Gedetailleerde informatie (ra)

Raphia / rä'fa / Rafah

Zie: Raphia

Raphia / Rafah

Stad in de huidige Gazastrook aan de Egytische grens. Tegenwoordig Rafah genoemd. In 217 v.C. versloeg Ptolemaeus IV bij Raphia Antiochus III. In ca. 705 v.C. behaalde Sargon II hier een overwinning op de Egyptenaren.

Ravenna

Ravenna, stad, regio Emilia-Romagna, Noordoost-Italië. De stad ligt op een laaggelegen vlakte nabij de samenvloeiïng van de rivieren Ronco en Montone, 10 kilometer landinwaarts van de Adriatische Zee, waarmee het is verbonden door een kanaal. Ravenna was belangrijk in de geschiedenis als hoofdstad van het West-Romeinse rijk in de 5e eeuw en later van het Ostrogotische en Byzantijnse Italië.
In de oudheid lag de Adriatische Zee dichter bij Ravenna, dat rustte op kustlagunes die later dichtslibden. De vroegste bewoners van Ravenna waren waarschijnlijk Italische volkeren die omstreeks 1400 v.C. vanuit Aquileia naar het zuiden trokken. Volgens de overlevering werd het bezet door de Etrusken en later door de Galliërs. Het kwam in 191 v.C. onder Romeinse controle en werd al snel belangrijk omdat het een van de weinige goede havenlocaties aan de noordoostkust van Italië bezat. De Romeinse keizer Augustus bouwde de haven van Classis, ongeveer 5 kilometer van de stad, en tegen de 1e eeuw v.C. was Ravenna de basis geworden voor de Romeinse vloot.
In 402 dwong het gevaar van barbaarse invasies de West-Romeinse keizer Honorius om zijn hofhouding van Rome naar Ravenna te verplaatsen. Ravenna was voortaan de hoofdstad van het West-Romeinse rijk tot het in 476 uiteenviel. Als zodanig werd Ravenna verfraaid met prachtige monumenten. De stad werd in 438 ook verheven tot de status van aartsbisdom. Met de val van het West-Romeinse rijk in 476 werd het de hoofdstad van de eerste barbaarse heerser van Italië, Odoacer (regeerperiode 476-493), die het op zijn beurt overgaf aan de Ostrogotische koning Theuderic (regeerperiode 493-526) in 493. Theuderic maakte Ravenna de hoofdstad van het Ostrogotische koninkrijk, maar in 540 werd Ravenna bezet door de grote Byzantijnse generaal Belisarius en werd vervolgens een keizerlijk exarchaat.
Als hoofdstad van het Exarchaat van Ravenna was de stad het administratieve centrum van de Byzantijnse regering in Italië. In het begin van de 7e eeuw omvatte het beheerde gebied een diagonale strook grondgebied die zich uitstrekte van het gebied ten noorden van Ravenna tot ten zuiden van Rome, de zuidelijke uiteinden van het schiereiland en verschillende kustenclaves. Het exarchaat werd na 726 opgebroken door opstanden en invasies. Omstreeks 751 viel Ravenna zelf in handen van de Longobarden, die het op hun beurt in 754 aan de Franken verloren onder leiding van Pepijn III de Korte. Hij schonk Ravenna in 757 aan de paus, de plaatselijke aartsbisschoppen behielden echter bijna prinselijke bevoegdheden.
Een kortstondig streven naar onafhankelijkheid van Ravenna in het midden van de 12e eeuw werd in de 14e en vroege 15e eeuw gevolgd door de heerschappij van de familie da Polenta, een adellijk huis in de regio Romagna. In 1441 kon Venetië directe heerschappij over Ravenna bemachtigen, maar in 1509 werd de stad weer teruggegeven aan de Paus. In 1512, na de Slag bij Ravenna, werd de stad ingenomen door de Fransen, maar werd al snel heroverd. Daarna was het onderworpen aan pauselijke heerschappij met slechts kleine onderbrekingen. In 1859 riep Ravenna zijn vereniging uit met Sardinië.
Als de hoofdstad van het West-Romeinse rijk gedurende 250 jaar en een belangrijke toegangspoort voor het oostelijke (Byzantijnse) rijk, weerspiegelt Ravenna in zijn kunst en architectuur een samensmelting van Romeinse architecturale vormen met Byzantijnse mozaïeken en andere decoratie. De stad bezit vele monumenten uit diverse culuren. Ravenna's Nationaal Museum van Oudheden, gehuisvest in de kloostergangen van de kerk van San Vitale, heeft een belangrijke collectie klassieke en vroegchristelijke artefacten, waaronder inscripties, ikonen, keramiek, ivoor, sculpturen en sarcofagen. De kerk van Santa Maria in Porto Fuori, gebouwd na 1069, was, tot de verwoesting in de Tweede Wereldoorlog, het enige belangrijke overgebleven gebouw uit de latere Europese middeleeuwen. Uit het tijdperk van de Venetiaanse heerschappij zijn er nog verschillende paleizen en een fort: de Rocca Brancaleona.
 

Voetnoten: