|
|||
Gerrit Heijndricksz van 't Wout, zoon van Heijndrick Pieter Jan Woutersz van 't Wout en Grietge Dircksdr (Dircx) "Grietgen" Huijgen Huig(h)en(s)).
Geboren 1620 Stolwijk, gedoopt 24 mei 1620 Stolwijk (getuige: Lijstgen Dircksdr Huijgen Huig(h)en(s)), Jan (Johannes) Pieter Jan Woutersz van 't Wout), overleden 21 sep 1716 Alphen a.d. Rijn, leeftijd 95 of 96 jaar. Beroepen: Kerkmeester Vanaf vóór 1644 tot na 1644, Bouwman (1648) Deze persoon was getuige bij: doopgetuige: Heijndrick Jacobsz Coelen, Heijndrick Gerritsz van 't Wout, Gijsbertje Hoogeveen Gerrit is genoemd naar zijn oom Gerrit Pieter Jan Woutersz Gerrit was kerkmeester, in de kerkrekeningen van Stolwijk lezen we: INCOMST VANDE KERCKE GRAVE IN STOLWIJCK Ingegaen den 5 april 1644 De kerckmeijsters zijn Jan Huibertsz, Gerrit Heijdricksz Wout, Gerrit Jansen van Vliet ende Gerrit Pieter Gerritsz Haer eet gehedaen datum als boven *** Pieter Heijndricksz Wout een kint..... f 1-10-0 Jaep Pieter Koelen...................... f 1-10-0 Uit de rekeningen van Schout en gezworenen van Stolwijk 1645: Jan schouten comt voor ses pont ruesel (Jan Schouten wordt later de schoonvader van Gerrit) Gerrit wordt op 27-03-1669, samen met Louris Claesz Boer, aangesteld tot voogd over de 3 kinderen van zijn overleden zuster Heijndrickge en zijn overleden zwager Jacob Pietrsz Coelen, dat waren Trijntge (1651), Marigje (1652) en Jan (1653).
Ondertrouwd 18 apr 1648 Stolwijk. met:
Duifje Jansdr Schouten, dochter van Jan (Johannes) Willemsz Schouten en N.N..
Geboren ± 1626, overleden Zwammerdam
Kinderen:
1.
van 't WoutGeboren 1648 Stolwijk, overleden 1648 Stolwijk 2.
van 't WoutGeboren 1650 Stolwijk, overleden 1652 Stolwijk, leeftijd minder dan 1 jaar oud 3.
Heijndrick Gerritsz van 't WoutGeboren 1652, geboorteaangifte (getuige: Gerrit Adriaansens (Adriaens(z)), Crijntje Heijndricksdr van 't Wout), gedoopt 30 jun 1652 Stolwijk (getuige: Gerrit Heijndricksz van 't Wout), overleden dec 1731 Alphen a.d. Rijn In het kohier van verpondingen 1733 wordt Heijdrick i.p.v. Wout "Wou" genoemd, leeftijd 78 of 79 jaar, overlijdensaangifte 27 dec 1731 (getuige: Ary Heijndricksz van 't Wout) De winter 1708-1709 is streng: De vogels kleijn ende groot, vielen ter aerde doot. Sij konnen haar niet roeren, te vliegen in de lugt. Want de kou quam haer vervoeren, dat sij vielen ter vlugt. Op zaterdag 5 september 1716 ontstaat in de grutterij in Alphen een grote brand die in totaal 25 gebouwen in de as legde, Heijndrick en Aaltje verhuizen tijdelijk naar Zwammerdam. Op donderdag 15-10-1716 biedt Heijndrick in verband met deze verhuizing bij de ambachtsbewaarders van Zwammerdam een akte van indemniteit aan (Vele instellingen zoals de diaconieën of armenkamers van de verschillende kerkelijke gemeenten en parochies, aalmoezenierskamers, gasthuizen en fondsen zorgden goed voor de inwoners van eigen stad of dorp. Voor personen die van elders afkomstig waren bleven de beurzen meestal gesloten. Men wilde voorkomen dat vreemdelingen ooit een beroep op steunverlening zouden doen. Daarom moesten deze in vele gevallen een bewijs overleggen van de diaconie of het gerecht van de plaats van herkomst dat deze de kosten van eventuele steunverlening zou betalen, meestal voor een bepaalde periode. Zo'n bewijs heeteen akte van indemniteit). |