De sibillen uit de oudheid profetiseerden vanuit een stad of streek, waarnaar ze ook werden vernoemd. In Homerus' tijd waren de sibillen waarschijnlijk nog onbekend, want in geen enkel van zijn geschriften kunnen we er over lezen. Volgens vele overleveringen richtte Themis, de alwijze, de godin van de gerechtigheid en uitvindster van de orakels en voorspellingskunst, het orakel van Delfi op. Ze bewaakt de juiste orde of het juiste verloop der dingen. Ze is de godin van recht, wet en orde; heerseres over de seizoenen; beschermster van vergaderingen en de gastvrijheid. Ze wordt afgebeeld als een blinde of geblinddoekte vrouw; in haar handen draagt ze een weegschaal en de hoorn des overvloeds. De Romeinen noemden haar Justitia. Andere verhalen vertellen over Cybele, als moedergodin die de oorsprong was van het fenomeen sibille. Eveneens wordt regelmatig Gea/Gaea genoemd alsmede Phoebe (bijnaam van Artemis, zuster van Apollo). Waar aanvankelijk Plato over slechts één sibille praatte, groeide dit aantal langzaam uit tot 9 en uiteindelijk werd door de Romeinen de 10e toegevoegd: de Tiburtijnse sibille (In de Middeleeuwen werden er overigens nóg eens twee aan toegevoegd om te komen tot het heilige getal van 12). Er bestaat nogal wat verwarring omtrent de sibilles, met name in relatie tot hun zetelplaatsen en oorsprong, deze verwarring is te wijten aan de tegenstrijdige overleveringen uit de oudheid, blijkbaar wist men toen ook al niet goed de sibilles uit elkaar te houden. Zo ver we weten is Heraclitus de eerste die er iets over vermeldt in de 5e eeuw v.C. Ze worden niet bij eigennaam genoemd, maar naar de locatie van hun tempels/heiligdommen. De sibillen leefden vrijwel uitsluitend in holen en grotten en van hen werd verwacht dat zij maagdelijke vrouwen waren en bleven, aanvankelijk jonge, later volwassen vrouwen (50+). De grotten werden gezien als de baarmoeder van de aarde: Gaea of Themis, de bron van alle levende dingen op aarde. Hun sessies voerden de sibillen meestal uit, nadat zij in een staat van extase terecht waren gekomen. Zij waren vrijwel uitsluitend gezeten op driepotige krukjes, de zogenaamde "tripoïdes" en spraken hun orakels meestal uit in hexameter-vorm. In de Sixtijnse kapel kunnen we fresco's van Michelangelo bewonderen die de sibillen voorstellen, ook zien we ze terug in de bibliotheek van paus Julius de tweede en op het plafond van de kathedraal te Siena. In de Middeleeuwen werd vaak gewaarschuwd voor de sibillijnse grotten, die ook wel venusbergen- /heuvels genoemd werden, daar zouden zich doden en demonen ophouden.
Zie ook: onze sibille-pagina.
Sibillijnse boeken
Oorspronkelijke naam: SIBYLLÍNI LIBRI. Deze boeken zouden zijn verkregen tijdens het bewind van Tarquinius Priscus, of volgens andere verslagen in dat van Tarquinius Superbus, toen een sibille zich voor de koning presenteerde en negen boeken te koop aanbood. Toen de koning weigerde ze te kopen, verbrandde ze er drie en keerde toen terug en eiste dezelfde prijs voor de overige zes als ze voor de negen had gedaan. De koning weigerde ze opnieuw te kopen, waarop ze er nog drie verbrandde en hetzelfde bedrag eiste voor de resterende drie, zoals ze eerst voor de negen had gedaan: de koning kon zijn nieuwsgierigheid niet meer bedwingen, waardoor hij de laatste drie boeken kocht. Deze boeken zijn in het Grieks geschreven, maar ze waren waarschijnlijker afkomstig van Cumae. Ze werden bewaard in een stenen kist onder de grond in de tempel van Jupiter Capitolinus. Het publiek mocht de boeken niet inzien, en ze werden alleen geraadpleegd door de officieren, die de leiding hadden, op speciaal bevel van de senaat. Ze werden geraadpleegd in het geval van wonderen en rampen, maar het is moeilijk vast te stellen of ze voorspellingen bevatten, of slechts aanwijzingen over wat er moest worden gedaan om de goden te verzoenen of te sussen, als gevolg van het mysterie dat hen vanaf die tijd omhulde. Één van de bewakers werd ter dood gebracht voor het onthullen van de geheimen. De boeken zijn waarschijnlijk op palmbladeren geschreven. Toen de tempel van Jupiter Capitolinus in 82v.C. door brand werd verwoest en men de boeken wilden herstellen, werden ambassadeurs naar verschillende steden in Italië, Griekenland en Klein-Azië gestuurd om een nieuwe collectie aan te leggen, die bij de herbouw van de tempel werd neergelegd op dezelfde plaats waar de voormalige stond. Maar aangezien een groot aantal verschillende profetische boeken in Rome in circulatie waren gekomen, beval Augustus dat al dergelijke boeken aan de praetor urbanus moesten worden afgeleverd en verbrand en dat in de toekomst niets meer door een particulier mag worden bewaard. Zo werden meer dan 2000 profetische boeken overhandigd en verbrand en de boeken die als echt werden beschouwd en in het bezit van de staat waren, werden in twee vergulde kisten gedeponeerd aan de voet van het standbeeld van Apollo, in de tempel van die god op de Palatijn. Enkele jaren later, onder Tiberius, werd voorgesteld om een nieuwe bundel aan de collectie toe te voegen. Christelijke schrijvers doen vaak een beroep op de Sibyllijnse verzen omdat ze profetieën over de Messias bevatten, maar dit zijn in de meeste gevallen duidelijk vervalsingen. Een complete verzameling Sibyllijnse orakels werd gepubliceerd door Gallaeus. De Sibyllijnse boeken werden ook Fata Sibyllina en Libri Fatales genoemd.
