Gedetailleerde informatie (tu)

Tukultininurta I

Koning van Assyrië (midden-Assyrisch rijk), noord Mesopotamië (Irak). Onder zijn heerschappij bereikte het middenrijk haar hoogtepunt. Hij bestreed jarenlang de Babylonische Kassieten alsmede de Arameërs en andere volken. In Assur liet hij omvangrijke bouwprojecten opstarten. Uiteindelijk veroverde hij Babylon en onderwierp het gehele Babylonische rijk. Daarmee verenigde hij Mesopotamië weer sinds een heel lange tijd. Ook in Babylonië heerste hij als koning, maar in Assyrië zelf was hij niet geliefd. Vanwege zijn vijandelijke houding tegen Babylon, wat voor de Assyriërs een heilige stad was kon hij niet veel goed doen bij zijn eigen bevolking, vooral omdat deze de Babylonische god Marduk aanbaden en niet de Assyrische god Assur. Verder plunderde hij diverse tempels wat de interne problemen alleen maar groter maakte, bovendien liet hij een nieuwe hoofdstad bouwen, genaamd Kar-Tukultininurta die Assur moest vervangen. De Assyriërs waren onthutst over hun machtsverlies en kwamen in het hele land in opstand. Uiteindelijk werd de koning in zijn eigen gestichte hoofdstad belagerd en vermoord door zijn zoon Ashur-Nadin-Apli die de troon overnam.

Turkije (Türkiye Cumhuriyeh) / Osmaanse / Ottomaanse rijk

Republiek in West-Azië en Zuidoost-Europa, voornamelijk gelegen op het schiereiland Klein-Azië. Hoofdstad: Ankara. Officiële taal: Turks, godsdienst: 98% islam. Voornaamste rivieren: de Kizil Irmak in het westen, de Eufraat en de Tigris in het oosten. Belangrijke havens zijn Istanboel en Izmir. De bevolking (ca. 45 miljoen mensen) bestaat voornamelijk (98%) uit Turken, verder voor een klein deel uit Armeniërs, Koerden, Arabieren en Grieken. De Turkse talen (dialecten) behoren tot de Ataïsche talen. De belangrijkste taal is het Turks dat door de Turken Osmaans wordt genoemd en sinds 1928 met Latijnse letters wordt geschreven. Het huidige politieke systeem werkt als volgt: de uitvoerende macht is in handen van de regering onder leiding van de minister-president (parlementair systeem); parlement met één kamer: Türkiye Büyük Millet Meclisi (Grote Turkse Nationale Vergadering) met 550 leden; verkiezingen elke vijf jaar. Verkiezing staatshoofd: elke zeven jaar door parlement.

Geschiedenis van Turkije

De Turken (uit Turkestan), stichtten in Klein-Azië in de 14e eeuw het Osmaanse rijk in één van de vele vorstendommen die zich vormden na het uiteenvallen van het Seldsjoekenrijk. De eerste machthebber was Osman (Ottoman). Het rijk breidde zich uit en nam ca. 1326 Brusa in dat de hoofdstad werd. Latere leiders waaronder Osmans zoon Orhan en ook Moerad I (1360-1389) en Bajezid I (1389-1402) breidden het Osmaanse rijk verder uit door het Byzantijnse gebied heen tot en met Bulgarije, Servië, Griekenland en het gebied boven de Donau, waar door Bajezid in 1936 de verbonden Hongaarse, Franse en Duitse legers versloeg. In het zuiden ondertussen verloor het Osmaanse rijk weer wat terrein, maar dat werd onder leiding van Mehmed I (zoon van Bajezid) weer teruggewonnen. Onder Moerad II (1421-1444 en 1446-1451) breidde het Osmaanse rijk zich weer verder uit tot Saloniki, terwijl In Albanië strijd werd geleverd met Venetië en bij de Donau weer met Hongarije. In 1453 nam Mehmed II Constantinopel in, gevolgd door de rest van het Byzantijnse gebied. Nadien breidde hij de Turkse macht verder uit naar het oosten. Nadien werd grondgebied van Venetië buitgemaakt en kwam onder Selim I (1512-1520) het Osmaanse rijk in oorlog met Perzië, dat in 1514 bij Tsjaldiran werd verslagen. In 1516 rukte Selim verder op naar Syrië, nam het af van Egypte en stootte verder door Egypte in dat hij eveneens ten val bracht. Arabië (met Mekka en Medina) erkende de Osmaanse heerschappij. Na Selim I kwam Süleyman I aan de macht, onder zijn leiding werden de uitbreidingen van het Osmaanse rijk het sterkst: Hongarije, Wenen, Perzië en de Middellandse Zee. Onder Selim II, de opvolger van Süleyman, leed de vloot bij Lepanto een gevoelige nederlaag tegen de Spanjaarden en de Venetianen. Tot in het begin der 18e eeuw echter waren de belangrijkste tegenstanders Oostenrijk en Perzië, waardoor onophoudelijke veldtochten noodzakelijk waren. Door slecht bestuur verzwakte het Osmaanse rijk, doch onder grootvizier Köprülü werd Kreta in 1669 op de Venetianen veroverd. In het noorden kwamen Polen en Rusland ook onder Osmaanse invloed. In 1683 ondernamen de Osmanen (Turken) een 2e veldslag tegen Oostenrijk, deze werd ze noodlottig: door de Polen werd Wenen ontzet, waarna het terugtrekkende leger werd achtervolgd en keer op keer verslagen, tot de Oostenrijkers zelfs een deel van Hongarije konden terugveroveren. Na uitbreiding van de oorlog met Venetië, Rusland en Polen werd het voor het Turkse leger ondoenlijk en werd de vrede van Karlowitz gesloten (1699) waarbij Turkije zijn aanspraak op Hongarije moest opgeven. Daarna volgde nog de vrede van Passarowitz, waarbij verdere delen van Hongarije en boven de Donau werden teruggegeven aan Oostenrijk.

Resumerende tijdlijn van het land Turkije

11e eeuw : Verovering van Klein-Azië door de Seldsjoeken
13e - 14e eeuw : De Turken (uit Turkestan) vestigen zich in Klein-Azië
1288 - 1326 : Osman I. Stichting van het Osmaanse rijk.
1354 : De Turken trekken de Dardanellen over
1361 Adrianopel veroverd
1389 Servië vernietigd
1393 Bulgarije veroverd
1453 : Konstantinopel veroverd, einde van het Byzantijnse rijk
1453 - 1566 : Bloei van het Osmaanse rijk, Selim I (1512-1520) en Soliman II zorgen voor de grootste uitbreiding van Turkije (Voor-Azië, Noord-Afrika, Balkanschiereilanden, Hongarije, Zuid-Rusland)
1571 : Turkse vloot bij Lepanto door Spanje en Venetië verslagen
1683 : De Turkse belegering van Wenen wordt afgeslagen, in het oosten slinkt de macht van Turkije
1699 : Turkije ziet af van Hongarije en Zevenburgen (Transsylvanië)
1774 : Vrede van Kutsjuk-Kainardsji: Turkije ontruimt de Krim, Rusland verkrijgt protectie over de Donau-vorstendommen
19e eeuw
Neergang Osmaanse rijk
: Egypte wordt vrijwel zelfstandig (Mohammed Ali)
1804 - 1812 Servië wordt bevrijd
1821 - 1829 Griekenland wordt bevrijd met steun van de grote mogendheden
1877 - 1878 : Russisch-Turkse oorlog, Berlijns congres: de Balkanlanden worden zelfstandig
1908 : Jong Turkije grijpt de macht: Oost-Hongarije annexeert Bosnië-Hercegovina
1912 - 1913 : Balkan-oorlogen: Europees-Turkije teruggebracht tot Oost-Thracië. In de eerste wereldoorlog schaart Turkije zich aan de kant van de Centralen (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Bulgarije), deze staan tegenover de geallieerden.
1920 : Sluiten van de vrede van Sèvres, Turkije wordt beperkt tot Klein-Azië
1921 - 1922 : Kemal Pasja (Atatürk) bewerkt de aftocht van de geallieerden uit Klein-Azië, de Sultan wordt onttroond en Atatürk wordt president. Hij voert een modernisering van de Turkse staat door
1923 : Vrede van Lausanne: Turkije behoudt Klein-Azië, een deel van Armenië en Constantinopel met Oost-Thracië
1938 - 1952 : Ismet Inönü wordt president
1939 Turkije verwerft Sansjak Alexandrette (Iskandroen), in de tweede wereldoorlog is Turkije neutraal
1944 Turkije geeft zijn neutrale status op en sluit zich aan bij de geallieerden
1952 Turkije sluit zich aan bij de N.A.V.O.
1971 - 1974 : De nieuwe grondwet wordt aangenomen, daarna een geleidelijke ontwikkeling naar een rechtse dictatuur na een staatsgreep door een groep hoge militairen, in 1974 ontstaat een conflict met Griekenland door de Turkse bezetting van een deel van Cyprus
1978 : Nieuwe coalitieregering onder leiding van Bulent Ecevit
1980 : Militaire staatsgreep, na het aftreden van president Korutürk roept generaal Kenan Evren zichzelf uit tot president
1983 : Herziening van de grondwet
1989 : Militaire macht slinkt, Turgut Özal wordt president
1993 : Özal sterft, en Demirel (premier) wordt president, eerste vrouwelijke premier (Tansu Çiller)
1995 - 1999 : Afwisselende regeringen Çiller, Yilmaz en Erbakan, met aan het einde Ecevit
1999 : Bülent Ecevit wordt herkozen als premier
2000 : Ahmed Necdet Sezer wordt president en opvolger van Demirel
November 2002 : De pro-islamitische AK partij onder leiding van Recep Tayyip Erdogan behaalt een monsterzege: 363 van de 550 zetels en vormt geheel alleen de regering, Abdullah Gül wordt premier.
 

Voetnoten: