Gedetailleerde informatie (ga)

Gaea

In de Griekse godsdienst en mythologie was zij de aarde, dochter van chaos en moeder en vrouw van zowel Uranus (de lucht/hemel) alsook Pontos/Pontus (de zee), die zij beiden uit haarzelf voortbracht (zonder omgang). Onder haar nakomelingen zien we de Cyclopen, de honderdhandigen (Hecatoncheires): Cottus, Briareos en Gyges (alledrie ook met vijftig hoofden) en de Titanen. Van Pontos kreeg ze vijf zeegoden: Nereus, Thaumas, Phorcys, Ceto en Eurybia. Van Uranus kreeg ze o.a. de twaalf Titanen, waarvan een gedeelte door hem werd verbannen naar het binnenste van de aarde, nadat zij tegen hem, onder leiding van Cronus, in opstand waren gekomen. Gaea had haar Titanenkinderen om hulp gevraagd tegen Uranus, nadat deze eerst de Cyclopen en de honderhandigen naar het binnenste der aarde had verbannen, alleen Cronus durfde tegen zijn vader op te staan en castreerde hem, terwijl hij toenadering zoch bij zijn moeder om omgang met haar te hebben. De testikels van Uranus gooide hij in zee, waaruit Afrodite werd geboren. Van het gemorste zaad en bloed werd Gaea eveneens moeder van de Erinyes/Eumenides/Furies, de Gigantes/Giganten en de Nymphen/Nimfen (de "Meliae"). Ook schonk ze het leven aan Echidna en Typhon/Typhaon/Typhoeus/Typhus. Gaea werd aanbeden als de eerste godin, de moeder en voedster van alle dingen. Ze maakte Aristaeus onsterfelijk. Verder wordt gezegd van haar dat zij de beschermvrouwe was van het orakel van Delfi en (afhankelijk van de bron) haar krachten afstond aan Apollo, Poseidon of Themis. Ze strafte Apollo door hem als herder voor negen jaar naar koning Admetus te sturen, nadat hij haar kind Python te Delfi had gedood. Anders dan Zeus, die een god was van de "open lucht", was Gaea juist gemanifesteerd in gesloten ruimtes zoals het huis, de binnenplaats, de baarmoeder en bijv. de grot. Haar heilige dieren waren de slang, de stier, het varken en bijen. In haar hand kon de narcotische maanzaadbol/papaverbol transformeren tot een granaatappel. De Romeinen kenden haar als Tellus.

Galaten

Een van oorsprong Keltische volksstam die in de derde eeuw v.C. Griekenland plunderden en zich in Klein-Azië vestigden. Dit gebied werd vanaf toen Galatië genoemd. Hun hoofdstad was Ankyra, tegenwoordig het Turkse Ankara. Galatië werd in 25 v.C. onderdeel van de Romeinse provicie Galatia. Verder bekend van de brief (van Paulus) aan de Galaten, zoals genoemd in de Bijbel.

Gallië

Gallië, (Latijn: Gallia). Het gebied dat werd bewoond door de oude Galliërs, bestaande uit het huidige Frankrijk en delen van België, West-Duitsland en Noord-Italië. Een Keltisch ras, de Galliërs leefden in een agrarische samenleving verdeeld in verschillende stammen.
Tegen de 5e eeuw v.C. waren de Galliërs vanuit de Rijnvallei naar het zuiden gemigreerd naar de Middellandse Zeekust. Tegen het midden van de 4e eeuw v.C. hadden zich verschillende Gallische stammen gevestigd in Noord-Italië, van Milaan tot aan de Adriatische kust. De regio van Italië die door de Galliërs werd bezet, werd door de Romeinen Cisalpine Gallië genoemd. In 390 v.C. veroverden en plunderden de Galliërs de stad Rome. Deze vernedering hielp de Romeinen ertoe aan te zetten Gallië te veroveren. De Galliërs van Cisalpine drongen in 284 Midden-Italië binnen. In een reeks confrontaties versloegen de Romeinen de stam van de Insubres, namen Milaan in en vestigden kolonies in een bufferzone. In de Tweede Punische Oorlog sloot Hannibal van Carthago een alliantie met de Gallische Cenomani tegen de Romeinen, de Romeinen hadden echter de overhand en in 181 had Rome Gallië Cisalpina onderworpen en gekoloniseerd.
Tegen de 2e eeuw v.C., toen de Romeinen hun grondgebied over de Alpen uitbreidden naar het zuiden van Frankrijk, beheersten ze al het grootste deel van de handel in dat deel van de Middellandse Zee. Een alliantie met de Aedui tegen de Allobroges en de Arverni bracht de Romeinen na 120 v.C. de controle over de vallei van de Rhône. De Romeinse kolonie Narbo Martius (Narbonne) werd in 118 aan de kust gesticht en de zuidelijke provincie werd bekend als Gallia Narbonensis. Een invasie door Germaanse Cimbri en Germanen werd in 102 door Marius verslagen, maar 50 jaar later veroorzaakte een nieuwe golf van invasies in Gallië, door de Helvetii uit Zwitserland en de Suevi uit Duitsland, de Romeinse verovering van de rest van Gallië door Julius Caesar in 58 -50 v.C.
Tijdens 53-50 was Caesar bezig met het onderdrukken van een Gallische opstand onder leiding van Vercingetorix. Hij behandelde de Galliërs genereus, liet hun steden een aanzienlijke mate van autonomie achter en verzekerde zo de trouw van Gallische soldaten in zijn burgeroorlogen tegen Pompeius in 49-45. Lugdunum (Lyon), een voormalig religieus centrum van de Gallische samenleving, werd de hoofdstad van Romeins Gallië. Het land was verdeeld in vier provincies: Narbonensis, Aquitania in het westen en zuiden van de Loire, Celtica (of Lugdunensis) in Midden-Frankrijk tussen de Loire en de Seine, en Belgica in het noorden en oosten. De Romeinen bouwden steden en wegen in heel Gallië en belastten de oude Gallische grondbezitters terwijl ze de ontwikkeling van een middenklasse van kooplieden en handelaars bevorderden. Keizer Tiberius was verplicht een opstand van de edelen in 21 te onderdrukken, en de assimilatie van de Gallische aristocratie werd verzekerd toen keizer Claudius (regeerperiode 41-54) hen verkiesbaar maakte voor zetels in de Romeinse senaat en hen op bestuursposten benoemde in Gallië.
De volgende twee eeuwen werden gekenmerkt door incidentele opstanden, door steeds frequentere invasies van Germaanse stammen, waartegen vestingwerken werd gebouwd van de Midden-Rijn tot de Boven-Donau, en door de introductie van het christendom in het begin van de 2e eeuw. Tijdens het bewind van keizer Marcus Aurelius (regeerperiode 161-180) vielen Germaanse indringers Gallië binnen. Grenslegioenen kwamen in opstand langs de Rijn en veroorzaakten de burgeroorlogen die volgden op de dood van keizer Commodus in 192. Een economische recessie, gekenmerkt door inflatie en stijgende prijzen, deed de steden en de kleine boeren pijn.
In 260 vormden Gallië, Spanje en Groot-Brittannië een onafhankelijk Gallisch rijk, geregeerd vanuit Trier. Keizer Aurelianus heroverde Gallië voor Rome in 273, maar Germaanse stammen verwoestten het land tot aan Spanje. Onder Diocletianus en zijn opvolgers werden hervormingen in defensie en administratie doorgevoerd, maar Gallië werd een centrum van de onrust dat het rijk versplinterde. In het midden van de 4e eeuw namen de invasies toe. Tegen de 5e eeuw hadden de Visigoten Aquitania ingenomen, regeerden de Franken over Belgica en domineerden de Bourgondiërs de Rijn. Tegen de tijd dat het koninkrijk van de Frankische Merovingers ontstond, in het begin van de 6e eeuw, hadden de Romeinen de controle over Gallië verloren.
Uiteindelijk bleek Gallië een belangrijke bewaarplaats van de Romeinse cultuur te zijn. Gallische schrijvers hebben de klassieke Romeinse literaire traditie lang in leven gehouden. Veel van de amfitheaters, aquaducten en andere Romeinse werken die in Gallië zijn gebouwd, staan ​​nog steeds overeind.

Gaza

Kanaänitische stad in het zuiden van voormalig Palestina. In de oudheid was Gaza de machtigste van de 5 Filistijnse steden (Joz. 13:3 en Richteren 16). Thans in de Gaza-strook, 500.000 inwoners, waarvan 2/3 Arabische vluchtelingen. In 1967 door Israël veroverd.
 

Sociale (en andere) dingen: