Gedetailleerde informatie (ea)

E-anna

Tempel in Uruk, gewijd aan Inanna. 1 van de twee belangrijke tempels van Uruk, de andere was de tempel van An. Uruk toont ons al woonlagen van 5000 v.C., de twee heiligdommen gaan mogelijk terug tot wel 3500 v.C. en zijn vaak verwoest en weer opnieuw herbouwd. Pas 700 a.D. werd Uruk geheel verlaten.
Zie ook: Inanna.

E-apsu

Sumerisch: E-zu-ab, edEnki, E-sirra, E-engurra. De "Tempel van de oceaan" te Eridu. Heiligdom van Enki, zoals Ur-Nammu het noemt. Hammurabi heeft het hier over de tempel als dat daar de rites van E-apsu worden uitgevoerd, die hij door zijn zuiveringen weer mogelijk gemaakt heeft.
De tempel werd oorspronkelijk gebouwd door En-metena van Lagas en later door Ur-nammu en Bur-sin van Isin weer hersteld na een verwoesting.

E-babbar

Gedurende het Neo-Babylonische en vroege Achaemeniden-periode verkeerden de tempels in grote rijkdom. Ze bezaten land en vee en verwerkende industrie in de steden. De tempel E-babbar was er 1 van, gewijd aan de god Utu, de zonnegod, vaak ook Shamash genoemd. We hebben inscripties gevonden waaruit blijkt dat het niet altijd rijkdom troef was, zeker in de begindagen was er gebrek: de tempels moesten in hun levenonderhoud voorzien door de verkoop van wol en gewassen, maar door de vele offeringen van jonge dieren raakte de tempel-economie nogal eens in de financiële problemen. Later werden de veestapels groter en ontstond er een surplus, met de wol konden andere zaken aangekocht worden. Wol was trouwens in die tijd nog een veel gebruikt betaalmiddel. In ieder geval: door het surplus ontstond ook de behoefte aan een degelijke administratie, er zijn in de E-babbar heel veel tabletten teruggevonden die de boekhouding van de tempel bevatten, daar hebben we ontzettend veel van kunnen leren.

E-gal-mach

Ook: E-gal-mah, tempel van Ninisina, ook wel Ninsun of Ninsuna aan de top van de Ziggurat in Isin.
Zie ook: Ninsun.

E-gish-shir-gal

Nanna's (maangodin) heiligdom in Ur (Huis van het grote licht). Haar priesteres was een koningsdochter genaamd Enheduanna, dochter van Sargon van Akkad. Zij was 1 van de belangrijkste priesteressen en de tempel 1 van de belangrijkste tempels en ging gelijk op met de cultus van Nanna-sin. Elk jaar, in de lente, ging een optocht van Ur, onder leiding van de priesters van Nanna-sin naar Nippur, de stad van Enlil, om daar de nieuwe, jonge oogst als geschenk te brengen.
De tempel bestond evenals de andere grote tempels uit een buitenmuur van gebakken stenen, die opgestapeld werden tot een toren waarbinnen andere bouwwerken werden geplaatst, waaronder de Nin-gal tempel, die overigens niet tot het originele complex behoorde maar er in de 14e eeuw v.C. aan toegevoegd is bij de restauratie na een verwoesting.

E-me-te-ursag

Tempel van de god Zamama in Kisj.
Zie verder: Zamama.

E-saggil

Ook wel: E-Sagila, Saggil. De grote tempel van Marduk in Babylon. Stond aan de oostkant van Babylon, rond 2300 v.C. is men met de bouw begonnen, gedurende de regeerperiode van Khammuragas is de tempel voltooid, zijn vader Sin-muballidh heeft de funderingen gelegd. Deze dynastie was de eerste die Babylon als hoofdstad koos.
E-sagila betekent zoiets als "het huis van het geheven hoofd". De ingang had een eigen naam: Ka-khilibu wat "De poort van glorie" betekent.
Later wordt deze tempel door Herodotos beschreven bij het maken van zijn lijst van 7 wereldwonderen, alhoewel het de defintieve lijst niet gehaald heeft, misschien door de tuinen van Babylon boven de tempel van Marduk te verkiezen omdat hij geen twee wonderen uit 1 stad op de lijst wilde hebben? Of misschien omdat de tempel van Zeus te Olympia noemenswaardiger was dan deze tempel? Want Herodotos beschrijft deze tempel als "Tombe van Bêlos" die de tempel dus verbind aan "Zeus Bêlos" en daarmee Marduk gelijk stelt aan Zeus. Hij beschrijft de tempel als volgt: "de bronzen poorten waren nog geheel in tact, het gebouw was vierkant, elke zijde was ruim 400 meter lang. In het midden van de tempel stond een toren van massief hout, 200 meter in het vierkant en daarbovenop was een andere tempel gebouwd, daarbovenop weer 1 enz., in totaal stonden er 8 torens op elkaar. En de weg naar de top bestond uit een richel die zich helemaal rondom de toren omhoog wond, met in het midden een rustplaats met bankjes, waar degenen die op hun weg naar boven zijn even kunnen rusten. In de bovenste toren bevindt zich een altaar met een rijk versierde grote bank waarnaast een gouden tafel staat. Maar er was geen beeld aanwezig, ook bracht niemand daar de nacht door behalve 1 enkele vrouw, een inwoonster van het land die door de god zelf geselecteerd wordt uit alle inwoners van de stad, zoals de Chaldeeën zeggen, de priesters van de god. Ze zeggen ook, maar ik kan dat niet geloven, dat de god zelf het heiligdom komt bezoeken en uitrust op de bank. Er is nl. een ander altaar in een lager gedeelte van de grote tempel waar een beeld van Zeus-Bêlos, helemaal van goud gemaakt, op een bank zit met een gouden tafel er naast. De sokkel en de stoel van het beeld zijn gemaakt van puur goud, in totaal een gewicht van 800 talenten (800 x 30 kg. = 24.000 kg.). Aan de buitenstaat staat een gouden altaar. Er staat nog een ander altaar waarop volwassen schapen geofferd worden, want op het gouden altaar mogen alleen zuiglammeren geofferd worden. Op het grotere altaar branden de Chaldeeën elk jaar 1000 talenten olibanum (wierook) tijdens het festival van de god, in dit gedeelte van de tempel stond een beeld van 12 kubiet (1 kubiet = ruim 45cm.) hoog van massief goud". Aldus Herodotos' beschrijving van de tempel van Marduk in Babylon.
Uit deze beschrijving kunnen we een goede voorstelling opmaken van de tempel: de buitenkant is vierkant, 4 stenen muren van 400 meter lang met als ingang een grote bronzen poort. Daarbinnen een andere toren van hout, ook vierkant met zijden van 200 meter elk. Dat betekent dat tussen de twee torens zich een gang bevond van ongeveer 100 meter breed, die helemaal om de binnenste toren heen liep. De offeraltaren stonden waarschijnlijk op de onderste laag.

E-Shidlam

Tempel van Nergal in Cuthah. Nebukadnezar bracht dagelijks 6 lammeren ter slacht bij deze tempel.
Zie verder: Nergal.

E-zida

Tempel van Nebo in Borsippa.
Zie verder: Nebo.

Eannatum

Koning van Lagash in het oude Sumerië sinds 2455 v.C. Zoon van Ur-Nansje/Ur-Nanshe (volgens sommige bronnen zoon van Akurgal en kleinzoon van Ur-Nansje). Jaagde in 2457 de Elamieten weg uit Sumer, nam het bevel over Mari, overwon de twee steden Ur en Uruk en annexeerde Kisj. Al doende regeerde hij over de gehele streek van Sumer. In 2425 v.C. overleed Eannatum plotseling en werd opgevolgd door zijn broer "Enannatum", die op zijn beurt weer de troon overgaf aan zijn zoon (en neef van Eannatum): "Entemena". Lugalzagessi, koning van Umma (ca. 30 km. Ten noorden van Uruk) trok op tegen de buurstad Girsu, welke hij geheel verwoestte en afbrandde. Na de overname van Lagash, Ur en Uruk riep hij zichzelf uit tot "koning over alle Sumerische prinsen". Was de eerste die zichzelf "koning van Kisj" noemde. Wereldberoemd van hem is de "gierenstèle", waarop verhaald (of gefantaseerd) wordt over de overwinningen en het vernietigen van de vijand, alsmede hoe de gieren er met de botten van door gingen.
 

Voetnoten: