Gewijd aan Apollo. Haar heiligdom was gelegen te Dardania (oude naam voor de stad Troje), gesticht door Dardanus (zijn kleinzoon Tros is later verantwoordelijk voor de naam Troje), oorspronkelijke woonplaats van de "Teucri" en een belangrijke archeologische onderzoeksplaats. Dardanus was voorouder van Priamus en Anchises.
Heden ten dage noemen we de streek ook wel de provincie Balikesir, oftewel in het Turks Kaz Daǧi. Volgens Xenophon was Dardania een machtige stad in haar tijd. Hier was eveneens de graftombe van de sibille, waarop een heiligdom van Apollo is gebouwd. We treffen haar aan op munten, daterende uit 400-350 v.C. De sibille wordt ook wel de Trojaansesibille genoemd.
Ze was geboren in het dorpje Marpessos nabij het stadje Gergitha(e)/Gergis, in de tijd van Solon en Cyrus de Grote. Het Hebreeuwse woord "Marpe" betekent genezing, gezondheid en ziekte was ook één van de zaken waar deze sibille zich mee bezig hield. In een hymne lezen we: Ik ben half sterfelijk, half goddelijk.
Mijn moeder was een onsterfelijke nimf, mijn vader at het koren.
Van mijn moeders kant stam ik van het land van Ida,
maar mijn vaderland was het rode Marpessos,
gewijd aan de moeder en de rivier Aidoneus.
Van haar kennen we eveneens de sibillinische boeken de "Sibillae" (niet te verwarren met de 12 sibillische orakelboeken!). Deze zijn geschreven op de berg Ida, te Troas (noordwest Anatolië), in de regio van Troje. Haar orakelboeken werden pas bekend toen ze verhuisden naar Eritrea. Na Eritrea treffen we de boeken (weer) aan in Cumae en vervolgens in Rome.
