Gedetailleerde informatie (za)

Zagros (gebergte)

Groot gebergte in het westen van Iran, dat zich over 1770 km. uitstrekt van de Turks/Armeense grens tot aan de straat van Hormuz. Met 4752 meter hoogte is de Sabalan de voornaamste berg. Het ruigste gebied is het noordwesten, met zeer hoge toppen, vaak bebost en vooral vulkanisch. Verder zien we hier veel bekkens zoals het grote Urmia meer. Verder naar het zuiden wordt het steeds vlakker. Het gebergte wordt bewoond door nomadenvolken waaronder de Koerden. In de oudheid vormde het gebergte de grens tussen Medië en Assyrië. De Gutaëers of Guti (barbarenvolk uit de Akkadische tijd in Mesopotamië) slaagden er aan het einde van het derde millennium v.C. in om de macht te grijpen in het gehele gebied ten westen van de bergen inclusief het grote Akkadische rijk.

Zamama

Ook: Zababa, Wurunkatte, Astabis. God van de strijd en de oorlog, beschermheer van Kisj, gezel van de twee godinnen Baba en Ishtar, volgens vele overleveringen is Baba zijn vrouw. Zababa de strijder-god, krachtig en dapper in het gevecht, "Verpulveraar van stenen" was zijn bijnaam. De Zababa-poort in Babylon werd beschreven als "Haat zijn aanvaller". Hij is verbonden met Ninurta of dezelfde als Ninurta, wordt soms tesamen met Ninurta genoemd als de zoon van Aššur. Later opgevolgd door Rundas? Volgens sommigen is hij dezelfde als Marduk, maar Hammurabi maakt in zijn codex een duidelijk onderscheid. Wordt ook wel met Enlil geassocieerd omdat hij soms "heer van het land" wordt genoemd. Ilaba wordt genoemd door Sargon, diens beschermeling, die Zamama en Ilaba uiteindelijk aan elkaar gelijk stelt (na zijn verovering van Kisj).
Zijn symbool is een staf met een arend bovenop, zijn dier een leeuw.
Zijn heiligdom was de tempel E-dubba, de cella van de tempel heette E-me-te-ursag (Huis geschikt voor de krijger). Deze tempel is meerdere malen verwoest en weer herbouwd door o.a. Sumu-lael, Samsu-iluna, en Hammurabi. Later bouwt Warad-sin een tempel voor hem in Ur en krijgt de god nog een tempel in het Neo-Babylonische Uruk en een plaats in de Ešarra-tempel in Assur.

Zaïre

Zaïre, officieel de Republiek Zaïre (Frans: République du Zaïre) was de naam van een land dat nu de Democratische Republiek Congo wordt genoemd. Het gebruikte deze naam van 27 november 1971 tot 17 mei 1997. De naam "Zaïre" komt van een Portugese verbastering van het Kongo-woord nzare, wat "rivier" betekent.

Zande-volk

De Azande (enkelvoud: Zande, ook Zandeh, A-Zandeh of Sandeh) of historisch Niam Niam (nu beschouwd als pejoratief) is een stam in het noorden van Centraal-Afrika. Hun aantal wordt door verschillende bronnen geschat op tussen de 1 en 4 miljoen. De naam Azande betekent "het volk dat veel land bezit" en verwijst naar hun verleden als machtige veroveraars. De naam Niam Niam werd vaak gebruikt door Europese kolonialen in de 19e en begin 20e eeuw, heeft haar oorsprong waarschijnlijk bij de Dinka en betekent "grote eters" (en was ook een onomatopee), wat zou verwijzen naar kannibalisme onder hen. De naam Azande werd voor de komst van de Europeanen reeds door andere Soedanese volken gebruikt en werd later overgenomen.
Het grootste deel van de Azande leeft in het noordoostelijke deel van Congo-Kinshasa, het westen van Zuid-Soedan en het zuidoosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek. De Congolese Azande leven in de voormalige provincie Orientale (met name langs de rivier de Uele) en de Centraal-Afrikaanse Azande wonen rond de steden Obo, Rafaï en Zémio. De Azande spreken de Adamawa-Ubangitaal Zande (eigenbenaming: Pazande), ook Azande, Badjange, Kizande, Sande of Zandi genoemd.
De Azande zijn vooral kleine boeren, die vooral maïs, rijst, pinda's, sesam, cassave en zoete aardappel verbouwen. Ook telen ze mango, mandarijn, banaan, ananas en rietsuiker. Er bevinden zich ook veel oliepalmen in hun gebied. Een groot deel van de gronden van de Azande zijn in de loop der jaren sterk geërodeerd.
De Azande zijn van origine animisten, maar dit geloof is nu grotendeels vervangen door het christendom.
 

Sociale (en andere) dingen: