De Lybische sibille

Wordt ook wel
Medusa genoemd

Ga naar het hoofdmenu

Ga naar de lijst van de 10 sibilles
De Lybische sibille

De Lybische sibille

Attribuut: Ze droeg een brandende fakkel.

Not an advertisement, but looks like it

Over de tweede van de tien sibilles:

Gewijd aan Zeus-Ammon, koningin van Lybië. Haar eigennaam was Lamia, ook wel Medusa, wat zoveel als "slang" betekende. Ze wordt voorgesteld als een slang met het hoofd en de borsten van een vrouw.

Herkomst:

De naam Lamia is ongetwijfeld de vrouwelijke vorm van "Lamus", koning van de Laestrygones. Ergens in de oudheid werden op diverse plaatsen Lamia en Lamus als goden vereerd, waarschijnlijk zijn ze oorspronkelijk afkomstig uit Klein-Azië en van daar verder verspreid richting Griekenland.

Bronnen:

We vinden haar terug in geschriften van Euripides. Ze had een liefdesrelatie met Zeus, wat Hera (Zeus' echtgenote) jaloers maakte (volgens sommige overleveringen ging het hier niet om Hera maar om Athena, zie ook: Medusa). Hera stal al haar kinderen, behalve Scylla (een uit haar huwelijk met Phorkys geboren dochter) en vermoordde ze, waarop Zeus haar het vermogen gaf om haar eigen ogen uit te nemen wanneer ze maar wilde.

Haar slechte imago:

Lamia werd een gevreesde vrouw die alle kinderen verslond die ze maar pakken kon, ze leidde de ouders om de tuin en stal dan hun kinderen die ze vervolgens verorberde, Lamia betekent verder ook "wellustig". Haar naam betekende later bij de Grieken ook wel "duivelin" en werd door Griekse ouders gebruikt om hun kinderen bang te maken, zoals: "pas op hoor, anders komt Lamia je halen!".

Nadien doet ze eveneens haar intrede in de Romeinse demonologie (duivelleer). Tevens zien we verbanden gelegd tussen haar en vampiers, waarbij ze in tegenwoordige tijden jonge mannen verleidt om zich vervolgens aan hun bloed te goed te doen, in deze vorm zien we haar terug in Goethes': "Die Braut von Corinth" en in Keats': "Lamia".

 

Voetnoten: