Anthony van der Woordt

Geschreven door Erwin A.W. Maas

Over Anthony van der Woordt

Naar menu

Geboren te Vlissingen op 3 november 1769. Overleden te Amsterdam op 24 september 1794 op 24-jarige leeftijd. Meester in de rechten en veelbelovend dichter, overleed aan de gevolgen van een verwaarloosde verwonding opgedaan bij een val van een paard.

Zijn vader Jan, een koopman, had een fortuin verdiend in de slavenhandel, tot gruwel van Anthony (bleek later).

Zijn moeder heette Josina Woutersen, zij stierf in 1787, enkele maanden nadat het gezin verhuisd was naar Amsterdam. Anthony bleef hier de rest van zijn leven last van houden, zie: "Hoe zo somber, mijn geest?".

Portret van Anthony van der Woordt

Vanaf 1782 ontving Anthony zijn eerste scholing bij G. Cavailhés, de 11-jarige Anthony schreef een lijkdicht bij het overlijden van de oud-Vlissingse burgemeester Claude de Chuy, welke zijn vader in drukvorm heeft laten verschijnen, wij hebben echter deze druk nooit kunnen zien; een exemplaar van deze lijkzang werd bewaard in de Provinciale Bibliotheek van Zeeland maar is vermoedelijk verbrand tijdens het bombardement op Middelburg in mei 1940. Vader van der Woordt had het niet zo op de dichterlijke aspiraties van zijn zoon, en nadat Anthony de Franse school in Vlissingen had afgerond, kwam hij bij zijn vader op kantoor werken.

Na de verhuizing in 1787 naar Amsterdam kreeg Anthony privélessen Latijnse taal- en letterkunde door van Royen. Hier in Amsterdam ook genoot van der Woordt het onderwijs van de rector van Ommeren, later dat van Wyttenbach en anderen aan het Athenaeum te Amsterdam. Vanaf 1788 studeerde hij rechten in Leiden, zijn vader hoewel welgesteld, droeg minimale financiële middelen aan zijn zoon af en Anthony voltooide in dat jaar zijn "Gij die van \'t goud alleen...", een hekelvers op mensen die er een over-luxueuze levenswijze op na hielden. In 1791 promoveerde hij op stellingen. Ook na zijn studie moest Anthony van zijn vader weer in de zaak komen werken, maar daar verzette hij zich fel tegen, in 1792 verliet hij het ouderlijk huis en betrok een woning in de buurt. In de herfst van datzelfde jaar maakte Van der Woordt een ongelukkige val met een paard waarbij hij zijn rechterbeen blesseerde. Door verwaarlozing van zijn kwetsuur verslechterde de kwaal en hij keerde terug naar het ouderlijk huis waar hij zich liet verzorgen door zijn zus Helena, het mocht niet meer baten: Anthony overleed op 24 september 1794 aan zijn verwondingen. Het laatste jaar van zijn leven was politiek gezien ook een rumoerig jaar: met de Slag bij Fleurus verovert het Franse leger de Oostenrijkse Nederlanden. Dit markeert het begin van de Franse tijd in België. In november is het Franse leger genaderd tot aan de grote rivieren in de noordelijke Nederlanden. Anthony bleef scherp kritisch blijkens zijn vers: "Ha! Mijne tong. Dat bitter uwe rede zij". Op zijn sterfbed stelde Anthony een dichtbundel samen die alleen bedoeld was voor zijn vrienden, in 1829 is echter door P.G. Witsen Geysbeek zijn bundel opnieuw uitgebracht, weliswaar tegen de wil van Anthony zelf die de bundel slechts voor kleine kring had samengesteld, waarvan hij zelf een lijstje met namen had gemaakt. In 1843 kwam het tot een hernieuwde uitgave door C.J. Wenkenbach, die ook de posthume uitgave uit 1795 had verzorgd. Wenkenbach voegde er nog een 100 pagina\'s tellende biografische beschrijving over Van der Woordt aan toe. In de 20ste eeuw was het Victor van Vriesland die door een heruitgave Van der Woordt opnieuw in de belangstelling bracht (1942) en hem een eigen plaats toekende naast Bellamy. Van Vriesland baseerde zich bij zijn inleiding voornamelijk op een ongepubliceerde studie van J.P.W. Philipsen.

Zijn verblijf in Amsterdam en Leidsche studietijd brachten hem in aanraking met mannen als D. Wyttenbach, J. Kantelaar en de zo belangrijke Laurens van Santen. Mede onder invloed van deze laatste trachtte hij Hollandse verzen te schrijven in klassieke versmaten. Anthony\'s vader en later ook Anthony zelf waren vriend van de bekende Jacobus Bellamy en evenals Bellamy had Anthony een grote natuurlijke aanleg, die zijn tijd ver vooruit was, (zoals dat o.a. blijkt uit de beschrijving van de Vlissingse duinen welke hij op 16-jarige leeftijd schreef).

V.d. Woordt verheerlijkte net als Bellamy de "vrijheid en de waarheid". Hij is vol van jeugdig idealisme: hij verheft vriendschap en vrouwenwaarde, predikt versmading van rijkdom en zinnelijk genot, prijst het leven in de geringe stand, zingt de lof der zelfstandigheid van karakter en van het gevoel van eigenwaarde. Evenals bij menig Renaissance-dichter uit vroegere tijd openbaart zich dat gevoel van eigenwaarde ook in zelfverheffing en zich afwenden van de grote menigte. Zijn werk is sentimenteel: graven en ruïnes, het vredige landleven, de vriendschap, de vaderlandsliefde zijn belangrijke motieven. Ook zien we enkele liefdesdedichten van hem "voor Laura". Met Bellamy deelde hij ook de afkeer van de dichtgenootschappelijke praktijken. De door hem nagelaten gedichten zijn bijna uitsluitend rijmloos. Verschillende van zijn verzen kenmerken zich door goed ritme en zuiver natuurgevoel. Een groot deel van zijn poëzie is gericht tot zijn vrienden. Hij stond onder invloed van Horatius en Klopstock: hij werd zowel Nederlands Horatius als Vlissingens Hölty genoemd. Na zijn dood gaf zijn vriend C.J. Wenckebach zijn gedichten uit.

Het laatste gedicht van Anthony is geschreven in 1794 "Ach! treurig is des menschen noodlot", we zien hier al heel duidelijk dat hij terugblikt in zijn eigen leven en zijn einde voelt naderen.

A.J. van der Aa, in zijn Biographisch woordenboek der Nederlanden, Deel 20, schreef over van der Woordt: Volgens eenparige getuigenis zijner vrienden was van der Woordt een edel mensch, braaf burger, verlicht wijsgeer en uitstekend dichter, bevriend met Bellamy, Tholen, van Royen, Kantelaar, Serrurier, Ockerse, Wenckenbach, Strick van Linschoten enz. Zijne gedichten zijn rijmeloos en niet minder dan die van Bellamy.


Lees ook de tekst van Victor E. van Vriesland op DBNL over Anthony van der Woordt:

Vrede zij uwer assche! stil zij uw beenderen.
Hoop voor de toekomst onder uw terp bewaard,
Tot uit hun stof, met nieuwen luister,
Weder een goddelijk dichter rijze.

 
Hij stierf, maar was nog jongeling,
Beweend van zijner vrienden kring,
Miskend en van zijne eeuw vergeten!
Ik offer aan zijn heile asch;
En Nederland moet altijd weten
Dat hij een held en dichter was.

(A. Simons)


Opmerkingen

  1. Markdown is toegestaan. Toegestane HTML-Tags: <strong>, <em>, <blockquote>, <code>, <pre>, <a>.