Van haar is verder bekend dat zij een zoon genaamd "Evander" had. Evander stichtte het heiligdom van Pan, dat ook wel de "Lupercal" genoemd wordt, een grot in de Palatinusheuvel te Rome.
Uit de overleveringen kunnen we afleiden dat er een oudere en een jongere Kimmerischesibille moet zijn geweest.
Het Griekse woord voor Kimmeriërs is: Kimmerioi. De Kimmeriërs waren een Thracische volksstam, oorspronkelijk afkomstig uit het gebied ten noorden van de Zwarte Zee, het zuiden van de tegenwoordige Oekraine. Ze ondernamen plundertochten in Lydië, bezetten voor een bepaalde periode de hoofdstad Sardis en vestigden zich uiteindelijk in die regio. De Kimmeriërs werden ca. 600 v.C. door Alyattes van Lydië uitgeroeid, met behulp van de Scythen. We zien afstammelingen van de Kimmeriërs nog wel terug in Italië en een andere groep vluchtte naar en vestigde zich op het Krim-schiereiland, deze groep kennen we later als de "Tauri". Sommige Keltische en Germaanse volkeren geloofden dat ze afstammen van de Kimmeriërs, doch dit is nooit bewezen. In Assyrische overleveringen uit de tijd van Esarhaddon en Sargon II, kunnen we eveneens over hen lezen.
Van de Kimmeriërs werd beweerd dat zij een dwergachtig, mysterieus volk waren, levende in grotten, waar zij slechts 's nachts uit tevoorschijn kwamen. Zij waren smeden, mijnwerkers en alchemisten. Verder werd gezegd dat zij bronnen aanboorden vanuit het middelste van moeder-aarde, deze bronnen werden argillai of orcullae genoemd. Orcullae waren eveneens potten met een smalle hals, die gebruikt werden voor het werpen van stenen en andere voorwerpen zoals we bij sommige orakels ook wel tegenkomen. Homeros schreef dat de Kimmeriërs leefden in een mistig, donker land, aan de randen van de bekende wereld.