|
|||
Heijndrick Pieter Jan Woutersz van 't Wout, zoon van Pieter Jan Woutersz van 't Wout en Trijntgen Dircksdr Dekker (Decker(s)).
Geboren 1580, overleden 1620 Na het overlijden van Heijndrick zet zijn vrouw Grietge het bedrijf alleen voort. Ze is niet hertrouwd., leeftijd 39 of 40 jaar
Gehuwd 26 apr 1605 Stolwijk, leeftijd 24 of 25 jaar Bij het huwelijk wordt vastgesteld dat Heijndrick en Elisabeth ieder 1.500 Carolusgulden krijgen. Verder vermeldt de akte onder meer dat de ouders voor het bruidspaar "een degelicke bedde mit sijn toebehooren" zullen kopen en dat het paar op de boerderij van moeder Elisabeth Jacobs (weduwe) zal blijven wonen en werken zoals ze gewend zijn. (9 of 10 jaar gehuwd) met:
Elisabeth Jacobsdr Zwaan (Swa(a,e)n), leeftijd bij huwelijk 21 of 22 jaar, dochter van Jacob Pietersz Zwaan (Swa(a,e)n) en Elisabeth Jacobsdr Zwaan (Swa(a,e)n).
Geboren 1583 Stolwijk, overleden 1615 Stolwijk, leeftijd 31 of 32 jaar Elisabeth heeft haar vader nooit gekend. Haar moeder is al in 1584 weduwe.
Kinderen:
2.
Trijntge Heijdricksdr van 't WoutGeboren 1613 Stolwijk |
|
|||
2e huwelijk
Heijndrick Pieter Jan Woutersz van 't Wout, zoon van Pieter Jan Woutersz van 't Wout en Trijntgen Dircksdr Dekker (Decker(s)).
Gehuwd 1616 Stolwijk, leeftijd 35 of 36 jaar VERTREK UIT STOLWIJK In 1676 verhuizen Gerrit en Duifje met hun 3 kinderen Heijndrick, Grietje en Jacob van Stolwijk naar Zwammerdam. Het huis op de Heerenstraat (in 1616 gekocht door zijn vader Heijndrick) is dan nog niet verkocht, dat gebeurt later in 1679. Na de verhuizing blijft er niemand met de naam Wout in Stolwijk achter. De ouders van Gerrit, Heijndrick en Grietge zijn dan al overleden. Ook halfbroer Pieter (kinderloos), zuster Heijndrikge en zwager Jacob Pietersz Coelen zijn dan al overleden. Gezien het feit dat Gerrit vanaf 1674 problemen kreeg met het betalen van de belastingen is het aannemelijk dat daarom de keus gemaakt is om het huis aan de Heerenstraat te verkopen om zodoende ergens anders opnieuw te kunnen beginnen. Nadat in 1679 het huis op de Heerenstraat verkocht is begint de oudste zoon Heijndrick (1652) zijn eigen boerderij in Alphen. De andere zoon Jacob (1656) vestigt zich in 1683 in Bodegraven. Hiermee is de basis gelegd voor het geslacht Van 't Wout, waarvan nog steeds veel afstammelingen in Alphen a.d. Rijn en omgeving wonen. (3 of 4 jaar gehuwd) met:
Grietge Dircksdr (Dircx) "Grietgen" Huijgen Huig(h)en(s)), dochter van Dirck Huijgen Huig(h)en(s)) en Grietge Gerrebrantsdr Huijgen Huig(h)en(s)).
Overleden na 1654 Grietge is na 1654 en vóór 08-11-1658 overleden Deze persoon was getuige bij: doopgetuige: Gosen Goossens (Goosen), Hendrick Jansz Woutersz van 't Wout, Jan (Johannes) Snoeck, Jacobus Snoeck, Heijndrick Jacobsz Coelen, Janneke Jansdr Wouters van 't Wout
Kinderen:
1.
Heijndrickge Wouters van 't WoutGeboren 1617 Stolwijk, overleden 1655, leeftijd 37 of 38 jaar 2.
Gerrit Heijndricksz van 't WoutGeboren 1620 Stolwijk, gedoopt 24 mei 1620 Stolwijk (getuige: Jan (Johannes) Pieter Jan Woutersz van 't Wout, Lijstgen Dircksdr Huijgen Huig(h)en(s))), overleden 21 sep 1716 Alphen a.d. Rijn, leeftijd 95 of 96 jaar. Beroepen: Kerkmeester Vanaf vóór 1644 tot na 1644, Bouwman (1648) Deze persoon was getuige bij: doopgetuige: Heijndrick Jacobsz Coelen, Heijndrick Gerritsz van 't Wout, Gijsbertje Hoogeveen Gerrit is genoemd naar zijn oom Gerrit Pieter Jan Woutersz Gerrit was kerkmeester, in de kerkrekeningen van Stolwijk lezen we: INCOMST VANDE KERCKE GRAVE IN STOLWIJCK Ingegaen den 5 april 1644 De kerckmeijsters zijn Jan Huibertsz, Gerrit Heijdricksz Wout, Gerrit Jansen van Vliet ende Gerrit Pieter Gerritsz Haer eet gehedaen datum als boven *** Pieter Heijndricksz Wout een kint..... f 1-10-0 Jaep Pieter Koelen...................... f 1-10-0 Uit de rekeningen van Schout en gezworenen van Stolwijk 1645: Jan schouten comt voor ses pont ruesel (Jan Schouten wordt later de schoonvader van Gerrit) Gerrit wordt op 27-03-1669, samen met Louris Claesz Boer, aangesteld tot voogd over de 3 kinderen van zijn overleden zuster Heijndrickge en zijn overleden zwager Jacob Pietrsz Coelen, dat waren Trijntge (1651), Marigje (1652) en Jan (1653). |