Sicilië
Italiaans eiland, door de straat van Messina gescheiden van Calabrië. Bergachtig en vulkanisch (Etna, 3263 m.). Hoofdstad: Palermo. De oudste bewoners waren de Sicani en de Siculi in het 2e millenium v.C. In 1100 v.C. bevonden zich op Sicilië Phoenicische factorijen, in de 8ste eeuw Griekse koloniën waaronder Siracuse. In de 6e eeuw v.C. kwamen de Phoenicische steden onder Carthaags gezag en in 241 v.C. werd Sicilië een Romeinse provincie. Later is het respectievelijk in handen komen te vallen van: Oostgoten Vandalen, Byzantijnen en Arabieren. Van 1061 tot 1091 werd Sicilië veroverd door de Noormannen die tevens het koninkrijk Napels stichtten, waarmee Sicilië tot diep in de 19e eeuw staatkundig verbonden bleef. Sinds 1735 regeerde een tak van het huis Bourbon over Napels en Sicilië. In 1860 werden de Bourbons door Garibaldi verdreven, waarna Sicilië een deel werd van het koninkrijk Italië.
Siena
Italiaanse stad in Toscane, hoofdstad van de gelijknamige provincie. Siena heeft een stadhuis uit de 13e-14e eeuw. Andere bezienswaardigheden zijn: het "Palazzo Picolomini" uit de 15e eeuw, de kathedraal met bibliotheek en museum uit de 13e eeuw, de "Santa Maria della Scala" uit de 13e eeuw en de "San Fransesco" uit de 14e eeuw. In de oudheid heette Siena: "Sena Julia".
Sin-Muballidh
Vader van Hammurabi, zoon van Apil-Sin, legde de fundering voor de E-siggal, later Hammurabi's tempel "Etemenanki" ter ere van Marduk, god van de stad die aan Hammurabi de opdracht gegeven heeft om zijn "Codex" te verkondigen. Sin-Muballidh vestigde de Ammorieten-dynastie voor het eerst met Babylon als hoofdstad, zelf de 5e telg zijnde uit die dynastie, een goede keuze want het zou vanaf deze locatie onder Hammurabi uitgroeien tot een wereldmacht van de wereld in die tijd. Hij was de eerste die zich "Koning van Babylon" noemde. Hij breidde het gebied rondom de stad snel uit zodat de stad veilig kon uitgroeien tot een heiligdom vol tempels en poorten.
In zijn 13e regeringsjaar sloeg hij een aanval van het leger van Uruk af, die het grondgebied van Babylon binnengedrongen waren. In zijn 17e regeringsjaar slaagde zijn camapgne tegen Isin, de stad viel in zijn handen en we zien direct een snelle opkomst van allerlei gebouwen en versterkingen in en om Babylon. De basis is gelegd voor zijn zoon Hammurabi om het dan nog kleine Babylonische rijk tot een grootmacht te maken.
Sinear
Streek in het oude Mesopotamië waar ooit de stad Babylon gebouwd werd, zeg maar het hart van het oude Babylonië. De term Sinear wordt vooral gebruikt in de bijbel.
Sippar
ook wel: Sippara, Sepharvaim, Zimbir. Oude stad in Noord-Babylonië. Gelegen aan de Eufraat, in het huidige Irak, ca. 20km. ten Zuidwesten van Bagdad. Het was één van de hoofdsteden in Sargons' tijd en bevat een grote tempel gewijd aan de zonne-god Shamash. In 1882 voor het eerst gedeeltelijk blootgelegd, vele kleitabletten met inscripties zijn er gevonden.
Het was verdeeld in twee helften: Sippar van de zonnegod en Sippar van de godin Anunit. Later onstond er een ander stadsgedeelte dat de naam "Sippar van Eden" kreeg, mogelijk wordt hier Akkad mee bedoeld. Vele Sumerische kleitabletten in spijkerschrift zijn in Sippar gevonden, ook vinden we inscripties waarin beweerd wordt dat Noach (Utnapishtim) hier de laatste resten van na de vloed heeft begraven. Nebukadnezar heeft hier een groot bassin blootgelegd, de ark is echter niet aangetroffen, althans zo ver we tot op heden weten. Volgens Plinius heeft hier ook nog een Universiteit gestaan.
Sirenes
Zeenimfen die zeelieden naar hun kusten lokten met betoverende liederen. Dienaren van de godin Persephone, toen zij in geheim door Hades was ontvoerd kregen de nimfen van Persephone vleugels om haar te gaan zoeken. Uiteindelijk gaven ze op en vestigden zich op het eiland Anthemoessa. Later werden zij door de Argonauten gepasseerd die dankzij Orpheus hun gezangen niet konden horen. Odysseus liet zijn mannen hun oren volstoppen met was. Toen de Sirenes zagen dat mannen gewoon hun reis vervolgden hoe hard ze ook zongen, werden ze mismoedig, doken in zee en verdronken. De sirenes werden afgebeeld als vogels met alleen de hoofden of bovenlichamen van vrouwen. In mozaieken zien we ze terugkomen met alleen vogelpoten.
Sixtijnse kapel
Italiaans: "Capella Sistina". Huiskapel van de paus in het Vaticaan, gebouwd 1473-1481 onder Sixtus IV, met altaarstuk en plafondschilderingen van Michelangelo.