Gedetailleerde informatie (ki)

Kimmeriërs

Grieks: Kimmerioi. Thracische volksstam oorspronkelijk ten noorden van de Zwarte Zee, het zuiden van het tegenwoordige Oekraïne. Ondernamen plundertochten in Lydië, bezetten voor een bepaalde periode de hoofdstad Sardis en vestigden zich uiteindelijk in die regio. Ca. 600 v.C. door Alyattes van Lydië uitgeroeid, met behulp van de Skythen. Wel zien we Kimmeriërs terug in Italië, in het gebied rondom het plaatsje Cimmerium, in het zuiden van Italië, nabij het meer van Avernus en nabij Cumae, aan de baai van Napels. Bekend van deze plaats is eveneens de Kimmerische sibylle. Een andere groep vluchtte naar en vestigde zich op het Krim-schiereiland, deze groep kennen we later als de "Tauri". Sommige Keltische en Germaanse volkeren geloven dat ze afstammen van de Kimmeriërs, doch dit is nooit bewezen. In Assyrische overleveringen uit de tijd van Esarhaddon en Sargon II, kunnen we eveneens over hen lezen. Van de Kimmeriërs werd beweerd dat zij een dwergachtig, mysterieus volk waren, levende in grotten, waar zij slechts 's nachts uit tevoorschijn kwamen. Zij waren smeden, mijnwerkers en alchemisten. Verder werd gezegd dat zij bronnen aanboorden vanuit het middelste van moeder-aarde, deze bronnen werden "argillai" of "orcullae" genoemd. "Orcullae" waren eveneens potten met een smalle hals, die gebruikt werden voor het werpen van stenen en andere voorwerpen zoals we bij sommige orakels ook wel tegenkomen. Homeros schreef dat ze leefden in een mistig, donker land, aan de randen van de bekende wereld.

Kish / Kisj / Kic

Oude stad in Mesopotamië / Irak (Sumerië). Gelegen in de Eufraat vallei bijna 13 km. ten oosten van Babylon, 19 km. ten oosten van de moderne stad Hillah. Het was al vér in de oude tijd bewoond, nog vóór de ontwikkeling van het schrift. In het derde millennium v.C. was Kisj een Semitische stad. Kisj had een geheel eigen culturele ontwikkeling. Tijdens opgravingen zijn de resten van het paleis van Sargon I aangetroffen en een tempel gebouwd door Nebukadnezar en Nabonidus in de nieuw-Babylonische periode. Eveneens zijn er vele aardewerk artefacten gevonden daterende vanaf de Sumerische periode tot Nebukadnezar.
De patroongod van Kisj was Zamama, god van oorlog. Volgens deze Sumerische koningslijst is Kisj de eerste stad na de vloed, gedateerd 2900 v.C. De eerste koning is Jucur.
De drie beroemdste koningen van Kisj waren ongetwijfeld: Sargon, Manishtusu, en Urumush, zij waren in staat in de macht van Kisj overal in de oude Mesopotamische wereld te laten gelden.
 

Voetnoten: