he)

Hebreeën / Hebreeërs

Zie ook: Joden.
In het Oude Testament de benaming voor de Israëlieten. Als "Hebreeër" is afgeleid van Abrahams voorvader "Heber", dan omvat het begrip ook de Edomieten en Moabieten. Soms wordt de naam verklaard als afleiding van het Hebreeuwse woord "eber" wat overkant betekent, wat dan zoveel wil zeggen als "afkomstig van de andere zijde van de Eufraat of de Jordaan". Misschien mogen de Hebreeërs geïdentificeerd worden met de Aperioe, die in de 13e eeuw v.C. naar Egypte kwamen, dus in een tijd dat de Joodse stammen reeds uit dat land vertrokken waren. Ook is twijdelachtig of de Hebreeërs in verband gebracht kunnen worden met de Chabiroe, die in de Amarnabrieven worden aangeduid als rovers. Van de Hebreeërs kennen we vooral het "Hebreeërevangelie", één der oudste en meest gebruikte apocriefe evangelieën. De Hebreeuwse taal behoort tot de Kanaänitische groep der Semitische talen. Het Oud-Hebreeuws ontstond toen de Israëlitische stammen na de vestiging in Egypte (14e - 13e eeuw v.C.) de taal der Kanaänieten overnamen en deze vermengden met de Aramese elementen van hun taal. Sedert de 5e eeuw werd het Hebreeuws verdrongen door het Aramees, de officiële taal van het rijk der Achaimenieden. Ten tijde van het jaar 0, was het Hebreeuws bij het volk verdwenen. Het Hebreeuwse schrift bevat 23 letters (allemaal medeklinkers) die uit het Foenisisch zijn ontleend, later zijn daar klinkers aan toegevoegd. Het schrift wordt van rechts naar links gelezen.

De Hebreeuwse letterkunde kunnen we grofweg in 5 tijdvakken indelen:

De Oud-Testamentische periode:
Vooral heldendichten zoals het "lied van Deborah (Richteren 5), het hooglied en psalmen. Behalve het leerdicht "job" is alle Hebreeuwse poëzie in het Oude Testament lyriek.

De Talmoedische periode:
Jezus Sirach (bijbelboek uit de 3e eeuw) en de "Tannaïtische geschriften".

De Middeleeuwen:
Staat sterk onder invloed van de Arabische poëzie. Uit dit tijdperk kennen we werken van o.a. de filosofen: Saädja, Maimonides, Juda Hallewi enz.

De moderne literatuur:
Deze laat men meestal beginnen bij M.Ch.Luzatto (1707-1747) op grond van de drie drama's die deze mysticus, ethicus en Talmoedist schreef. Verder kennen we het "Mozeslied" van de Duitser N.H. Wessely (1725-1805). Van Wessely en de Nederlander D.Franco Mendes kennen we het literair-wetenschappelijke tijdschrift Hameassef. Een andere grote naam was Jehuda Leib Gordon (1831-1895).

De Zionistische literatuur:
Vanaf ca.1873 met schrijvers zoals Bialik, Agon, Mosinsohn, Yishar en Sjamir.

Hector / Hektor

In Homeros' Ilias een prins, de oudste zoon van koning Priamus en koningin Hekabe/Hecuba, echtgenoot van Andromache en vader van Astyanax. Een Trojaanse kampioen en grootste heros in de Trojaanse oorlog, gelijkwaardig aan Ajax, gedood door Achilles, met hulp van de god Hermes, wist Priamus Achilles te overreden hem toe te staan om Hector te begraven. Doodde zelf Protesilaus en werd door Ajax gewond. Toen hij met hulp van Apollo Patroclus doodde, betekende dat een keerpunt in de strijd, maar zijn lot werd vooraf al door Zeus over hem afgeroepen. Hij had een paard genaamd Lampos en twee vrienden: Misenus en Poludamas. Zijn halfbroer en wagenmenner heette Cebriones.

Heemskerck, Maarten van (1498 - 1574)

Nederlandse schilder, leerling van Jan van Scorel. Beïnvloed door het werk van Michelangelo. Maakte vooral altaarstukken en portretten, heeft eveneens schilderingen gemaakt van de 7 wereldwonderen.

Hekabe

Moeder van Hector, vrouw van Priamus, koning van Troje. Ook wel Hecuba en Hecabe genoemd. Het is niet helemaal zeker waar ze vandaan kwam, volgens sommige bronnen was zij dochter van Dymas, koning van Phrygië. Andere bronnen melden dat haar vader Cisseus was, koning van Thracië. weer anderen beweren dat zij geboren is uit de Sangarius-rivier.
Volgens Euripides baarde zij 50 kinderen, Apollodorus maakt daar 14 van. In ieder geval onder haar dochters zien we: Creusa, Laodice, Polyxena en Cassandra. Zonen van haar waren: Hector, Paris (alexander), Deiphobus, Helenus, Pammon, Polites, Antiphus, Hipponous, Plydorus en Troilus.
Toen ze zwanger was droomde ze dat vanwege 1 van haar kinderen de hele stad zou afbranden, waarzeggers voorspelden dat haar zoon de stad ten onder zou doen gaan. Na de geboorte van deze zoon, genaamd Paris, werd hij achter gelaten op berg Ida maar toen de herder Agelaus hem na 5 dagen nog steeds in leven aantrof ontfemde hij zich over hem. Volgens sommige verhalen hielden Priamus en Hekabe de geboorte van Paris geheim en beweerden zij dat ze een boodschap hadden gekregen dat een kind op die dag geboren, de val van Troje zou betekenen en Priamus beval Munippus te doden, zoon van Cilla die op dezelfde dag als Paris geboren was. Hekabe heeft vanaf de muren van Troje veel van haar zonen de dood zien vinden. Toen het doek bijna gevallen was en de Grieken binnen de muren een slachting aan het aanrichten waren, overreedde ze haar man Priamus om in het paleis te blijven samen met haar dochters en haarzelf. Ze werden gevonden door Pyrrhus (Neoptolemus) die voor de ogen van Hekabe zowel haar zoon Polites alsook Priamus om het leven bracht.
Na de oorlog werd zij aan Odysseus gegeven.
Over haar dood is niet veel bekend, volgens sommige verhalen werd zij gestenigd door de Grieken vanwege de moord op Polymestor, andere verhalen beweren dat ze overboord gesprongen is van Odysseus schip en verdronken in de golven. Een laatste verhaal is dat zij veranderde in een hond op de vlucht voor de companen van Polymestor.

Helena

Helena, in Griekse legendes de mooiste vrouw van Griekenland en de indirecte oorzaak van de Trojaanse oorlog. Ze was de dochter van Zeus en Leda en zus van de Dioscuri. Als jong meisje werd ze meegenomen door Theseus, maar ze werd gered door haar broers. Ze was ook de zus van Clytemnestra, gehuwd met Agamemnon. Haar vrijers kwamen op zeker moment uit alle delen van Griekenland, uit hun midden koos ze Menelaus, jongere broer van Agamemnon. Tijdens afwezigheid van Menelaos echter, vluchtte Helena naar Troje met Paris, zoon van de Trojaanse koning Priamus. Dat was voor Menelaos de aanleiding om Troje de oorlog te verklaren. Na de val van Troje werd Menelaos bij het zien van Helena per direct weer verliefd op haar en alhoewel hij er eerst op uit was haar te doden, nam hij haar mee terug naar Griekenland waar ze nog lang en gelukkig leefden. Helena werd aanbeden en had een festival op Therapnae in Laconia, ze had ook een tempel in Rhodos waar ze werd aanbeden als Dendritis (de godin van boom). Net als haar broers, de Dioscuri, was ze een beschermster van zeelieden.

Heliades

Dochters van Helios, ook wel "zonnekinderen" genoemd. Volgens de ene bron waren er drie: Aegiale, Aegle, en Aetheria. Volgens een andere bron waren er vijf: Helia, Merope, Phoebe, Aetheria, en Dioxippe. Hun broer Phaeton, stierf nadat hij probeerde zijn vaders' strijdwagen te berijden; hij was onmachtig om de paarden in toom te houden en viel. De Heliades treurden 4 maanden lang en de goden veranderden hen in bomen en hun tranen in amber. Volgens sommige bronnen vielen hun tranen in de rivier Eridanos.

Helios (Romeinen: Sol)

Griekse zonnegod, zoon van Hyperion en Thea. Vader van de Heliades. Volgens Homeros stijgt hij 's morgens uit de oost-oceaan ten hemel en daalt 's avonds in de west-oceaan neer. De god die alles ziet en hoort. Werd aangeroepen bij het afleggen van eden (mv. van eed). Helios werd vooral vereerd te Rhodos. Later werd hij vereenzelvigd met Foibos Apollo en stelde men hem voor op een gouden wagen met een vlammensnuivend vierspan (oostgevel van het Parthenon, op een in Troje gevonden metope uit de 1e eeuw v.C. en op de fries van het altaar te Pergamum). Zonder de paarden ziet men hem op reliëfs uit de cyclus van Mithra. In de Romeinse keizertijd kreeg zijn cultus een nieuwe betekenis, omdat hij als Sol Invictus geïdentificeerd werd met Mitera en Phaëton.

Hellenisme (zie ook: Griekenland)

Het begrip Hellenisme werd geïntroduceerd door Johann G. Droysen (Duits historicus, 1808-1884, hoogleraar te Berlijn). Aanvankelijk werd hieronder verstaan het overbrengen van de Griekse beschavingselementen naar vreemd gebied, zonder dat de beschaving van daar in de Griekse beschaving integreerde, later werd onder Hellenisme vaak verstaan: de vermenging van de Griekse en Oosterse beschaving na Alexander de Grote. Meestal is Hellenisme een zuiver chronologische aanduiding voor de tijd na Alexander de Grote.

Helle

Dochter van Athamas en Nephele, tweelingzus van Phrixus. Zij vluchtte met haar broer op een gouden ram door de lucht naar Colchis, om van haar stiefmoeder Ino, die haar onderdrukte, bevrijd te worden, maar viel in de zee. De zeestraat is naar haar vernoemd.
Zie ook:
Dardanellen
Sibille van de Hellespont.

Hellespont

In de oudheid ook wel genoemd: Hellespontium Pelagus, Rectum Hellesponticum en Fretum Hellesponticum. Genoemd naar Helle (die daar verdronk), dochter van Athamas en Nephele, tweelingzus van Phrixus. Zij vluchtte met haar broer op een gouden ram door de lucht naar Colchis, om van haar stiefmoeder Ino, die haar onderdrukte, bevrijd te worden, maar viel in de zee. Volgens de mythologie lagen de steden Sestos en Abydos aan weerszijden van de Hellespont, in deze steden woonden (met het water daar dus tussenin) de twee gedoemde geliefden Hero en Leander. Volgens het verhaal zwom Hero 's nachts de Hellespont over om bij zijn geliefde te komen, maar verdronk, waarop ook Leander in het water sprong en omkwam. Herodotos vertelt dat in 482 v.C., Xerxes (de koning van Perzië en zoon van Darius), daar ter hoogte van Abydos, twee bruggen bouwde van Griekenland tot Perzië, om zijn leger van 5.000.000 man in staat te stellen te voet de oversteek te maken. Beide bruggen werden in een storm vernietigd, maar nadat de zee was gestraft met 300 zweepslagen en door een aantal brieven er in te hebben geworpen, konden andere architecten de bruggen wederom voltooien. Aanvullend op het straffen van de Hellespont, liet Xerxes eveneens de bruggenbouwers die verantwoordelijk waren voor de eerste (vernietigde) bruggen onthoofden.
Zie ook:
Dardanellen
Sibille van de Hellespont.

Hemon

Hemon (Hemiunu) was een zoon van prins Nefermaat en een kleinzoon van koning Snofru van de 4e dynastie.
Er is geen informatie over vrouwen van kinderen van Hemiunu. Hij was een vizier tijdens het bewind van zijn oom Cheops en wordt genoemd als de architect van de piramide van deze koning in Gizeh. Onder zijn indrukwekkende titels zijn ook verschillende priestertitels. Zo vinden we dat Hemiunu priester was voor Bastet, Sekhmet, Mendes en Thot. Het is mogelijk dat veel van deze priestertitels puur eretitels waren.
Er wordt gezegd dat hij tot het 19e jaar van de regering van Cheops heeft geleefd, wat betekent dat de Grote Piramide tegen die tijd ofwel voltooid was, ofwel door een andere architect werd voltooid. Hij werd begraven in mastaba G 4000 in Gizeh, in de buurt van de koninklijke piramide. In een nis van zijn mastaba werd een indrukwekkend levensgroot beeld van 1,55 m hoog gevonden. Het stelt Hemiunu voor, zittend op een bloktroon, zijn rechterhand resoluut gebald, zijn linkerhand op zijn knie. Zijn lichaam is zwaar, misschien een indicatie dat Hemiunu nogal dik was, of misschien gewoon een indicatie dat hij welgesteld was. Het hoofd van het beeld is gerestaureerd, omdat het beschadigd was rond de ogen, die oorspronkelijk mogelijk waren ingelegd met bergkristallen.
Het beeld is een van de vele exposities in het museum in Hildesheim, Duitsland.

Henoetsen

Henoetsen is 1 van de koninginnen van de vierde dynastie en ze is de vrouw van de bouwer van de Grote Piramide, koning Khufu en 1 van de dochters van koning Sneferu. Volgens onderzoeker en auteur Ismail Hamed was ze getrouwd met haar broer Koning Khufu. Er wordt ook aangenomen dat koningin Henoetsen de moeder van koning Khafra is, naast twee andere prinsessen: Khafkhufu I en Minkhaf. Een aantal geleerden beweerden dat koningin Henoetsen de dochter van koning Khufu zou kunnen zijn (vandaar de benoeming "prinses Henoetsen"), maar alle kinderen van Khufu waren in graven begraven, terwijl koningin Henoetsen in een piramide werd begraven, net als de rest van de vrouwen van koning Khufu. Haar piramide bevindt zich eveneens in Gizeh, naast de piramide van koning Khufu's moeder, koningin Hetepheres I, de piramide van zijn eerste vrouw Meritites en vlakbij de Grote Piramide.

Hephaestus

ook wel Hefaistos genoemd. Zoon van Hera, die hem "onbevlekt" had ontvangen (zonder geslachtsgemeenschap te hebben gehad zwanger worden). Hephaestus is de god van het vuur en de smeedkunst. Het baren van Hephaestus door Hera was als antwoord op het baren van Athena door Zeus (uit zijn hoofd). Hephaestus werd mank geboren waarna Hera hem van de Olympus wierp. Hij werd uit zee gevist door Tethys en Eurynome en kon op het eiland Lemnos daarom een werkplaats beginnen. Uit wraak naar Hera toe smeedde hij haar een betoverde troon, toen ze er op ging zitten kwam ze er niet meer van los. De andere goden van de Olympus probeerden hemel en aarde te bewegen om Hephaestus terug te halen naar Olympus zodat hij zijn moeder kon bevrijden, maar geen daarvan slaagden er in, tot uiteindelijk Dyonsus met zijn wijn Hephaestus wist te bedwelmen zodat hij hem per ezel terug kon laten keren naar Olympus. Zeus was verheugd om zijn terugkeer en schonk hem de hand van Aphrodite, Dyonisus kreeg vanwege zijn goede daad een plaatsje in het Olympische Pantheon. Hephaestus staat ook bekend als de smid die het wapentuig van Achilles had vervaardigd, een wapentuig dat onoverwinnelijk zou zijn.

Heptastadion

Lengte van 7 stadia (1 stadium = 185 meter). Ook de naam van de dijk tussen het eiland pharos en Alexandrië, deze mat dus 1295 meter, wat bijna gelijk is aan 1 mijl.

Hera (Romeinen: Juno)

Korte beschrijving van de godin Hera

Oude Griekse godin, afkomstig uit Argos, oorspronkelijk vereerd in de gedaante van een koe. Hera (Romeinse naam: Juno) is de vrouw van Zeus en koningin van de oude Griekse goden. Ze vertegenwoordigde de ideale vrouw, was de godin van het huwelijk en het gezin, en beschermster van vrouwen in het kraambed. Moeder van Ares, Hefaistos en Hebe. Bekend om haar jaloezie in het huwelijk vanwege de vele "verbintenissen" van Zeus met andere vrouwelijke godheden zoals Demeter, Leto, Io, wat géén huwelijken waren. Hoewel Hera zelf altijd trouw was, stond ze vooral bekend om haar jaloerse en wraakzuchtige karakter, voornamelijk gericht tegen de minnaressen van haar man en zijn buitenechtelijke kinderen. Hera verschijnt al zeer vroeg in de Griekse kunst, zeer bekend is de Hera-kop in de verzameling Ludovisi te Rome.

Familie relaties van de godin Hera

In de Griekse mythologie was Hera de dochter van Kronos en Rhea, en moeder van Ares (god van de oorlog), Hebe (godin van de jeugd) en Eileithyia (godin van de bevalling), allemaal met Zeus. Hera beviel ook alleen van Hephaistos (god van de metallurgie) als vergelding voor Zeus' evenzo eigenhandige geboorte van Athena. Echter: Hera gooide Hephaistos van de berg Olympus vanwege zijn lelijkheid, en neerstortend op de aarde, werd de god kreupel. In andere verhalen werd Hephaistos juist vanwege zijn kreupelheid door Zeus uit de hemel gegooid. In ieder geval koesterde Hephaistos een wrok tegen zijn moeder.

De ontrouw van Zeus, echtgenoot van de godin Hera

Hera vocht voortdurend met de ontrouw van haar man en nam vaak wraak op hem en zijn vriendinnen en buitenechtelijke kinderen. Leto werd gestraft doordat Hera beloofde elk land te vervloeken dat de zwangere godin een toevluchtsoord gaf. Pas na maanden van omzwervingen kon Leto een plek (Delos) vinden om haar zoon, de god Apollo, te baren. Zelfs toen liet Hera haar dochter Eileithyia de bevalling verlengen tot negen maanden.
In verschillende versies waren Hera, Zeus en Io een zeer populaire mythe. In sommige verhalen veranderde de koningin van de goden Io, die een van haar eigen priesteressen en een voormalige prinses van Argos was, in een koe om de avances van Zeus af te schrikken, maar in andere versies was het Zeus die het meisje in een witte koe veranderde, ofwel om haar in het geheim te ontmoeten of om Hera ervan te overtuigen dat hij niet echt in Io geïnteresseerd was. Hera ontdekte echter hun hofmakerij, nam de voogdij over de koe en zette de honderd-ogige hond Argos Panoptes neer om haar te bewaken. Zeus nam toen Hermes in dienst om Argos in slaap te wiegen en hem te doden. Ter herinnering plaatste Hera toen zijn 100 ogen op de vleugels van de pauw. Ten slotte stuurde de Griekse godin, om niet achter te blijven, een horzel om de ongelukkige Io voortdurend te pesten.
Andere slachtoffers van Hera's jaloezie waren Semele, die door Hera werd misleid om Zeus te vragen zichzelf in al zijn goddelijke pracht te openbaren en de aanblik vernietigde haar onmiddellijk. Callisto was een andere minnaar van Zeus die de woede van Hera onderging toen ze in een beer werd veranderd en door Artemis werd opgejaagd. Zeus, uit medelijden, maakte haar later tot een sterrenbeeld: de Beer.
Hera deed er alles aan om zich te wreken voor Zeus' ontrouw met Alkmene, en richtte haar woede voornamelijk op hun zoon Herakles. Hera stelde zijn geboorte uit zodat zijn neef Eurystheus de troon van Tiryns kon claimen, stuurde twee slangen om het kind te doden terwijl hij sliep, zorgde ervoor dat de held gek werd en zijn eigen vrouw en kinderen vermoordde, en liet Eurystheus de held zijn twaalf werken geven, waarvan ze hoopte ze dat ze hem fataal zouden worden. Ze zette ook de Hydra van Lerna op tegen de inwoners van Herakles' geboortestad en zette de Amazones op tegen de held toen hij op zoek ging naar de gordel van Hippolyte. Hera was ook verantwoordelijk voor enkele van de woeste monsters die Herakles moest bevechten, de leeuw die Nemea terroriseerde en de Ladon-draak die de heilige appelbomen van de godin beschermde, een huwelijksgeschenk van Gaia. Een andere pan-Helleense held, die wel de gunst van Hera ontving, was Jason, bekend van het Gulden Vlies. De held had de godin onbewust geholpen toen ze vermomd was als een oude vrouw en een gevaarlijke rivier wilde oversteken, en ze beloofde altijd voor hem beschikbaar te zijn wanneer hij in nood verkeerde. Ten slotte waren er nog twee slachtoffers van de koningin der goden: Ixion, die vastgebonden was aan een altijd draaiend rad in Hades als straf voor zijn poging tot verleiding van Hera, en Tityos, die voor dezelfde indiscretie werd gestraft door vastgeketend te worden aan een rots terwijl zijn lever dagelijks door een gier werd opgegeten.

Hera en de Trojaanse oorlog

Hera was een hoofdrolspeler in het verhaal van de Trojaanse oorlog zoals verteld in de Ilias van Homerus. De godin steunt de Grieken en maakt vaak plannen met andere goden om de ondergang van Troje te bewerkstelligen, aangezien ze de Trojaanse prins Paris nooit heeft vergeven dat hij Aphrodite boven haar had verkozen als de mooiste godin. In de Ilias noemt Hera drie steden die haar bijzonder dierbaar zijn: Argos, Sparta en Mycene (of Mykene). Er wordt ons ook verteld dat ze als kind werd opgevoed door Oceanos en Tethys terwijl Zeus met Kronos vocht. Homerus beschrijft Hera het vaakst als witarmig, ossenoog en '"Hera van Argos". Hesiodus beschrijft Hera in zijn Theogonie op dezelfde manier als: "van Argos" en vaker als "gouden sandalen".

Hera in de Griekse kunst en religie

Hera was een belangrijke figuur in de Griekse religie. Ze was de beschermheilige van Argos, dat vanaf het midden van de 8e eeuw v.C. een heiligdom voor de godin was. Ze had ook een tempel die aan haar was gewijd in Olympia (650-600 v.C.) en Tiryns was een belangrijk cultuscentrum voor de godin in de 7e eeuw v.C. Het eiland Samos, in sommige verhalen de geboorteplaats van de godin, was al in de Myceense periode in het midden van het 2e millennium v.C. een centrum voor cultaanbidding van de Griekse godin, en vanaf de 8e eeuw werd een belangrijk centrum gecreëerd dat tot in de Romeinse tijd bloeide. Hera werd zeer gewaardeerd in Elis, waar munten de godin uitbeeldden in de 5e en 4e eeuw v.C. In heel Griekenland werden sportwedstrijden voor vrouwen, de Heraia, gehouden ter ere van Hera, evenals de jaarlijkse huwelijksfeesten (hierogamie) waarbij koppels het huwelijk van Zeus en Hera naspeelden.
Als een van de belangrijkste goden was Hera natuurlijk een prominente figuur in de oude Griekse kunst, met name op Attisch aardewerk met rode en zwarte figuren. Zonder specifieke eigenschappen is ze echter vaak moeilijk te onderscheiden van andere godinnen. Ze zit meestal op een troon en draagt ​​soms een kroon, houdt een koninklijke scepter vast en draagt ​​een bruidssluier. Af en toe wordt ze ook afgebeeld met een granaatappel, een traditioneel symbool van vruchtbaarheid. Andere associaties zijn de pauw (symbool van trots) en de koekoek en ten slotte met de leliebloem.
In de Romeinse cultuur leefde de godin voort als Juno, hoewel ze voornamelijk de goede familie- en trouwe huwelijkskenmerken van Hera vertegenwoordigde in plaats van de jaloerse wreker van ontrouw. Juno was samen met Jupiter en Minerva een van de belangrijkste Romeinse goden en was ze ook de beschermheilige van Rome zelf. De jaarlijkse Matronalia was een festival dat ter ere van haar werd gehouden in juni, de maand die haar naam droeg en de periode die in de Romeinse cultuur als de meest gunstige tijd wordt beschouwd om te trouwen.

Heracles

Zie ook: Herakles en de twaalf werken voor een uitgebreidere uitwerking
Herakles: beter bekend als Hercules (Romeinse naam), is de beroemdste heros van het oude Griekenland. Hij is beroemd om zijn ongelooflijke kracht, moed en mannelijkheid. Meestal wordt hij afgebeeld met een houten knots en gekleed in een leeuwenvel. Hij was de zoon van Alkmene die verleid werd door Zeus toen deze zich als haar man Amphytrion vermomd had. Als een onecht kind werd Heracles gehaat door Hera, vanwege de ontrouw van haar man. Hij werd door zijn ouders aanvankelijk Alcides genoemd, zijn naam werd later gewijzigd om Hera wat beter te stemmen. Ze stuurde eens twee slangen op Heracles af om hem te doden, maar Heracles wond beide slangen om zijn armen en behandelde ze als speelgoed. Heracles moest vee gaan hoeden in de bergen nadat hij zijn muziekleraar gedood had, volgens de overleveringen werd hij daar bezocht door de nymfen "Plezier" en "Deugd" die hem twee manieren van leven aanboden: rustig en op de achtergrond of roemrijk maar vol gevaren. Heracles koos voor het laatste.
Heracles' eerste vrouw was Megara, bij wie hij meerdere kinderen kreeg. Echter Hera bracht hem tijdelijk buiten zinnen en hij vermoordde zijn vrouw en kinderen. Andere overleveringen vertellen dat Megara wist te ontsnappen en dat Heracles haar later aan zijn vriend Iolaus gaf om mee te huwen als blijk voor diens volwassenheid (het was vrij normaal voor een man om een jonge mannelijke geliefde te hebben, een "Eromenos" heette dat in het oude Griekenland). Heracles zocht naar een manier om zich te reinigen van zijn zonden en hij raadpleegde een orakel, maar het orakel was beïnvloed door Hera en vertelde hem dat hij 12 jaar lang als slaaf zou moeten dienen onder koning Eurystheus, gedurende deze 12 jaar voltooide hij zijn 12 werken, deze had hij opgedragen gekregen om de godin Hera uiteindelijk weer gunstig te stemmen.

De 12 werken van Heracles bestonden uit:

  1. De Nemeïsche leeuw
  2. De Lernaïsche Hydra
  3. Het Erymantische everzwijn
  4. De Cerynitische hinde
  5. De stallen van Augias
  6. De Stymphalische vogels
  7. De Kretenzische stier
  8. De merries van Diomedes
  9. De gordel van Hippolyte
  10. Het vee van Geryoneus
  11. De gouden appels van de Hesperiden
  12. Cerberus de hellehond

Heraclitus / Herakleitos

Grieks filosoof (pré-Sokratisch) uit Efese, 535-475 v.C. Bekend als de "obscure". Hij was het oneens met Thales, Anaximander en Pythagoras over de aard en oorsprong van de ultieme substantie en beweerde daarentegen dat alles is opgebouwd uit het klassieke element "vuur". Dit deed hem veronderstellen dat niets gelijk blijft maar voortdurend aan veranderingen onderhevig is. In zijn bekende aforisme: "Panta Rhei" zegt hij dan ook: "Alles beweegt, niets staat stil". Bekend van hem is eveneens de uitdrukking: "Geen mens kan ooit dezelfde rivier twee keer oversteken, want nóch die mens, nóch die rivier blijven gelijk". Verder veronderstelde hij dat alles het gevolg is van logica. Met zijn ideeën dat alles veranderlijk was, stond hij lijnrecht tegenover andere gevestigde filosofen, waaronder Parmenides, die juist geloofde dat alles fundamenteel statisch is. Er zijn alleen fragmenten van Heraclitus' werken teruggevonden; het lijkt dat hij in zijn stijl gebruikt maakte van "helderziende" aforismen om nadenken op basis van wetten en reden te stimuleren. Met deze wijze van uiting verkreeg hij het stempel "obscuur" te zijn.

Hermus

Ook wel Hermes. Griekse god van de handel, zoon van Zeus en Maia. Hij kon snel reizen tussen de aardse wereld en het land van de goden, trad op als boodschapper van de goden en communicatiemiddel van de aardbewoners met het Pantheon.
Hij was de beschermheer van de reizigers, de dieven en de atleten, soms leidt hij de goden om de tuin om mensen te beschermen of gewoon voor zijn plezier. Hij fungeerde ook als gids voor de zielen van de overledenen op hun reis naar de onderwereld.
Vlak na zijn geboorte sprong hij uit zijn kribbe, stal het vee van Apollo en ging snel terug zijn kribbe in, doen alsof ie nergens van wist. Apollo echter, kwam erachter dat Hermes het gedaan had en ging zijn beklag doen bij Zeus. De oppergod lachte slechts wat en deed verder niets. Om hem te behagen gaf Hermes zijn lier aan Apollo.
Hermes komt ook voor in de Odyssee waar hij hem aanraadt een bepaald magisch kruid te eten en zo te kunnen ontkomen aan de krachten van Circe zonder in een dier omgetoverd te worden zoals met zijn kameraden is gebeurd.
Aan Pandora gaf hij het vermogen te liegen en te verleiden met haar woorden.

Herodotos (van Halikarnassos) Latijn: Herodotus (485 - 425 v.C.)

Werd ook wel "vader der geschiedenis" genoemd (door Cicero) omdat hij als eerste trachtte de Perzische oorlogen niet alleen te beschrijven, maar ook te verklaren. Hij schreef als inleiding op zijn "Historiai" zelf: "Dit is het verslag van het onderzoek van Herodotos van Halikarnassus, opgesteld opdat de herinnering aan hetgeen geschied is niet in de loop der tijden verloren zal gaan en de grote en merkwaardige daden van de Grieken en oosterlingen, niet roemloos zullen blijven, met name de reden waarom zij in onderlinge strijd verwikkeld waren". Het was geschreven in negen boeken, daarom werd het ook wel Moesai (muzen) genoemd. Het behandelt vetes tussen Grieken en Barbaren (Perzen) van de allereerste oorsprong tot de inneming van Sestus in 479. Van zijn oosterse reizen kan gezegd worden dat hij juiste waarnemingen heeft weergegeven, t.a.v. het verre verleden is hij echter een beetje te lichtgelovig geweest en heeft de fantasierijke verhalen van priesters en gidsen te letterlijk opgevat.
Literatuur: W. Facke; Herodot als Historiker (1927), M. Polenz; Herodot (1937), K. Reinhardt; von Werken und Formen (1948), W. Mang; Herodot (1962).

Heros

Oorspronkelijk in Griekenland de vereerde stamvader van een geslacht wat zich vaak ontwikkelde tot een verering als plaatselijke godheid. Later gingen zij als halfgod over in het Griekse pantheon. De verering van de heroën was in Griekenland een machtige godsdienstige onderstroom die zich hardnekkig handhaafde naast de officiële godsdienst.

Herostratos (Uit Efese)

Stak in de nacht van de geboorte van Alexander de Grote (356 v.C.) de tempel van Artemis in brand om zijn naam te doen voortleven in de geschiedenis.

Hesperiden

Hesperiden is het meervoud van Hesperis en vertegenwoordigt de meerdere nimfen van de tuin van Hera. De Hesperiden bewaakten de appelbomen van Hera in de Tuin van Hesperiden, maar deelden de taak met Ladon, een draak die honderd koppen had en nooit sliep. Dit was Hera's geheime plan, want zelfs de nimfen konden niet worden vertrouwd om geen magische appels voor zichzelf te nemen.
Er is een voortdurend debat gaande over de afkomst van de Hesperiden en ook over hoeveel het er precies waren. De meeste bronnen zeggen dat er tussen de vier en zeven nimfen in de tuin van Hesperiden verbleven. Ondanks de andere dubbelzinnigheden is men het er echter algemeen over eens dat ze mooi waren en prachtige lieve stemmen hadden.
De naam Hesperiden (en de naam van hun vader in sommige mythen: Hesperus) is afgeleid van het Latijnse woord hesperos, wat avond betekent. Bovendien is het de naam voor de planeet Venus zoals deze aan de nachtelijke hemel verschijnt, ook wel bekend als de avondster.
Hun thuis was een eiland dat soms Hesperia wordt genoemd, wat avond betekent, en ook wel Erytheia wordt genoemd, wat rood betekent, de kleur van de ondergaande zon.
De mythologie is niet helemaal duidelijk over de bloedlijn van de nimfen. Sommige verhalen zeggen dat ze de dochters van Hesperus zijn. Ze worden ook wel de kinderen van Nyx, de godin van de nacht, en Erubus, de god van de duisternis, genoemd. Zeus en Atlas zijn ook genoemd als hun mogelijke vader. Het lijkt erop dat ze zeker de nakomelingen waren van een of andere belangrijke godheid, maar de Griekse mythologie is complex en hun definitieve afkomst blijft een voortdurend mysterie voor de mythologen om op te lossen. Ondanks de onduidelijke afkomst en het variërende aantal nimfen, weten we dat ze in Hera's tuin verbleven tussen de gouden appelboomgaarden. Soms werden ze de Dochters van de Avond of de Nimfen van het Westen genoemd.
Een locatie die volgens de lokale bevolking de plek is van de magische tuin, is de site van de oude Romeinse stad Lixus, die tegenwoordig in een stad genaamd Larache in Marokko ligt. Er zijn ook andere voorgestelde locaties. Ladon is de naam van een rivier in Arcadië en ook van de draak uit de mythen, dus de tuin kan ook in die regio van Griekenland hebben gelegen. De meeste mythologen zijn het er echter over eens dat de tuin waarschijnlijk ergens ten westen van de rivier de Oceanus lag, rond het oude Foenicië aan de noordkust van Afrika.
Hera's gouden appelboomgaard is de tuin van de Hesperiden in de mythologie. De consumptie van een gouden appel uit deze bijzondere boomgaard resulteert in onsterfelijkheid. Hera kreeg de originele appeltakken van Gaea, de oergodin en moeder van alle leven, voor haar huwelijksgeschenk toen ze met Zeus trouwde.
~Alle goden en godinnen kregen een uitnodiging om de bruiloft van Peleus en Thetis bij te wonen, behalve de godin van onenigheid, Eris, die niet was uitgenodigd of welkom was. Thetis was een felbegeerde vrijgezellengodin en haar bruiloft zou een heel evenement worden. Iedereen die ertoe deed was aanwezig. Eris was verbitterd over het feit dat ze van de evenementenlijst was weggelaten, dus kwam ze onuitgenodigd opdagen met een plan om problemen te veroorzaken. De godin van tweedracht gooide een prachtige gouden appel, die de appel van tweedracht bleek te zijn, tussen de godinnen die te gast waren op de bruiloft. Op de appel stond de zin: "voor de mooiste". Die sluwe zet was het equivalent van rauw vlees in een leeuwenkuil gooien. Aphrodite, Hera en Athena claimden allemaal meteen de appel. Oude Griekse godinnen staan ​​veel beter bekend om hun ijdelheid dan om hun bescheidenheid. Zeus, werd ingeschakeld om te bemiddelen bij de beslissing over wie de mooiste godin was. Zeus wist beter dan deze specifieke beslissing te nemen, gezien de duidelijke gevolgen ervan, en riep Hermes op om de drie godinnen naar Troje te escorteren om Paris, de sterfelijke prins van de stad, te ontmoeten. Hij zou de kwestie beslissen. Paris, een mensenkind, was overweldigd door de schoonheid van alle godinnen en zeer verward over zijn beslissing. Elk van de godinnen bood hem een ​​geschenk aan, in de hoop zijn keuze te beïnvloeden. Hera bood hem macht aan, terwijl Athena wijsheid aanbood. Beide gaven klonken verleidelijk, vooral voor een sterveling met een minimale status en mogelijk beperkte intelligentie in vergelijking met een god. Maar Aphrodite bood hem de optie van de mooie vrouw Helena aan. In feite was ze de mooiste vrouw van het hele land. Paris koos Aphrodite en zij kreeg de appel. Het probleem was dat Helena, ook wel bekend als Helena van Troje, al getrouwd was en dat was Paris toevallig ook met een nimf genaamd Oenone. Omdat hij de gave van macht of wijsheid niet accepteerde, ontbrak het hem duidelijk aan beide en ging hij toch achter Helena aan. Haar ontvoering door Paris was de katalysator die de Trojaanse oorlog en de daaropvolgende val van de stad begon. Zijn eigen vrouw had wel de kans om hem te redden toen hij werd gewond in de strijd, maar ze was nog steeds boos dat ze voor Helena was achtergelaten en besloot dat niet te doen. Een paar dagen later veranderde Oenone van gedachten, maar het was te laat, want Paris was al omgekomen aan zijn oorlogswonden. Toen ze hem dood aantrof, hing ze zichzelf op.
Hera, de oppergodin en echtgenote van Zeus, gaf niet om Heracles, de zoon van haar man, vanaf het moment dat hij werd geboren. Zijn moeder was diens menselijke minnares Alkmene. Herakles werd verwekt tijdens een van de vele affaires van haar man. Hera deed routinematig haar best om problemen te veroorzaken voor haar sterfelijke stiefzoon en veel mythen vertellen over haar passie dit te doen. Een van de meest verbazingwekkende is de mythe van de werken van Herakles. De machtige Hera zorgde ervoor dat Herakles zijn verstand verloor. In een staat van verwarring vermoordde hij zijn eigen vrouw en kinderen. Toen hij tot bezinning kwam, was hij geschokt door wat hij had gedaan, en ging naar de god Apollo voor hulp. Apollo vertelde hem dat hij 12 bijna onmogelijke werken zou moeten verrichten en de koning Eurystheus zou dienen voor verlossing. De strijd van Herakles belichaamt een Grieks idee dat pathos wordt genoemd, in wezen zal deugdzaam lijden en strijd leiden tot roem en onvermijdelijk tot onsterfelijkheid voor Herakles. Na vele jaren de eerste 10 werken te hebben doorstaan, kwam hij bij de 11e arbeid van zijn reis. Deze prestatie was om de appels van Hesperiden te stelen. Eurystheus zei tegen Heracles dat hij hem de gouden appels uit Hera's tuin moest brengen. Hij ging op missie om de appels te stelen, maar het eerste probleem was de verborgen locatie van de tuin. Herakles ontmoette een zoon van de god Ares, Kyknos, en daagde hem uit tot een gevecht in ruil voor een routebeschrijving naar de tuin. Herakles won het gevecht in een paar rondes, maar ontdekte dat Kyknos eigenlijk niet wist waar de tuin van de Hesperiden was. Vervolgens ontmoette hij Antaeus, de zoon van de machtige Poseidon. Opnieuw eiste hij een gevecht, dat hij won, maar Antaeus had ook geen informatie. Herakles kwam toen Busiris tegen, een andere zoon van Poseidon. De held werd gevangengenomen en naar het altaar van mensenoffers gebracht. Herakles ontsnapte ternauwernood en doodde Busiris. Daarna vervolgde hij zijn reis om de tuin te vinden. Net toen de wanhoop begon toe te nemen, dwaalde Herakles naar de berg Kaukasus waar hij de titaan Prometheus, de broer van Atlas, aan een rots vastgeketend vond. Prometheus had het geheim van vuur van Zeus gestolen en aan een man gegeven. Zijn straf voor de verraderlijke daad was om vastgeketend te worden aan de berg, waar elke dag een gigantische adelaar zou komen eten aan zijn lever. Elke nacht zou zijn lever regenereren en zou hij overleven. Daarom was hij voor eeuwig aan deze marteling gebonden. Herakles doodde de adelaar. Prometheus was dankbaar, maar helaas kende hij ook de locatie van de Tuin van Hesperiden niet. Hij dacht echter dat zijn broer Atlas de appels zou kunnen vinden. Omdat Atlas het zat was om de wereld en de lucht omhoog te houden, zou hij er waarschijnlijk mee instemmen de appels te halen als hij zijn zware last van het vasthouden van de wereld aan Herakles kon doorgeven. Dat pakte goed uit: Atlas ging de appels halen en liet Herakles op zijn plaats staan, met het gewicht van de wereld op zijn schouders. Toen Atlas terugkeerde met de gouden appels van onsterfelijkheid, zei hij tegen Herakles dat hij ze zelf naar koning Eurystheus zou brengen, en dat Herakles kon blijven staan om de wereld omhoog te houden. Herakles was het daarmee eens, maar vroeg of Atlas de wereld even wilde vasthouden, zodat hij wat vulling op zijn schouders kon leggen om het gewicht te dragen. Atlas begreep de intense last, legde de appels neer en nam de wereld terug. Heracles rende weg met de appels en droeg ze terug naar de koning. Omdat de appels van de goden waren, konden ze uiteindelijk niet bij de koning blijven. Athena kwam onmiddellijk opdagen om de situatie recht te zetten en vertrok met de appels om ze terug te brengen naar de Tuin van Hesperiden. Al het werk van Heracles werd in enkele ogenblikken ongedaan gemaakt.
De hof van Eden en zijn verboden vrucht doen denken aan de hof van Hesperiden en de magische appels daar. De gouden appels in Hera's tuin gaven de gave van onsterfelijkheid, terwijl de verboden appel van Adam en Eva wijsheid schonk, maar ook verleiding vertegenwoordigde.

Hetepheres I

Koningin Hetepheres I leefde tijdens de vierde dynastie (Oude Koninkrijk) van het oude Egypte. Ze wordt verondersteld de dochter te zijn van Huni en Djefatnebti, de belangrijkste echtgenote van Sneferu en de moeder van Khufu. Een inscriptie op een stoel die uit haar graf is gevonden, beschrijft haar als "Moeder van de koning van Boven- en Beneden-Egypte, volgeling van Horus, gids van de heerser, favoriete, zij wiens woord voor haar wordt gedaan, de dochter van het lichaam van de god: Hetepheres". Hetepheres I kan ook de zus van haar man zijn geweest, en als dat zo was, zou hun huwelijk politiek opportuun zijn geweest om zijn heerschappij te consolideren. Ze was waarschijnlijk de moeder van prinses Hetepheres A, de vrouw van Ankhaf (de zoon van Sneferu en een minderjarige vrouw). Ze kan ook de moeder zijn van een andere niet nader genoemde dochter die met Khufu trouwde en werd begraven in de koninginnepiramide G1c in het Grote Piramidecomplex van Khufu in Gizeh, maar sommige experts geloven dat dit graf werd gebouwd voor koningin Meritites (een andere vrouw van Khufu) of voor Hetepheres I zelf.
Ze stierf blijkbaar tijdens het bewind van Khufu en men denkt dat ze oorspronkelijk in Dahshur werd begraven, maar dit graf is nog niet ontdekt. Mogelijk is het naar Gizeh verplaatst waar haar graf kon worden beschermd en de consensus is dat ze werd begraven in koninginnepiramide G1a. Sommige experts beschouwen graf G1c in Giza echter nog steeds als haar oorspronkelijke rustplaats.
Haar grafgiften werden ontdekt in een schacht naast 1 van de piramides van de koningin in het Grote Piramidecomplex. De sarcofaag was verzegeld, maar leeg. De canopische potten waren intact en zijn de oudste exemplaren die tot nu toe uit het oude Egypte zijn teruggevonden. De schacht bevatte ook een aantal prachtige meubels en sieraden.

Hexameter

Een literaire en poëtische stijlvorm, betaande uit 6 metrische voeten, zoals in de Ilias van Homeros. Het was het standaard metrum in de heldendichten/sages van zowel de Romeinen alsook de Grieken.
 

Voetnoten: